Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
Grootboekrek. [.] – Debiteuren
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 238,42 (2 exploten)
622,00(2 punten x tarief € 311,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de Vereniging van Eigenaren (VvE) betaling van achterstallige maandelijkse VvE-bijdragen van gedaagden, die eigenaar zijn van een appartementsrecht. De VvE heeft de maandelijkse bijdrage vastgesteld op € 265,14, maar gedaagden hebben een betalingsachterstand laten ontstaan. De VvE heeft gedaagden herhaaldelijk tot betaling gemaand en uiteindelijk een dagvaarding uitgebracht. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 juli 2022 was de gemachtigde van de VvE aanwezig, terwijl gedaagde sub 1 niet aanwezig was en gedaagde sub 2 telefonisch deelnam om gezondheidsredenen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden, als eigenaren van het appartementsrecht, van rechtswege lid zijn van de VvE en daarmee verplicht zijn om de VvE-bijdrage te betalen. Gedaagden hebben de vordering betwist en aangevoerd dat zij een deel van de achterstand al hadden betaald. De VvE heeft echter bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat de achterstand nog steeds bestaat. De kantonrechter heeft de vordering van de VvE grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele betwiste posten die niet voldoende waren onderbouwd.
De kantonrechter heeft gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 6.724,05 aan de VvE, vermeerderd met wettelijke rente, en € 594,06 aan buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast zijn gedaagden veroordeeld in de proceskosten. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard.