ECLI:NL:RBMNE:2022:3237

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
11 augustus 2022
Zaaknummer
UTR 22/2060
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzingsbeslissing inzake kinderopvangtoeslag en herbeoordeling door de Belastingdienst

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. B. Eskes, beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen. Het primaire besluit, genomen op 31 maart 2021, wees het verzoek van eiseres om herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag over de jaren 2017 tot en met 2019 af. De Belastingdienst bepaalde dat eiseres geen recht had op compensatie. Eiseres ging in bezwaar tegen dit besluit, maar het bestreden besluit van 1 april 2022 verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank Midden-Nederland heeft de zaak in behandeling genomen, maar oordeelde dat de behandeling door een andere rechtbank gewenst was. Dit oordeel was gebaseerd op het advies van de Commissie van Wijzen, dat op 19 maart 2021 was vastgesteld door mr. J. Ebbens, rechter plaatsvervanger bij de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank besloot de zaak ter behandeling door te verwijzen naar de rechtbank Gelderland, afdeling bestuursrecht, locatie Arnhem. Deze beslissing werd genomen door mr. P.J.M. Mol, rechter, en ondertekend op 4 augustus 2022. Tegen deze verwijzingsbeslissing staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/2060
beslissing op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. B. Eskes),
en

de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Procesverloop

Bij besluit van 31 maart 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiseres voor een herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag over de jaren 2017 tot en met 2019, afgewezen en bepaald dat eiseres geen recht heeft op een compensatie.
Bij besluit van 1 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld bij de rechtbank Midden-Nederland.

Overwegingen

1. In het primaire besluit is het advies van de Commissie van Wijzen van 19 maart 2021 overgenomen. Dit advies is mede vastgesteld door mr. J. Ebbens. Zij is als rechter plaatsvervanger tevens werkzaam bij de rechtbank Midden-Nederland.
2. De rechtbank is daarom van oordeel dat de behandeling van de zaak door een andere rechtbank gewenst is.
3. Op grond van paragraaf 5 van het Zaaksverdelingsreglement van de rechtbank Midden-Nederland zal de rechtbank de zaak ter behandeling naar de rechtbank Gelderland verwijzen.

Beslissing

De rechtbank verwijst de zaak naar de rechtbank Gelderland, afdeling bestuursrecht, locatie Arnhem (Walburgstraat 2-4, Postbus 9030, 6800 EM, Arnhem).
Deze beslissing is genomen door mr. P.J.M. Mol, rechter, in aanwezigheid van mr. Z.E.M. van der Maas, griffier, ondertekend op 4 augustus 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.