Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Wat is er gebeurd?
3.Wat wil Woonbron en wat vindt [gedaagde] ervan?
de loonstroken van september 2021, oktober 2021, november 2021, december 2021 en januari 2022 en de jaaropgaaf van 2021.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Stichting Woonbron [gedaagde] gedagvaard voor de kantonrechter in Utrecht. De procedure is gestart op 24 februari 2022, nadat Woonbron op 21 januari 2022 executoriaal derdenbeslag had gelegd onder [gedaagde], die als derde-beslagene fungeert. Woonbron vorderde betaling van € 6.645,96 van [gedaagde], omdat deze in gebreke was gebleven om een verklaring te verstrekken over de vorderingen en roerende zaken die door het beslag waren getroffen, zoals vereist door artikel 476a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan en heeft hem een laatste termijn gegeven om de vereiste verklaring in te dienen. De kantonrechter heeft de zaak naar de rolzitting van 20 juli 2022 verwezen en verdere beslissingen aangehouden. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van een derde-beslagene in het kader van executoriaal beslag en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.