ECLI:NL:RBMNE:2022:3227

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
9433619 \ UC EXPL 21-6431
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallige energiekosten door Vereniging van Eigenaars

In deze zaak vordert de Vereniging van Eigenaars van een appartementencomplex betaling van achterstallige energiekosten door de gedaagde, die een woning huurt van een lid van de Vereniging. De gedaagde heeft de jaarlijkse afrekeningen over de jaren 2019, 2020 en 2021 niet betaald en ook de maandelijkse voorschotten zijn sinds januari 2020 niet meer voldaan. De Vereniging van Eigenaars heeft de gedaagde in rechte betrokken om de achterstand van € 5.325,89 te vorderen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat de jaarlijkse afrekeningen correct zijn, omdat zij meent dat de warmtemeters ook warmte meten van andere bronnen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de meters correct zijn gecontroleerd en dat de afrekeningen juist zijn. De kantonrechter heeft de vordering van de Vereniging van Eigenaars grotendeels toegewezen, met een kleine vermindering van het gevorderde bedrag vanwege een dubbele berekening in de betalingsachterstand. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van in totaal € 5.895,21, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook in de proceskosten veroordeeld. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 9433619 \ UC EXPL 21-6431
Vonnis van 20 juli 2022
in de zaak van
VERENIGING VAN EIGENAARS VAN DE WONINGEN IN HET GEBOUW [straat 1] [nummeraanduiding 1] TOT EN MET [nummeraanduiding 2] (ONEVENNUMMERS), [straat 2] [nummeraanduiding 3] TOT EN MET [nummeraanduiding 4] (ALLENUMMERS), [nummeraanduiding 5] , [nummeraanduiding 6] , [nummeraanduiding 7] , [nummeraanduiding 8] , [nummeraanduiding 9] , [nummeraanduiding 10],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eiser,
hierna te noemen: Vereniging van Eigenaars,
gemachtigde mr. S.P.J. Visser,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 3,
- de conclusie van antwoord,
- de akte vermeerdering van eis van 10 juni 2022 met producties.
1.2.
[gedaagde] heeft op 19 juni 2022 om 22.09 uur per e-mail en zonder onderbouwing laten weten dat zij vanwege ziekte niet op de mondelinge behandeling kan verschijnen. Zij heeft de kantonrechter verzocht om de mondelinge behandeling te verplaatsen. De kantonrechter heeft besloten dat de mondelinge behandeling niet wordt verplaatst.
1.3.
De gemachtigde van [gedaagde] , mr. [A] , heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling kenbaar gemaakt dat hij [gedaagde] niet (meer) vertegenwoordigt.
1.4.
Op 20 juni 2022 vond de mondelinge behandeling plaats. [gedaagde] is niet verschenen. Namens de gemachtigde van de Vereniging van Eigenaars is mr. [B] verschenen. Namens de Vereniging van Eigenaars is mevrouw [C] verschenen. Zij is als adviseur dienstverlening werkzaam bij [onderneming] en is door de Vereniging van Eigenaars voor de mondelinge behandeling gemachtigd om namens haar het woord te voeren.
1.5.
De kantonrechter heeft besloten dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar gaat het over?

2.1.
[gedaagde] huurt een woning van één van de leden van de Vereniging van Eigenaars. De Vereniging van Eigenaars int de bijdrage voor levering van energie bij de huurders en zij heeft [onderneming] ingeschakeld voor de tussenmeters en alle administratieve werkzaamheden rondom de levering van energie.
2.2.
[gedaagde] is een maandelijks voorschot verschuldigd voor de levering van energie. Er wordt vervolgens jaarlijks een afrekening gemaakt op basis waarvan [gedaagde] moet bijbetalen of geld terugontvangt.
2.3.
Er is een betalingsachterstand ontstaan. [gedaagde] heeft de jaarlijkse afrekeningen over 2019, 2020 en 2021 niet betaald. Sinds januari 2020 betaalt zij evenmin structureel het maandelijkse voorschot.
2.4.
De Vereniging van Eigenaars vordert in deze procedure – na vermeerdering van eis – betaling van de achterstand tot en met 30 juni 2022 ter hoogte van € 5.325,89. De Vereniging van Eigenaars vordert ook betaling van de wettelijke rente over de achterstand tot de voldoening, de wettelijke rente over € 3.785,29 tot de dagvaarding ter hoogte van € 90,30, de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 579,02 en de toekomstige termijnen. De Vereniging van Eigenaars wil ook dat [gedaagde] haar proceskosten betaalt.
2.5.
[gedaagde] heeft schriftelijk verweer gevoerd tegen de vorderingen van de Vereniging van Eigenaars. Dat komt er – kort gezegd – op neer dat zij de hoogte van de jaarlijkse afrekeningen betwist, omdat de warmtemeters op de kachel ook warmte meten als andere warmtebronnen warmte afgeven. Dat betekent volgens [gedaagde] dat er warmte in rekening wordt gebracht die zij niet heeft afgenomen.
2.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter zal de vorderingen van de Vereniging van Eigenaars toewijzen. Daarbij is het volgende relevant.
3.2.
[gedaagde] betwist het deel van de vordering dat betrekking heeft op de jaarlijkse afrekeningen en heeft voorgesteld de meters te laten onderzoeken. De meters zijn echter op 20 mei 2021 door [onderneming] intern gecontroleerd en er zijn geen bijzonderheden geconstateerd. De kantonrechter gaat daarom niet in op het aanbod c.q. verzoek van [gedaagde] om de meters te laten onderzoeken. Volgens de uitslag van de meting hebben de meters de juiste telsnelheid en zijn beide voelers in gebruik. De meters zijn goed geprogrammeerd en geven geen foutcodes door. De uitgelezen meterstanden zijn gecontroleerd en komen overeen. [onderneming] heeft deze uitslag op 21 mei 2021 met [gedaagde] gedeeld. [gedaagde] heeft deze uitslag onweersproken gelaten en geen andere (meet)gegevens in het geding gebracht.
3.3.
De kantonrechter gaat daarom uit van de bevindingen van [onderneming] en concludeert dat de eindafrekeningen juist zijn. Het verweer van [gedaagde] slaagt niet. [gedaagde] moet de eindafrekeningen dus betalen, net als de achterstallige voorschotbedragen.
3.4.
In het overzicht van de betalingsachterstand van 10 juni 2022 heeft de Vereniging van Eigenaars zonder toelichting de maand augustus 2021 dubbel gerekend (2 x € 100,-). De kantonrechter zal daarom een bedrag van € 100,- in mindering brengen op de door de Vereniging van Eigenaars gestelde betalingsachterstand. [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 5.225,89 (€ 5.325,89 - € 100).
3.5.
Omdat [gedaagde] niet op tijd heeft betaald, is zij de wettelijke rente verschuldigd. De wettelijke rente over de achterstand tot de dagvaarding is € 90,30 en dat bedrag zal worden toegewezen. Daarnaast zal de wettelijke rente over de achterstand na eisvermeerdering (€ 5.225,89) worden toegewezen met ingang van de datum van de eisvermeerdering (10 juni 2022) tot de volledige voldoening.
3.6.
De Vereniging van Eigenaars heeft ook gevorderd dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van de toekomstige betalingstermijnen zolang [gedaagde] huurder is. Dat deel van de vordering wijst de kantonrechter af, omdat die betalingsverplichting al uit de tussen partijen bestaande overeenkomst volgt. De Vereniging van Eigenaars heeft geen bijzondere omstandigheden gesteld die rechtvaardigen dat de kantonrechter [gedaagde] nu al veroordeelt tot betaling van de toekomstige termijnen zolang de huurovereenkomst geldt.
3.7.
De Vereniging van Eigenaars vordert ook een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten over het bedrag van € 3.535,29, zijnde de achterstand tot en met 31 december 2020. De Vereniging van Eigenaars heeft aan [gedaagde] op 9 juni 2021 een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De hoogte van de vordering is getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt het bedrag van € 579,02 aan buitengerechtelijke incassokosten toegewezen.
3.8.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom (betalingsachterstand)
- wettelijke rente over € 3.785,29 tot de dagvaarding

5.225,89
90,30
- buitengerechtelijke incassokosten
579,02
+
totaal
5.895,21
3.9.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van de Vereniging van Eigenaars als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
129,48
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
622,00
(2 punten × € 311,00)
Totaal
1.265,48

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan de Vereniging van Eigenaars te betalen een bedrag van € 5.895,21, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 5.225,89, met ingang van 10 juni 2022, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van de Vereniging van Eigenaars tot dit vonnis vastgesteld op € 1.265,48,
4.3.
verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V. van Dam en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2022.