ECLI:NL:RBMNE:2022:325

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
2 februari 2022
Zaaknummer
9418220 UC EXPL 21-6203
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke ontbinding van een overeenkomst van opdracht tot herstel en onderhoud van een gazon wegens tekortkoming in nakoming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over een overeenkomst van opdracht tot herstel en onderhoud van een gazon. [eiser] vorderde een schadevergoeding van € 5.267,62 van [gedaagde], omdat deze tekortgeschoten zou zijn in de nakoming van de overeenkomst door niet het afgesproken aantal werkbezoeken af te leggen. [gedaagde] voerde verweer en stelde dat hij wel degelijk aan zijn verplichtingen had voldaan en dat [eiser] zelf verantwoordelijk was voor de slechte staat van het gazon door het niet opvolgen van de gegeven adviezen.

De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] een inspanningsverbintenis had en dat de slechte staat van het gazon niet automatisch duidde op een tekortkoming. De rechter concludeerde dat [gedaagde] voldoende inspanningen had verricht en dat het vijfde werkbezoek niet was afgelegd, wat wel had gemoeten. Hierdoor was [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechter oordeelde dat [eiser] de overeenkomst gedeeltelijk kon ontbinden, maar dat de vordering tot terugbetaling van het betaalde bedrag van € 2.432,10 werd afgewezen, omdat de tekortkoming niet van zodanige aard was dat volledige ontbinding gerechtvaardigd was.

In reconventie vorderde [gedaagde] betaling van € 1.530,65 voor nog onbetaalde werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] niet verplicht was dit bedrag te betalen, maar dat hij wel € 302,50 moest betalen voor het vierde werkbezoek. De proceskosten werden aan de kant van [gedaagde] begroot op nihil, omdat hij in persoon procedeerde. De vordering van [eiser] werd afgewezen, en de vordering van [gedaagde] tot betaling van het bedrag voor het vierde werkbezoek werd toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9418220 UC EXPL 21-6203 CMR/51145
Vonnis van 2 februari 2022
inzake
[eiser],
wonend in [woonplaats 1] ,
verder ook te noemen: [eiser] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
procederend in persoon,
tegen:
[gedaagde],
wonend in [woonplaats 2] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 augustus 2021 met producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties;
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie met producties;
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
Op 21 augustus 2020 om 15:25 uur heeft [gedaagde] een offerte aan [eiser] verstuurd. Hierin staat, voor zover van belang, het volgende:

Hierbij sturen wij u een vrijblijvende offerte voor de werkzaamheden voor herstel en onderhoud en het verkrijgen van een mooi donkergroen gazon zonder mos- en onkruid voor 2021.
(…)
Met de volgende werkzaamheden kunnen wij het geheel herstellen en in topconditie brengen en in topconditie houden.
Omschrijving van de werkzaamheden die wij uitvoeren bij het 1e werkbezoek in maart:
  • het gazon fysiek behandelen (met onze eigen machines) volgens onze effectieve werkwijze en voorzien van de nodige vitamines voor snel herstel (hoe hoger de buitentemperatuur hoe sneller herstel)
  • alle verder voorkomende werkzaamheden, die wij nodig achten om het beste resultaat te behalen
  • sproei schema opstellen
  • onkruid bestrijden
Omschrijving van de werkzaamheden die wij uitvoeren ± 2 à 3 weken na het 1e werkbezoek:
  • waar nodig bestrijding van mos en onkruid in uw gras
  • gras waar nodig bij zaaien
  • maaimachine afstellen op juiste hoogte
  • alle verder voorkomende werkzaamheden die wij nodig achten om het beste resultaat te behalen
Omschrijving van de werkzaamheden die wij uitvoeren in april/mei:
  • waar nodig bestrijding van mos en onkruid in uw gras
  • gras voorzien van vitamines om het mooi donkergroen te houden
  • alle verder voorkomende werkzaamheden, die wij nodig achten om het beste resultaat te behalen
Omschrijving van de werkzaamheden die wij uitvoeren in juni/juli:
  • waar nodig onkruid bestrijden
  • gras voorzien van de nodige vitamines om het mooi donkergroen te houden
  • alle verder voorkomende werkzaamheden, die wij nodig achten om het beste resultaat te behalen
Omschrijving van de werkzaamheden die wij uitvoeren in augustus:
  • gras voorzien van de nodige vitamines om het gazon mooi donkergroen te houden
  • waar nodig bestrijding van mos en onkruid in uw gras
  • alle verder voorkomende werkzaamheden, die wij nodig achter om het beste resultaat te behalen
Belangrijk!! U dient te beschikken over een goed werkende sproei installatie en een grasmachine met opvangbak, die beschikt over scherpe messen.
(…) Uw gazon is constant in beweging en moet regelmatig bijgestuurd worden, daarom dit schema om u gedurende het seizoen 5 keer te bezoeken. Als u zich houdt aan het door ons opgegeven maai- en sproeischema,garanderen wij u een perfecte donkergroene grasmat.
(…)
Mocht het nodig zijn om tussendoor een extra (6e) bezoek te moeten afleggen om het benodigde resultaat te behalen dan kost dit niets extra (service). (…)
2.2.
Op diezelfde dag om 21:08 stuurt [eiser] een e-mail aan [gedaagde] dat hij akkoord gaat met de offerte.
2.3.
[gedaagde] heeft op 8 maart 2021, 8 april 2021 en 18 mei 2021 drie werkbezoeken afgelegd. Na elk bezoek heeft [gedaagde] sproeiadviezen opgesteld en naar [eiser] gestuurd.
2.4.
Op 6 juni 2021 stuurt [gedaagde] aan [eiser] een e-mail met daarin het volgende:

(…) Dank voor uw bericht en foto.
Ik zit morgen (maandag) in Limburg, op de terugreis kom ik bij u langs (extra werkbezoek kosteloos). Ik schat tussen 16:00 en 18:00 uur om de gele straatgras plekken nogmaals bij te zaaien. (…)
2.5.
Op 7 juni 2021 komt [gedaagde] langs bij [eiser] . Ook na dit bezoek heeft [gedaagde] een sproeiadvies opgesteld en naar [eiser] gestuurd.
2.6.
Het volgende werkbezoek van [gedaagde] vindt plaats op 30 juni 2021. Hierna is [gedaagde] niet meer bij [eiser] langs geweest.
2.7.
Op 4 augustus 2021 stuurt [eiser] aan [gedaagde] een brief, waarin hij [gedaagde] een termijn van 8 dagen geeft om zijn contractuele verplichtingen na te komen. Hier heeft [gedaagde] geen reactie op gegeven.
2.8.
Op 19 augustus 2021 stuurt [eiser] nog een brief naar [gedaagde] , waarin hij de overeenkomst met [gedaagde] buitengerechtelijk ontbindt.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiser] vordert, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 5.267,62, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 25 augustus 2021 tot en met de dag van betaling en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering het volgende ten grondslag. Tussen partijen is een overeenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan [gedaagde] het gazon van [eiser] zou herstellen en onderhouden. [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van deze overeenkomst. Het gazon van [eiser] bevindt zich namelijk in slechte staat. Het zit vol met onkruid en het heeft diverse gele plekken. Ook heeft [gedaagde] geen vijfde werkbezoek afgelegd, wat op grond van de overeenkomst wel had moeten plaatsvinden. Het bezoek op 7 juni 2021 was namelijk een extra, kosteloos bezoek. [eiser] heeft de overeenkomst daarom op 19 augustus 2021 ontbonden en vordert nu terugbetaling van het door hem aan [gedaagde] betaalde bedrag van € 2.432,10 en schadevergoeding van € 2.835,52 vanwege het onnodig aanschaffen van een beregeningsinstallatie en een gazonmaaier.
3.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen. Hij baseert zijn verweer op het volgende. [gedaagde] is grasspecialist en heeft een programma ontwikkeld, wat inhoudt dat hij de klant in het grasseizoen van 1 maart tot 1 augustus vijf keer bezoekt om dat programma uit te voeren. De klant moet zelf het maai- en sproeischema dat door [gedaagde] wordt opgesteld uitvoeren. [eiser] heeft de sproeiadviezen die [gedaagde] hem heeft gegeven niet goed opgevolgd. Ook heeft [gedaagde] op 30 juni 2021 het vijfde werkbezoek afgelegd. Hij is dus niet tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] .
in reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert veroordeling van [eiser] om aan hem te betalen een bedrag van € 1.530,65 vermeerderd met alle kosten en met veroordeling van [eiser] in de proceskosten en de nakosten.
3.5.
Aan zijn vordering legt [gedaagde] het volgende ten grondslag. De tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst is gebaseerd op een offerte van € 3.962,75. [eiser] heeft in totaal € 2.432,10 betaald, maar is nog een bedrag van € 1.530,65 verschuldigd. [gedaagde] heeft immers vijf werkbezoeken afgelegd.
3.6.
[eiser] heeft verweer gevoerd. Volgens [eiser] was het bedrag van de offerte gebaseerd op een aanname van een gazongrootte van 700 m2. Na opmeting door [gedaagde] bleek het gazon minder groot en heeft [gedaagde] het offertebedrag verminderd naar € 2.510,00 exclusief BTW. Dit bedrag staat ook vermeld op alle facturen die naar [eiser] zijn verstuurd. Bovendien heeft [gedaagde] geen vijfde werkbezoek afgelegd, dus zou alleen de factuur van het vierde werkbezoek van € 302,50 nog betaald moeten worden. [eiser] hoeft dit overigens niet meer te betalen, omdat de overeenkomst is ontbonden.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

Is [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst?
4.1.
[eiser] stelt dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, ten eerste omdat het gazon van [eiser] zich in een slechte staat bevindt. [gedaagde] voert aan dat hij alleen een groen gazon kan garanderen als de klant, in dit geval [eiser] , zich houdt aan de door hem gegeven sproeiadviezen. Bij de werkwijze van [gedaagde] is het resultaat van het gazon namelijk voor een groot deel afhankelijk van de klant zelf. Dit blijkt ook uit de offerte waar [eiser] mee akkoord is gegaan. Hierin staat namelijk dat [gedaagde] een perfecte donkergroene grasmat garandeert als de klant zich houdt aan het door hem opgegeven maai- en sproeischema (zie overweging 2.1). Omdat het resultaat van de werkzaamheden van [gedaagde] ook afhankelijk is van [eiser] , stelt de kantonrechter vast dat op [gedaagde] een inspanningsverbintenis rustte.
4.2.
Omdat op [gedaagde] een inspanningsverbintenis rustte, duidt het feit dat het gazon in slechte staat is niet onmiddellijk op een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Beoordeeld moet worden of [gedaagde] voldoende inspanningen heeft verricht om tot het beoogde resultaat te komen, in dit geval een groen gazon. Wanneer immers blijkt dat [gedaagde] zich onvoldoende heeft ingespannen om dit resultaat te bereiken, is sprake van een tekortkoming in de nakoming.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] zich voldoende heeft ingespannen om het gazon van [eiser] te herstellen. Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] vijf keer bij [eiser] is langs geweest en dat [gedaagde] tijdens deze bezoeken werkzaamheden heeft uitgevoerd conform de opdracht. Daarnaast heeft [gedaagde] adviezen opgesteld met betrekking tot het sproeien en maaien van het gazon, die [eiser] via e-mail heeft ontvangen. Uit de overgelegde e-mails kan worden opgemaakt dat [gedaagde] [eiser] meerdere keren heeft gewezen op het belang van het opvolgen van de sproeiadviezen. Bovendien erkent [eiser] na drie werkbezoeken tevreden te zijn met het resultaat. [eiser] stelt nog dat de gele plekken in het gazon komen door overbemesting door [gedaagde] . Dit heeft [eiser] echter onvoldoende onderbouwd. Uit de door hem overgelegde foto kan namelijk niet worden afgeleid dat [gedaagde] de gele plekken die op de foto te zien zijn heeft veroorzaakt. Dit is daarom niet komen vast te staan.
4.4.
Geconcludeerd wordt daarom dat de (slechte) staat van het gazon niet is te wijten aan een gebrek aan inspanningen aan de kant van [gedaagde] .
4.5.
[eiser] stelt verder dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door geen vijfde werkbezoek af te leggen, wat op grond van de overeenkomst wel had gemoeten. Tussen partijen is in geschil of het bezoek van [gedaagde] op 7 juni 2021 kan worden aangemerkt als extra bezoek. In de offerte staat dat een extra bezoek nodig kan zijn en dat dit geen extra kosten met zich meebrengt (overweging 2.1). Op 6 juni 2021 heeft [gedaagde] aan [eiser] een e-mail gestuurd, waarin hij aangeeft de volgende dag bij [eiser] langs te gaan. Uit deze e-mail blijkt dat dit een extra, kosteloos werkbezoek betreft (overweging 2.4). De kantonrechter stelt daarom vast dat het werkbezoek op 7 juni 2021 een extra werkbezoek was, dat niet valt onder de vijf werkbezoeken die [gedaagde] op grond van de overeenkomst had moeten afleggen. De vier overige bezoeken op 8 maart 2021, 8 april 2021, 18 mei 2021 en 30 juni 2021 waren dit wel. Omdat [gedaagde] na 30 juni 2021 niet meer op werkbezoek is geweest bij [eiser] , en op e-mails van [eiser] niet meer heeft gereageerd, is hij tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Hij had immers op grond van de overeenkomst nog een vijfde werkbezoek moeten afleggen.
Kon [eiser] de overeenkomst met [gedaagde] ontbinden en, zo ja, terugbetaling vorderen?
4.6.
[gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door het vijfde werkbezoek niet af te leggen. [eiser] heeft [gedaagde] op 4 augustus 2021 een ingebrekestelling verstuurd. Omdat [gedaagde] hier niet binnen de gestelde termijn van 8 dagen op heeft gereageerd en niet alsnog tot nakoming is overgegaan, is [gedaagde] in verzuim. Op grond van artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan [eiser] dan overgaan tot ontbinding van de overeenkomst, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding niet rechtvaardigt.
4.7.
De vraag die beantwoord moet worden is of de tekortkoming van [gedaagde] gehele ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. Zoals ook in overweging 4.3 tot en met 4.5 is overwogen, is de tekortkoming in de nakoming van [gedaagde] niet ontstaan doordat [gedaagde] niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen tijdens de eerste vier werkbezoeken, maar doordat [gedaagde] geen vijfde werkbezoek heeft afgelegd. Deze tekortkoming is niet van zodanige betekenis dat gehele ontbinding van de overeenkomst kan worden gerechtvaardigd. [gedaagde] heeft immers tijdens de vier werkbezoeken die hij heeft afgelegd zijn werkzaamheden conform de overeenkomst uitgevoerd.
4.8.
Omdat [gedaagde] wel heeft nagelaten het vijfde werkbezoek af te leggen is een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd, namelijk voor wat betreft dit vijfde werkbezoek. Deze gedeeltelijke ontbinding raakt de verbintenissen met betrekking tot de eerder afgelegde werkbezoeken van 8 maart 2020, 8 april 2020, 18 mei 2020 en 30 juni 2020 niet. Het door [eiser] gevorderde bedrag van € 2.432,10 heeft betrekking op de betalingen die [eiser] heeft gedaan voor de eerste drie werkbezoeken. Omdat [eiser] gezien de aard van de tekortkoming de overeenkomst slechts gedeeltelijk kon ontbinden, en de ontbinding geen effect heeft op de eerste drie werkbezoeken, zal zijn vordering tot terugbetaling worden afgewezen.
Heeft [eiser] schade geleden als gevolg van de ontbinding en, zo ja, is [gedaagde] gehouden deze schade te betalen?
4.9.
[eiser] vordert ook vergoeding van de schade die hij heeft geleden als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst. [eiser] stelt dat hij schade heeft geleden doordat hij voor het aangaan van de overeenkomst met [gedaagde] een nieuwe beregeningsinstallatie en gazonmaaier moest aanschaffen. Door de ontbinding van de overeenkomst heeft hij deze onnodig aangeschaft.
4.10.
Op grond van artikel 6:277 lid 1 BW is bij gehele of gedeeltelijke ontbinding de partij van wie de tekortkoming een grond voor ontbinding heeft opgeleverd, in dit geval [gedaagde] , verplicht haar wederpartij, [eiser] , de schade te vergoeden die hij lijdt, doordat er geen wederzijdse nakoming plaatsvindt. De schade kan worden vastgesteld door de hypothetische situatie waarin [eiser] zou hebben verkeerd bij wederzijdse nakoming, dus zonder tekortkoming door [gedaagde] , te vergelijken met de feitelijke situatie waarin [eiser] zich nu bevindt.
4.11.
[eiser] heeft voor het aangaan van de overeenkomst met [gedaagde] een nieuwe beregeningsinstallatie en gazonmaaier aangeschaft. In de offerte staat namelijk dat [eiser] hierover dient te beschikken (overweging 2.1). De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] onvoldoende heeft onderbouwd waarom de aanschaf van de beregeningsinstallatie en de gazonmaaier aan te merken is als schade ontstaan door de ontbinding. In de hypothetische situatie dat [gedaagde] wel een vijfde werkbezoek had afgelegd, en de overeenkomst dus zonder tekortkoming was nagekomen, zou [eiser] namelijk de beregeningsinstallatie en de gazonmaaier ook hebben aangeschaft. De twee apparaten zijn immers nog voordat [gedaagde] met zijn werkzaamheden is begonnen door [eiser] aangeschaft. Niet kan worden vastgesteld dat [eiser] zich nu door de ontbinding in een andere situatie bevindt waardoor hij schade heeft geleden. Bovendien valt niet in te zien, en is ook niet gesteld, waarom de apparaten voor [eiser] nu niet meer bruikbaar of nodig zouden zijn.
4.12.
Indien [eiser] de schadevergoeding op grond van artikel 6:74 lid 1 BW bedoelde te vorderen, kan ook dit niet leiden tot toewijzing van de gevorderde schadevergoeding. Voor het toekennen van schadevergoeding op grond van dit artikel is in ieder geval vereist dat er een causaal verband (oorzakelijk verband) bestaat tussen de tekortkoming in de nakoming en de door [eiser] geleden schade. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd waarom de schade, namelijk de kosten die [eiser] heeft gemaakt voor het aanschaffen van een beregeningsinstallatie en een gazonmaaier, zou zijn veroorzaakt door het niet afleggen van een vijfde werkbezoek door [gedaagde] . Het causaal verband kan daarom niet worden vastgesteld. De gevorderde schadevergoeding zal worden afgewezen.
Proceskosten
4.13.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de kant van [gedaagde] begroot op nihil omdat hij in persoon procedeert.
in reconventie
Is [eiser] gehouden een bedrag van € 1.530,65 te betalen voor de nog onbetaald gelaten werkzaamheden?
4.14.
Vast is komen te staan dat [gedaagde] geen vijfde werkbezoek heeft afgelegd en dat de overeenkomst gedeeltelijk is ontbonden. [eiser] is daarom niet gehouden het bedrag te betalen dat betrekking heeft op het vijfde werkbezoek. Wel heeft [gedaagde] op 30 juni 2021 een vierde werkbezoek afgelegd, waarvoor [eiser] nog niet heeft betaald. Deze betalingsverplichting wordt, zoals in 4.8 is overwogen, niet door de gedeeltelijke ontbinding geraakt. [eiser] moet daarom nog wel voor het vierde werkbezoek betalen.
4.15.
Partijen zijn het niet eens over de hoogte van het totale bedrag dat [eiser] verschuldigd zou zijn voor de opdracht. [gedaagde] stelt dat de opdracht is aangegaan zoals in de offerte staat, en daarin staat een bedrag van € 3.962,75 inclusief BTW. [eiser] voert terecht aan dat dit bedrag niet klopt. Uit de door [eiser] overgelegde factuur kan namelijk worden afgeleid dat het totale bedrag dat door [gedaagde] voor de opdracht in rekening zou worden gebracht € 2.510,00 exclusief BTW bedraagt. [gedaagde] heeft gezien deze gemotiveerde betwisting van [eiser] onvoldoende onderbouwd waarom het bedrag dat in de offerte staat toch het verschuldigde totaalbedrag zou zijn.
4.16.
De door [eiser] overgelegde factuur heeft betrekking op het vierde werkbezoek. Op deze factuur heeft [gedaagde] een bedrag van € 302,50 in rekening gebracht. Omdat [eiser] gehouden is het vierde werkbezoek te betalen, zal een bedrag van € 302,50 worden toegewezen.
Proceskosten
4.17.
[eiser] zal als in belangrijke mate in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de kant van [gedaagde] wederom begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de kant van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil;
in reconventie
5.3.
veroordeelt [eiser] om aan [gedaagde] te betalen € 302,50;
5.4.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de kant van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Langeler, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2022.