ECLI:NL:RBMNE:2022:3146
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake NOW1-regeling door gebrek aan machtiging van VOF-partners
In deze zaak heeft eiseres, een vennootschap onder firma (VOF), op 23 juli 2021 een aanvraag ingediend voor de definitieve berekening van de tegemoetkoming op grond van de NOW1-regeling. Deze aanvraag betreft de eerste aanvraagperiode van maart tot en met mei 2020. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 19 augustus 2021 besloten dat eiseres recht heeft op een definitieve tegemoetkoming van € 4.091,-, maar aangezien eiseres al een voorschot van € 6.078,- had ontvangen, moest zij € 1.987,- terugbetalen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft het bezwaar ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 7 oktober 2021.
Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 12 mei 2022, ondanks herhaalde pogingen van de rechtbank om contact op te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op de juiste wijze was uitgenodigd. Het bleek dat de rechtbank alleen een machtiging van één van de VOF-partners had ontvangen, terwijl beide partners toestemming moesten geven voor het voeren van de beroepsprocedure, zoals vereist in hun VOF-contract.
De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken een machtiging van de andere partner te overleggen, maar dit is niet tijdig gebeurd. Hoewel de rechtbank later een machtiging ontving, was dit te laat om het gebrek te herstellen. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of beide partners akkoord waren met het instellen van het beroep. De rechtbank heeft daarom het beroep niet inhoudelijk behandeld en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.