Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,2. [gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de akte van [gedaagde sub 1] c.s. met producties 1 tot en met 6,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft [eiser] B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde sub 1] c.s. met betrekking tot schadevergoeding voor de kosten van een zelfstandige nutsaansluiting. [eiser] heeft in 2009 een perceel grond met bedrijfspanden gekocht van [gedaagde sub 1] c.s., maar de levering vond plaats zonder zelfstandige aansluiting voor nutsvoorzieningen. [eiser] stelt dat [gedaagde sub 1] c.s. tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst door niet te zorgen voor een zelfstandige nutsaansluiting, en vordert een schadevergoeding van € 22.606,41 plus buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft op 13 juli 2022 uitspraak gedaan. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [eiser] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de vordering niet rechtsgeldig was op het moment van indienen. De akte van cessie, waar [eiser] zich op beroept, dateert van na de indiening van de vordering. De kantonrechter heeft ook inhoudelijke overwegingen gemaakt, waarbij werd vastgesteld dat er geen schriftelijke koopovereenkomst was die het gezamenlijk gebruik van de nutsvoorzieningen regelde. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde sub 1] c.s. niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat er geen onrechtmatig handelen of ongerechtvaardigde verrijking heeft plaatsgevonden.
De vordering van [eiser] wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 996,-. De uitspraak is gedaan door mr. D.A. van Steenbeek en is openbaar gemaakt op 13 juli 2022.