In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 2 augustus 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Weesp behandeld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een beslissing van verweerder, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is. De rechtbank legt uit dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet sturen. Eiseres heeft haar bezwaar op 4 september 2021 ingediend, en verweerder had uiterlijk op 31 december 2021 moeten beslissen. Eiseres stelt dat verweerder dit niet heeft gedaan, maar de rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank wijst ook op het feit dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.