In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser, ingediend op 25 december 2021, niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft eiser op 2 mei 2022 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd verzocht om binnen vier weken aan te geven waarom hij het niet eens was met het besluit. Eiser heeft echter niet tijdig gereageerd op deze brief, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarnaast heeft eiser ook geen kopie van de beslissing op bezwaar ingediend, ondanks dat de rechtbank hierom had gevraagd. Hierdoor kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft besloten dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op 15 juli 2022.