ECLI:NL:RBMNE:2022:330
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen WOZ-aanslag
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 13 januari 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen het besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Noordoostpolder. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-aanslag van 13 februari 2021, maar de heffingsambtenaar verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de aanslag was gericht aan een rechtspersoon, [naam B.V.], en niet aan eiser zelf. Eiser stelde dat hij wel belanghebbende was, omdat hij optreedt namens [naam B.V.], waarvan hij de (indirect) enig bestuurder en aandeelhouder is.
De rechtbank overwoog dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen degene aan wie de aanslag is gericht, in dit geval [naam B.V.], als belanghebbende kan worden aangemerkt. Eiser had als natuurlijk persoon bezwaar gemaakt, wat niet in overeenstemming was met de vereisten voor belanghebbendheid. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard.
De rechtbank concludeerde dat het beroep kennelijk ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens waren met de uitspraak.