Op 21 juli 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. De zaak betreft een beroep dat de eiser heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de verweerder van 17 februari 2022. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het griffierecht niet op tijd is betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 50,-. De rechtbank heeft op 24 april 2022 een aangetekende brief gestuurd naar de eiser, waarin werd aangegeven dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en de eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is in overeenstemming met artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 21 juli 2022. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.