ECLI:NL:RBMNE:2022:3267
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Ongegrond wrakingsverzoek tegen voorzitter wrakingskamer in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 augustus 2022 een verzoek tot wraking van de voorzitter van de wrakingskamer, mr. G.L.M. Urbanus, ongegrond verklaard. Het verzoeker, die betrokken was bij een bestuursrechtelijke procedure, had eerder op 31 mei 2022 een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelend rechter, mr. R.C. Stijnen, in de hoofdzaak. Dit verzoek werd later buiten behandeling gesteld. Verzoeker heeft vervolgens meerdere wrakingsverzoeken ingediend, waaronder een verzoek gericht tegen de voorzitter van de wrakingskamer. De wrakingskamer oordeelde dat er geen sprake was van vooringenomenheid of partijdigheid van de zijde van de rechters. De wrakingskamer benadrukte dat het wrakingsmiddel niet bedoeld is om procesbeslissingen aan te vechten en dat de procedure voortgezet moet worden zonder verdere wrakingsverzoeken van verzoeker. De beslissing om het wrakingsverzoek ongegrond te verklaren werd genomen op basis van de feiten en omstandigheden die niet wezenlijk de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trokken. Tevens werd een wrakingsverbod opgelegd aan verzoeker, om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen.