ECLI:NL:RBMNE:2022:3229

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
9753799 \ AC EXPL 22-674
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning wegens overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woningcorporatie Het Gooi en Omstreken en [gedaagde sub 1], die huurder is van een woning. Het Gooi en Omstreken vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van [gedaagde sub 1] vanwege herhaalde overlast die door hem zou zijn veroorzaakt. De huurder, [gedaagde sub 1], erkende dat er een periode van overlast is geweest, maar stelde dat hij inmiddels hulpverlening had gekregen en dat de situatie verbeterde. De kantonrechter oordeelde echter dat de overlastmeldingen, die al sinds 2015 binnenkwamen, ernstig en langdurig waren. De kantonrechter concludeerde dat [gedaagde sub 1] tekortschiet in zijn verplichtingen als huurder, wat een grond vormt voor ontbinding van de huurovereenkomst. De kantonrechter verklaarde Het Gooi en Omstreken niet-ontvankelijk in haar vordering jegens [gedaagde sub 1], maar ontbond de huurovereenkomst en veroordeelde [gedaagde sub 2], de bewindvoerder, tot ontruiming van de woning binnen een maand na betekening van het vonnis. De proceskosten werden toegewezen aan Het Gooi en Omstreken.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 9753799 \ AC EXPL 22-674
Vonnis van 20 juli 2022
in de zaak van
STICHTING WONINGCORPORATIE HET GOOI EN OMSTREKEN,
gevestigd in Hilversum,
eiser,
hierna te noemen: Het Gooi en Omstreken,
gemachtigde mr. H.W. van Yperen,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde sub 1] ,

2.2. [gedaagde sub 2] B.V.,

in hoedanigheid van bewindvoerder in het beschermingsbewind van [gedaagde sub 1] ,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde sub 2] ,
gedaagden,
gemachtigde mr. T.E. van der Bent.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 15,
- de conclusie van antwoord,
- de akte van Het Gooi en Omstreken met producties 16 tot en met 21,
- de akte van Het Gooi en Omstreken met productie 22.
1.2.
Op 20 juni 2022 vond de mondelinge behandeling plaats. Namens Het Gooi en Omstreken was de heer [A] met gemachtigde mr. H.W. van Yperen aanwezig. [gedaagde sub 1] verscheen samen met zijn gemachtigde mr. T.E. van der Bent en de bewindvoerder.
1.3.
De kantonrechter heeft besloten dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar gaat het over?

2.1.
Het vermogen van [gedaagde sub 1] is bij beschikking van 17 januari 2019 onder bewind gesteld. [gedaagde sub 2] is benoemd tot bewindvoerder.
2.2.
[gedaagde sub 1] huurt sinds 7 september 2015 een woning van Het Gooi en Omstreken aan de [adres] in [plaats] . Het Gooi en Omstreken ontvangt klachten van buurtbewoners over [gedaagde sub 1] . [gedaagde sub 1] zou (geluids)overlast veroorzaken. Daarom vordert Het Gooi en Omstreken in deze procedure dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en dat [gedaagde sub 1] wordt veroordeeld tot ontruiming van zijn woning. [gedaagde sub 1] erkent dat het een periode onrustig is geweest, maar inmiddels gaat het volgens hem beter. [gedaagde sub 1] krijgt sinds kort hulpverlening om te werken aan de problematiek die één van de oorzaken is van de overlast. [gedaagde sub 1] wil graag de kans krijgen om zijn gedrag te verbeteren.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

Ontvankelijkheid Het Gooi en Omstreken jegens [gedaagde sub 1]
3.1.
Het Gooi en Omstreken was voorafgaand aan de procedure bekend met het feit dat het vermogen van [gedaagde sub 1] onder bewind is gesteld. Desondanks heeft zij zowel [gedaagde sub 1] als zijn bewindvoerder gedagvaard. Tijdens het bewind vertegenwoordigt de bewindvoerder bij de vervulling van zijn taak de rechthebbende in en buiten rechte (artikel 1:441 BW). Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid geldt alleen met betrekking tot handelingen die de onder bewind staande goederen betreffen. De bewindvoerder is dan de formele procespartij in een procedure waarin de rechthebbende is gedagvaard en dat geldt ook voor een procedure die strekt tot ontbinding van een huurovereenkomst die de rechthebbende voor het bewind is aangegaan en ontruiming van het gehuurde, mits de rechten die voortvloeien uit de huurovereenkomst in het onder bewind gestelde vermogen vallen. Het gehele vermogen van [gedaagde sub 1] is onder bewind gesteld; er zijn geen uitzonderingen gemaakt. De bewindvoerder is in dit geval dus de formele procespartij. Het Gooi en Omstreken is daarom niet-ontvankelijk in haar vordering jegens [gedaagde sub 1] .
Het beoordelingskader
3.2.
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde sub 1] op grond van de wet (artikel 7:213 BW) en de huurovereenkomst zich als een goed huurder moet gedragen. Dat betekent niet alleen dat hij goed moet zorgen voor de woning, maar ook dat hij zich zo gedraagt dat hij geen overlast veroorzaakt voor de mensen die in de buurt van zijn woning wonen of verblijven. Als hieraan niet wordt voldaan, is er sprake van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Dat is wanprestatie en wanprestatie kan, afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, een grond opleveren voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Een ontruiming is een zware maatregel, die diep ingrijpt in het gebruiksrecht en de daarmee verbonden huurbescherming van [gedaagde sub 1] . In deze zaak gaat het om de vraag of vaststaat dat [gedaagde sub 1] zodanige overlast veroorzaakt, dat dit de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning rechtvaardigt. De overlast moet in duur en ernst zodanig zijn, dat van Het Gooi en Omstreken niet meer kan worden verwacht dat zij de woning aan [gedaagde sub 1] blijft verhuren.
De overlast
3.3.
De overlastmeldingen komen neer op het volgende. Eind 2015 heeft Het Gooi en Omstreken de eerste meldingen over [gedaagde sub 1] ontvangen. Er werd gemeld dat [gedaagde sub 1] veel mensen (waaronder ook jongeren) in zijn woning ontving. Het huis was daardoor regelmatig vol met mensen, er werden feestjes gehouden en er werd veel alcohol gedronken. De omwonenden hadden last van de bezoekers en de harde muziek. Er waren vermoedens van onderhuur en [gedaagde sub 1] stalde goederen en verbouwingsafval voor zijn huis. De laatste overlastmelding in deze periode ontving Het Gooi en Omstreken op 29 maart 2016. Daarna is het een periode rustig geweest.
3.4.
Vanaf februari 2021 ontvangt Het Gooi en Omstreken weer overlastmeldingen over [gedaagde sub 1] . [gedaagde sub 1] veroorzaakt volgens de omwonenden geluidsoverlast die bestaat uit boren, timmeren en muziek. Ook wordt er geschreeuwd. Dit gebeurt zowel overdag als in de avond. Er zijn opnieuw met regelmaat veel mensen aanwezig in de woning en er wordt alcohol en vermoedelijk ook drugs gebruikt. Er zijn vermoedens van onderhuur of ingebruikgeving van de woning. Daarnaast had [gedaagde sub 1] op zijn parkeerplaats twee vouwwagens en een boot geparkeerd en dit leverde een gevaarlijke situatie op en [gedaagde sub 1] heeft, ondanks verzoeken daartoe, niets aan de situatie veranderd.
3.5.
Er vinden ook incidenten plaats. Tijdens een jaarwisseling is er een bank op de straat verbrand en werd er een groot vuur gestookt. Tijdens de nacht van 15 op 16 juni 2021 is er een incident in de woning geweest waarbij een vrouw gewond is geraakt. De omwonenden hebben haar horen schreeuwen en gezien dat zij bebloed was en hebben de hulpdiensten ingeschakeld. Los van dit incident komt er met regelmaat politie bij [gedaagde sub 1] .
3.6.
[gedaagde sub 1] heeft (de inhoud van) deze overlastmeldingen niet betwist, de kantonrechter betrekt deze meldingen daarom in zijn oordeel.
3.7.
Op 14 september 2021 heeft [gedaagde sub 1] een gedragsaanwijzing getekend. Ook daarna volgen meldingen over geluidsoverlast (muziek, geschreeuw, gescheld, bonzen op ramen en deuren, timmergeluiden), de vele bezoekers en openlijk alcoholgebruik. [gedaagde sub 1] stelt dat hij de bezoekers die overlast veroorzaken, nu zoveel mogelijk buiten de deur houdt. [gedaagde sub 1] kan zich niet herkennen in de recente meldingen, behalve over die tijdens de Derby in [plaats] en de melding van de buurvrouw dat [gedaagde sub 1] aan haar spullen heeft gezeten. De kantonrechter gaat er evenwel van uit dat ook na de gedragsaanwijzing (dus na 14 september 2021) door [gedaagde sub 1] overlast is veroorzaakt. Er zijn immers meerdere meldingen van deze overlast en de kantonrechter heeft geen aanwijzingen om aan die meldingen te twijfelen. [gedaagde sub 1] heeft die meldingen niet specifiek betwist en geen omstandigheden aangedragen op grond waarvan moet worden geconcludeerd dat die meldingen niet betrouwbaar zouden zijn.
Onderhuur/ingebruikgeving
3.8.
[gedaagde sub 1] heeft daarnaast betwist dat er sprake is (geweest) van onderhuur dan wel ingebruikgeving van zijn woning. Het Gooi en Omstreken heeft daarover gesteld dat [gedaagde sub 1] in 2016 heeft erkend dat een jongen tegen betaling bij hem inwoonde en dat in 2021 het vermoeden is gewekt dat een Poolse man en vrouw en een Macedonisch stel met een kind bij [gedaagde sub 1] hebben ingewoond dan wel zijn woning hebben gebruikt.
3.9.
De kantonrechter is van oordeel dat de omstandigheden die Het Gooi en Omstreken noemt, niet voldoende zijn om vast te stellen dat er sprake is van onderhuur dan wel ingebruikgeving van de woning. [gedaagde sub 1] heeft stellig betwist dat hij zijn woning ooit tegen betaling aan een ander in gebruik heeft gegeven en ook dat mensen bij hem hebben gewoond. [gedaagde sub 1] heeft erkend dat hij om mensen te helpen wel eens mensen heeft opgevangen (een Pools stel), maar dat kan op zichzelf niet tot de conclusie leiden dat [gedaagde sub 1] in strijd met de overeenkomst de woning heeft onderverhuurd of in gebruik heeft gegeven. Voor die conclusie is meer vereist en hat had op de weg van Het Gooi en Omstreken gelegen om haar vordering op dit punt nader te onderbouwen. Dat heeft zij niet gedaan.
De tekortkoming rechtvaardigt ontbinding
3.10.
De kantonrechter is op basis van het voorgaande wel van oordeel dat het gedrag van [gedaagde sub 1] en zijn bezoekers (voor wie [gedaagde sub 1] ook verantwoordelijk is) ernstige overlast veroorzaakt en dat [gedaagde sub 1] hiermee tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst.
3.11.
[gedaagde sub 1] stelt dat de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard dan wel geringe betekenis, de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [gedaagde sub 1] heeft daarbij de wens geuit voor een laatste kans om te laten zien dat hij zijn gedrag heeft verbeterd. [gedaagde sub 1] krijgt sinds ongeveer anderhalve maand hulp van een maatschappelijk werkster. Zij heeft tijdens de zitting toegelicht dat zij [gedaagde sub 1] heeft aangemeld bij [instelling] vanwege zijn alcoholverslaving. Ook heeft zij – kort – uitgelegd met welke problematiek [gedaagde sub 1] vermoedelijk te kampen heeft. De behandeling bij [instelling] zal daarom het begin zijn van een traject aan hulpverlening. [gedaagde sub 1] heeft in ieder geval op korte termijn niet de mogelijkheid om elders te gaan wonen, zodat een ontruiming van de woning ertoe leidt dat hij dak- en thuisloos raakt.
3.12.
Het Gooi en Omstreken heeft daartegenover gesteld dat de overlast al geruime tijd duurt en – zo begrijpt de kantonrechter – dat [gedaagde sub 1] al in de gelegenheid is gesteld om zijn gedrag te verbeteren. De wijkagent en de woonconsulent zijn steeds betrokken geweest bij [gedaagde sub 1] en hebben gesprekken met hem gevoerd. [gedaagde sub 1] is ongeveer anderhalf jaar geleden aangemeld voor een persoonsgebonden aanpak en hij heeft in september 2021 een gedragsaanwijzing gekregen. Volgens Het Gooi en Omstreken heeft [gedaagde sub 1] eerder beloften gedaan die hij niet is nagekomen. Bovendien is er eerder over hulpverlening gesproken, maar heeft [gedaagde sub 1] toen telkens aangegeven dat hij geen hulp nodig heeft. Het Gooi en Omstreken heeft er geen vertrouwen in dat de situatie verbetert.
3.13.
Daar komt bij dat Het Gooi en Omstreken er ook is voor de belangen van de omwonenden. Het Gooi en Omstreken moet zorgdragen voor een veilige en prettige woonomgeving. In het complex waarin [gedaagde sub 1] woont, wonen veelal bewoners die ouder zijn dan [gedaagde sub 1] . Zij voelen zich onveilig en kunnen hun terras niet altijd gebruiken zoals zij willen, vanwege de onrust buiten.
3.14.
Niet in geschil is dat zeker iedereen die kampt met problematiek, zoals die door de maatschappelijk werkster van [gedaagde sub 1] is geschetst, belang heeft bij een veilige en vaste woonomgeving. Deze problematiek, hoe betreurenswaardig ook, weegt naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval echter niet op tegen het belang van Het Gooi en Omstreken (en daarmee het belang van de omwonenden) bij de gevorderde ontbinding en ontruiming. De kantonrechter weegt het daarbij zwaar dat de overlast al geruime tijd heeft geduurd en is dan ook van oordeel dat het tekortschieten van [gedaagde sub 1] van voldoende gewicht is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De kantonrechter zal de overeenkomst daarom ontbinden.
3.15.
[gedaagde sub 1] moet ook zijn woning verlaten. [gedaagde sub 2] wordt veroordeeld tot ontruiming van de woning. [gedaagde sub 1] heeft gevraagd om een langere ontruimingstermijn, zodat hij met de betrokken hulpverlening een nieuw onderkomen kan vinden en zijn hulpverleningstraject niet in gevaar komt. Het Gooi en Omstreken heeft gevorderd dat de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis wordt ontruimd. Gelet op de door [gedaagde sub 1] aangevoerde omstandigheden zal de kantonrechter bepalen dat [gedaagde sub 1] binnen één maand na betekening van het vonnis de woning moet ontruimen. De tekortkoming is zo ernstig dat de kantonrechter geen aanleiding ziet om voorwaarden aan de ontbinding of de ontruiming te verbinden.
3.16.
[gedaagde sub 2] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Het Gooi en Omstreken als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
131,88
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
374,00
(2 punten × € 187,00)
Totaal
633,88

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart Het Gooi en Omstreken niet-ontvankelijk in haar vordering jegens [gedaagde sub 1] ;
4.2.
ontbindt de tussen Het Gooi en Omstreken en [gedaagde sub 1] gesloten huurovereenkomst met betrekking tot de woning met parkeerplaats aan het adres [adres] ( [postcode] ) in [plaats] ;
4.3.
veroordeelt [gedaagde sub 2] om deze woning met parkeerplaats met al wie en al wat zich daarin vanwege [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] bevindt binnen één maand na de betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten en met afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van Het Gooi en Omstreken te stellen;
4.4.
veroordeelt [gedaagde sub 2] in de proceskosten, aan de zijde van Het Gooi en Omstreken tot dit vonnis vastgesteld op € 633,88, waarvan € 374,00 aan salaris gemachtigde,
4.5.
verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V. van Dam en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2022.