ECLI:NL:RBMNE:2022:3300
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende omgevingsvergunning voor blaashal
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die bezwaar had gemaakt tegen een omgevingsvergunning verleend aan de derde belanghebbende, heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De vergunninghouder had een omgevingsvergunning gekregen voor het tijdelijk plaatsen van een blaashal ten behoeve van tennisbanen op een perceel in Amersfoort. De voorzieningenrechter heeft de zaak buiten zitting behandeld, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond door verzoekster.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de vergunninghouder had toegezegd te wachten met de plaatsing van de blaashal totdat er een beslissing op het bezwaar van verzoekster was genomen. Dit betekende dat er geen voorbereidende werkzaamheden zouden plaatsvinden tijdens de bezwaarprocedure. Verzoekster had in haar verzoek aangegeven dat er wel degelijk een spoedeisend belang was, omdat voorbereidende werkzaamheden schadelijk zouden kunnen zijn voor de bomen in het bosgebied.
Echter, de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen evident onrechtmatig besluit was en dat het verzoek om een voorlopige voorziening daarom moest worden afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om, ondanks het ontbreken van spoedeisend belang, een voorlopige voorziening te treffen. De uitspraak is gedaan door mr. E.M. van der Linde, in aanwezigheid van griffier mr. M.S.D. de Weerd, en is openbaar uitgesproken op 4 augustus 2022.