1.13mogelijk versnijdingsmiddel in potje > stond op bureaublad.
Het proces-verbaal omtrent het onderzoek van de inbeslaggenomen verdovende middelen
1. Sporendrager
Omschrijving: Bolletjes en plastic zakje met blauwe tabletten
Bijzonderheden: 1.3 - doosje bureau slaapkamer ve (de rechtbank begrijpt: verdachte)
Monster A - SIN: AAPD2877NL
Monster B - SIN: AAPD2878NL
Gewicht netto: 29,30 gram
2. Sporendrager
Omschrijving: Maatbeker met witte brokken
Bijzonderheden: 1.13 - bureaublad slaapkamer
Monster C - SIN: AAPD2885NL
Gewicht netto: 15,42 gram
3. Sporendrager
Omschrijving: Plastic zakje met bolletjes met bruin poeder
Bijzonderheden: 1.10 - tas ve (de rechtbank begrijpt: verdachte) [medeverdachte]
Monster D - SIN: AAPD2884NL
Gewicht netto: 0,33 gram
4. Sporendrager
Omschrijving: Plastic zakje met zelf gevouwen papiertje met witte brokjes
Bijzonderheden: 1.4 - bureaublad slaapkamer ve (de rechtbank begrijpt: verdachte)
Monster E - SIN: AAPD2883NL
Gewicht netto: 0,34 gram
5. Sporendrager
Omschrijving: Plastic zakje met zelf gevouwen papiertje met bruin poeder/brokjes
Bijzonderheden: 1.2
Monster F - SIN: AAPD2882NL
Gewicht netto: 0,60 gram
6. Sporendrager
Omschrijving: Stukje papier met wit poeder/brokjes
Bijzonderheden: 1.5 - bureaublad ve (de rechtbank begrijpt: verdachte)
Monster G - SIN: AAPD2881NL
Gewicht netto: 0,80 gram
7. Sporendrager
Omschrijving: Bolletje met witte brokjes
Bijzonderheden: 1.12 - bureaublad
Monster H - SIN: AAPD2880NL
Gewicht netto: 0,17 gram
8. Sporendrager
Omschrijving : Plastic zakje met bolletjes met bruin poeder
Bijzonderheden: 1.11 - bureau slaapkamer ve (de rechtbank begrijpt: verdachte)
Monster I - SIN: AAPD2879NL
Gewicht netto: 0,50 gram.
NFI-rapporten omtrent de inbeslaggenomen verdovende middelen
1. AAPD2877NL bevat amfetamine
AAPD2878NL bevat amfetamine
2. AAPD2885NL bevat cocaïne
3. AAPD2884NL bevat heroïne
4. AAPD2883NL bevat cocaïne
5. AAPD2882NL bevat heroïne
6. AAPD2881NL bevat cocaïne
7. AAPD2880NL bevat cocaïne
8. AAPD2879NL bevat heroïne
Getuigenverklaringen
Getuige [getuige 1]
Ik ben een ex-verslaafde maar gebruik af en toe nog cocaïne. Sinds anderhalve week
koop ik één of twee bolletjes cocaïne bij een jongen uit Amersfoort.
V: Wat is het nummer van die jongen ?
A: [telefoonnummer]
0: Ik laat je nu een foto zien van een persoon
V: Herken je deze persoon?
A: Dit is de persoon waarover ik nu een verklaring heb afgelegd, en waarvan ik
recentelijk drugs heb gekocht.
Getuige [getuige 2]
U vertelt mij dat mijn telefoonnummer aangetroffen is in een telefoon van een
drugsdealer.
V: Wat is het telefoonnummer van de dealer bij wie je drugs koopt?
A: [telefoonnummer]
V: Wat koop jij bij de dealer
A: Cocaïne
V: Hoe lang koop je al bij deze dealer?
A: Vanaf februari/maart
0: Ik toon je nu een foto van een persoon, ken je deze persoon?
A: Ja dat is hem, dit is de persoon over wie ik nu een verklaring afleg.
Het proces-verbaal van bevindingen over het tonen van een foto in het verhoor van getuige [getuige 1]
Op 25 mei 2021 hoorde ik [getuige 1] als getuige. In dit verhoor toonde ik aan [getuige 1] een foto van [verdachte] .
Eigen waarneming van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de foto die aan getuige [getuige 1] en aan getuige [getuige 2] is getoond, dezelfde foto betreft.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
De raadsvrouw bepleit primair vrijspraak van het onder feit 1 ten laste gelegde wegens gebrek aan voldoende betrouwbaar bewijs op grond van de volgende twee verweren.
Het eerste verweer ziet op een vormverzuim. Dit vormverzuim ziet op het ontbreken van de vordering ex artikel 126n eerste lid Wetboek van Strafvordering en de schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris voor het opvragen van de historische gegevens van de Huawei telefoon, lees: de dealertelefoon. Hierdoor zou het recht op privacy van verdachte ex artikel 8 EVRM en artikel 6 EVRM zijn geschonden. De rechtbank verwerpt het verweer, voor zover dat ziet op het ontbreken van de vordering. Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat “middels een vordering” de historische verkeersgegevens van de simkaart met het nummer [telefoonnummer] in de Huawei telefoon zijn opgevraagd. Hiermee wordt een vordering ex artikel 126n Wetboek van Strafvordering bedoeld. Dat de vordering zelf niet in het dossier zit, is voor de rechtbank geen reden om te twijfelen of de gegevens zijn opgevraagd op grond van een wettelijk vereiste vordering.
De rechtbank is het met de raadsvrouw eens dat de vordering eerst had moeten worden getoetst door een rechter en dat dus een schriftelijke machtiging had moeten worden verleend. Dat is bepaald in het
Prokuratuur-arrestdoor het Europese Hof van Justitie (hierna: ‘HvJ EU’). Dit arrest was ten tijde van het aanvragen van de historische verkeersgegevens al gewezen.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de vordering tot gegevensverstrekking niet met toepassing van artikel 126n Sv had mogen worden gedaan. De gegevens die op grond van deze vordering zijn verstrekt, zijn daarom onrechtmatig verkregen.
Vervolgens moet worden nagegaan welke rechtsgevolgen moeten worden verbonden aan dit vormverzuim. De rechtbank zal daarvoor aansluiting zoeken bij de toets die volgt uit artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering.
Volgens artikel 359a, tweede lid, Sv zal de rechtbank het belang dat het geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt afwegen. Niet is gebleken dat door de onrechtmatige verkrijging van locatie- en verkeersgegevens het recht van verdachte op een eerlijk proces is geschonden. Wel is het recht van verdachte op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer geschonden. Verdachte heeft daarbij geen meer concreet nadeel gesteld. Wat de ernst van het verzuim betreft, overweegt de rechtbank dat uit het dossier blijkt dat het telefoonnummer waarvan de historische verkeersgegevens zijn opgevraagd, zijn verkregen vanaf 19 december 2020 tot en met 25 mei 2021. Uit het dossier blijkt echter dat de telefoon enkel als dealertelefoon is gebruikt en dat van het privéleven van verdachte hierdoor nauwelijks een beeld is verkregen.
De rechtbank concludeert dat verdachtes recht op privacy in enige mate is geschonden. De rechtbank zal daar gelet op het voorgaande geen rechtsgevolg aan verbinden en het bij deze constatering laten.
Het tweede verweer dat de raadsvrouw heeft gevoerd, is dat de verklaring van getuige [getuige 2] onbetrouwbaar is en derhalve niet voor het bewijs dient te worden gebruikt. De rechtbank heeft echter geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van getuige [getuige 2] . Dat getuige [getuige 2] de enige is die verklaart dat verdachte vaak van telefoonnummer wisselde, draagt niet bij aan enige twijfel bij de rechtbank. Hetzelfde geldt voor het feit dat zijn verklaring niet is ondertekend. Dat betekent namelijk niet dat hetgeen in de getuigenverklaring staat, niet overeenkomt met hetgeen getuige [getuige 2] heeft verklaard. De rechtbank verwerpt dit verweer dan ook.
De overige verweren van de verdediging worden reeds weerlegd door de bewijsmiddelen, en behoeven om die reden geen verdere bespreking.
Conclusie ten aanzien van feit 1 en feit 2
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 25 februari 2021 tot en met 25 mei 2021 dealde in cocaïne en de in zijn woning aangetroffen drugs in zijn bezit had. Omdat de getuigen enkel verklaren dat zij cocaïne hebben gekocht van verdachte, wordt verdachte vrijgesproken van het dealen in amfetamine en heroïne.