ECLI:NL:RBMNE:2022:3261
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en de kennisgeving van betaald parkeren
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiseres was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Weesp. De naheffingsaanslag van € 66,50 was opgelegd omdat eiseres op 9 september 2021 haar auto had geparkeerd op een gefiscaliseerde parkeerplaats zonder de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit werd ongegrond verklaard door de verweerder op 11 oktober 2021.
Tijdens de zitting op 10 augustus 2022 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren. Eiseres voerde aan dat zij niet op de hoogte was van de verplichting om parkeerbelasting te betalen, omdat er geen duidelijk parkeerbord aanwezig was en er werkzaamheden plaatsvonden. Eiseres had foto’s overgelegd ter ondersteuning van haar standpunt.
De rechtbank oordeelde echter dat eiseres had kunnen weten dat zij haar auto op een gefiscaliseerde parkeerplaats had geparkeerd. De rechtbank stelde vast dat de verweerder voldoende informatie had verstrekt over de verplichting tot het betalen van parkeerbelasting. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier R.P. Stehouwer.