Uitspraak
1.De procedure
- een e-mail van verzoeker van 23 juli 2022 met daarin het wrakingsverzoek gericht tegen mr. G.L.M. Urbanus;
- de schriftelijke reactie van mr. Urbanus van 27 juli 2022;
- een e-mail van mevrouw [A] van 2 augustus 2022.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 19 augustus 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een wrakingsverzoek van een verzoeker behandeld. Het verzoek was gericht tegen mr. G.L.M. Urbanus, de behandelend rechter in een familierechtzaak waarin Samen Veilig Midden-Nederland (Save) had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling van de kinderen van verzoeker. Verzoeker was van mening dat de rechter partijdig was, omdat zij eerder zaken had behandeld waarbij zijn kinderen betrokken waren. Hij vorderde dat de zaak naar een andere rechtbank zou worden verwezen, maar de rechter weigerde dit en stelde dat zij onpartijdig was.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De kamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter. Het feit dat verzoeker het niet eens was met eerdere beslissingen van de rechter was onvoldoende om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. Bovendien werd verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van andere rechters die eerder betrokken waren bij zaken van zijn kinderen, omdat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen de behandelend rechter in de lopende zaak.
De beslissing van de wrakingskamer was dat het verzoek tot wraking van mr. G.L.M. Urbanus ongegrond werd verklaard en dat verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in het deel van het verzoek dat betrekking had op andere rechters. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet zoals deze was voor het wrakingsverzoek.