ECLI:NL:RBMNE:2022:3232
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van urgentie voor sociale huurwoning in het bestuursrecht
In deze zaak heeft eiser, die sinds 2010 een sociale huurwoning huurt, verzocht om urgentie voor een grotere woning zodat zijn kinderen en hun moeder bij hem kunnen verblijven. De gemeente Amsterdam had hen gedwongen de noodopvang te verlaten, wat leidde tot de aanvraag voor urgentie. Het college van burgemeester en wethouders van Almere heeft deze aanvraag afgewezen, met de reden dat eiser de situatie zelf had veroorzaakt door samen te wonen met zijn kinderen en hun moeder. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 22 juni 2022 behandeld en is tot de conclusie gekomen dat eiser de situatie niet zelf heeft veroorzaakt. De rechtbank oordeelt dat externe factoren, zoals de beslissing van de gemeente Amsterdam, de noodzaak voor een grotere woning hebben gecreëerd. De rechtbank vernietigt het besluit van het college en draagt hen op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de huidige situatie van eiser en zijn kinderen in acht moet worden genomen. Tevens moet het college het griffierecht en proceskosten aan eiser vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers en is openbaar uitgesproken op 21 juli 2022.