ECLI:NL:RBMNE:2022:3236
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Herziening en intrekking van uitwonendenbeurs op basis van woonsituatie en bewijsvoering
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) waarin haar uitwonendenbeurs is herzien en ingetrokken. Dit besluit volgde na een controle op 4 juni 2021, waaruit bleek dat eiseres niet haar hoofdverblijf had op het adres waar zij volgens de Basisregistratie Personen (Brp) stond ingeschreven. Het primaire besluit van 22 juni 2021 leidde tot wijziging van haar studiefinanciering en terugvordering van te veel ontvangen bedragen. Eiseres ging in bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard bij het bestreden besluit van 18 februari 2022. De rechtbank heeft op 9 augustus 2022 de zaak behandeld, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door gemachtigden. Na de zitting deed de rechtbank onmiddellijk uitspraak.
De rechtbank oordeelde dat de herziening van de uitwonendenbeurs terecht was, omdat niet aannemelijk was dat eiseres haar hoofdverblijf had op het Brp-adres. De rechtbank baseerde zich op het rapport van de controleurs, waarin werd vastgesteld dat er geen persoonlijke spullen van eiseres in de woning aanwezig waren. De rechtbank vond de verklaring van de schoonzus niet overtuigend genoeg om het tegendeel te bewijzen. Ook de verklaring van de broer was ontoereikend. De rechtbank concludeerde dat er geen gebreken waren in het onderzoek en dat de cautieplicht niet van toepassing was, aangezien het ging om een herstelmaatregel en niet om een boetebesluit. Eiseres kwam niet in aanmerking voor proceskostenvergoeding en werd gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.