ECLI:NL:RBMNE:2022:3118

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 augustus 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
16/081041-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging en overtreding van gedragsaanwijzing door verdachte met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 augustus 2022 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan bedreigingen van zijn (ex-)vrouw en het overtreden van een gedragsaanwijzing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 31 januari 2022 tot en met 30 maart 2022 te IJsselstein zijn ex-vrouw heeft bedreigd via e-mailberichten met dreigende teksten en afbeeldingen van een wapen. Daarnaast heeft hij op 8 april 2022 in Utrecht opzettelijk contact gezocht met haar, terwijl dit in strijd was met de opgelegde gedragsaanwijzing. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 31 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contact- en locatieverbod, die dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard. De rechtbank heeft ook een vordering tot schadevergoeding van € 1,- toegewezen aan de benadeelde partij, die als erkenning voor de psychische schade is bedoeld. De rechtbank heeft de ernst van de bedreigingen en de impact op het slachtoffer meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/081041-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 augustus 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1969] te [geboorteplaats] (Turkije),
wonende aan de [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 22 juli 2022. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. M.G. Vos, advocaat te Utrecht.
Namens de benadeelde partij [slachtoffer] is mw. [A] , medewerkster van Slachtofferhulp Nederland, verschenen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. R.E. Craenen en van wat verdachte, zijn raadsman en mw. [A] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is, kort en zakelijk weergegeven, ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 31 januari 2022 tot en met 30 maart 2022 te IJsselstein, [slachtoffer] heeft bedreigd door haar e-mailberichten inhoudende dreigende teksten en een afbeelding van een wapen te sturen
2
hij op of omstreeks 8 april 2022 te Utrecht opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven door de officier van justitie te Utrecht door contact te zoeken met [slachtoffer]
De volledige tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat beide feiten wetten en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Beide ten laste gelegde feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft deze twee feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
ten aanzien van feit 1:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 juli 2022;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] van 31 maart 2022, genummerd 2022089513-4, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 107 e.v.;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (inclusief bijlage) van [verbalisant 1] van 19 april 2022, genummerd 2022089513-77, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 142 e.v.
ten aanzien van feit 2:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 juli 2022;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] van 8 april 2022, genummerd 2022098019-4, opgemaakt, door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 128 e.v.;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] van 9 april 2022, genummerd 2022098019-3, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 114 e.v.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
in de periode van 31 januari 2022 tot en met 30 maart 2022 te IJsselstein, [slachtoffer] heeft bedreigd met
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en
- zware mishandeling,
door
- in een e-mailbericht verzonden aan [slachtoffer] de volgende (dreigende) passages op te nemen: "ik ga met pistool op jou schieten" en "voor 1000,- euro kan ik een huurmoordenaar kopen" en bij dit e-mailbericht foto's van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te voegen en
- in een e-mailbericht verzonden aan [slachtoffer] de volgende (dreigende) passages op te nemen: "ik heb twee dagen geleden iets slechts gedaan, ik heb me goed voorbereid" en "ik laat zien dat ik een echte man ben" en "ik ben voor niemand bang, ook niet voor de politie" en "ik zorg voor een familiedrama" en "je gaat geen rust meer vinden" en "ik ga je neus en oren eraf snijden" en "jou doodmaken is makkelijk" en "ik ga jou laten boeten" en "ik ga wraak nemen" en "jou overkomt hetzelfde als [B] , ik ben niet zo bang als [C] "
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2
op 8 april 2022 te Utrecht opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 8 april 2022 gegeven door de officier van justitie te Utrecht, immers heeft verdachte opzettelijk (direct en/of indirect) contact gezocht met [slachtoffer] en/of [D] en/of [E] , terwijl dit in de gedragsaanwijzing was verboden;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 120 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 31 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met als (bijzondere) voorwaarden (zoals geadviseerd door de reclassering):
 Meldplicht bij reclassering
 Ambulante behandeling
 Contactverbod
 Locatieverbod (met elektronische monitoring)
 Meewerken aan middelencontrole.
De officier van justitie heeft ten aanzien van het contactverbod opgemerkt dat dit niet dient te gelden voor contact met de kinderen van verdachte, indien dit contact door de kinderen wordt geïnitieerd. Ten aanzien van het locatieverbod heeft hij opgemerkt dat dit beperkt dient te worden tot een straal van 2 kilometer rond de betreffende locaties.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de eis van de officier van justitie, ook ten aanzien van de nuanceringen betreffende het contact- en locatieverbod.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd
Verdachte heeft doelbewust over een periode van meerdere maanden het slachtoffer bedreigd. Naar eigen zeggen deed hij dit om haar angst aan te jagen omdat hij boos was over het verloop van de scheiding en omdat het slachtoffer hem onvoldoende ruimte had gegeven om over zijn overleden broer te rouwen.
Op meerdere momenten binnen die periode heeft verdachte bedreigingen via e-mail naar het slachtoffer gestuurd. Daarbij gaat het telkens om forse bedreigingen. Het slachtoffer wordt meermalen met neerschieten bedreigd, er wordt gesproken over het inhuren van een huurmoordenaar, het veroorzaken van een ‘familiedrama’ en er wordt verwezen naar de zaak [B] . Tot slot heeft verdachte om zijn bedreigingen kracht bij te zitten een airsoftwapen aangeschaft en foto’s hiervan bij één van zijn e-mailberichten gevoegd.
Vervolgens heeft de politie verdachte aangehouden en gehoord over dit feit. De officier van justitie heeft toen, door middel van een gedragsaanwijzing, (onder andere) een contactverbod met het slachtoffer aan verdachte opgelegd. Zelfs dit heeft verdachte er niet van weerhouden om wederom dreigend gedrag richting het slachtoffer te vertonen. Verdachte is immers in de middag in vrijheid gesteld en is diezelfde avond naar de woning van het slachtoffer gegaan en heeft daar met een houten balk/staaf tegen de deur(bel) geslagen. Dat moet voor het slachtoffer enorm beangstigend geweest zijn. Daarnaast heeft hij daarmee aangegeven geen respect te hebben voor het verbod dat hem door de officier van justitie is opgelegd.
Deze feiten hebben, zoals ook verwoord in de schriftelijke slachtofferverklaring en ter zitting voorgelezen, een grote impact gehad op het slachtoffer.
8.3.2
De persoonlijke omstandigheden van verdachteDe rechtbank heeft kennis genomen van de beide reclasseringsrapporten, van 8 juni 2022 en van 14 juli 2022. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op wat er door verdachte en door zijn raadsman naar voren is gebracht. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven zich te zullen houden aan alle bijzondere voorwaarden die zijn geadviseerd, met enige aanpassingen voor wat betreft het contact- en locatieverbod. Tot slot heeft de rechtbank gezien dat het uittreksel justitiële documentatie (het ‘strafblad’) van verdachte buiten deze zaak blanco is en dat verdachte voor de deze zaak al 89 dagen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
8.3.3
De op te leggen straf
Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank acht gelet op het hierboven overwogene een gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie gevorderd, een passende straf. Het onvoorwaardelijke deel van de straf, welk deel verdachte al heeft uitgezeten, is een passende reactie op de vele, forse bedreigingen.
Daarnaast ziet de rechtbank ook gevaar voor herhaling. Hierbij betrekt de rechtbank de proceshouding van verdachte. Tijdens de behandeling ter terechtzitting heeft verdachte de feiten bekend. Desondanks kan de rechtbank zich niet aan de indruk onttrekken dat verdachte niet het achterste van zijn tong laat zien. Ook heeft verdachte pas na een aantal malen doorvragen, en niet bijzonder overtuigend, aangegeven dat hij vindt dat hij te ver is gegaan. Dat maakt dat de rechtbank een contact- en locatieverbod nodig acht, zowel ter bescherming van het slachtoffer als ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. De rechtbank zal daarbij wel de straal van de locatieverboden verkleinen, zoals door de verdediging is verzocht en de officier van justitie is gevorderd. Daarnaast zal de rechtbank bepalen, zoals door de officier is voorgesteld en waarmee door verdachte is ingestemd, dat het contactverbod met de kinderen niet zal gelden voor contact dat door de kinderen zelf met verdachte wordt gezocht. Ook de andere bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd zal de rechtbank opleggen. De rechtbank acht het daarbij met name van belang dat mogelijke problematiek, die een eventuele rol kan hebben gespeeld bij de onderhavige feiten, gediagnosticeerd en behandeld kan worden.
Gelet op het bovenstaande dient er naar oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee te moeten worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarbij acht de rechtbank met name van belang dat de bedreigingen zeer concreet en gedetailleerd waren, verdachte een (airsoft)wapen heeft gekocht om zijn bedreigingen kracht bij te zetten en (ondanks een gedragsaanwijzing) kort na zijn vrijlating met een houten staaf naar de woning van aangeefster is gegaan en daar de deurbel kapot heeft geslagen. Om die reden zal de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht daarop dadelijk uitvoerbaar zijn.
8.3.4
De op te leggen maatregel
Het slachtoffer, mw. [slachtoffer] , heeft de rechtbank verzocht om aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, inhoudende een contact- en locatieverbod.
De rechtbank heeft onder 8.3.3 reeds overwogen dat deze verboden als bijzondere voorwaarden worden opgelegd. De rechtbank overweegt echter ook dat indien verdachte het locatie- dan wel contactverbod overtreedt (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging, althans de vordering daartoe, de enige mogelijke reactie is. Daarmee bestaat het risico dat indien door zo’n overtreding de voorwaardelijke straf volledig ten uitvoer wordt gelegd, niet alleen het verbod zelf vervalt maar ook de meldplicht, de ambulante behandeling en de middelencontrole komen te vervallen. Dat acht de rechtbank zowel uit het oogpunt van bescherming van het slachtoffer als speciale preventie onwenselijk.
Gelet hierop zal de rechtbank ook de vrijheidsbeperkende maatregel aan verdachte opleggen. In de maatregel zullen zowel het contactverbod met slachtoffer en kinderen als ook de locatieverboden worden opgenomen. Daarnaast bepaalt de rechtbank de duur van de maatregel op twee jaar en zal verdachte per overtreding van de maatregel 1 week hechtenis moeten uitzitten, met een maximum van 6 maanden.
Ook hier zal de rechtbank de straal van de locatieverboden verkleinen en bepalen dat het contactverbod met de kinderen niet zal gelden voor contact dat door de kinderen zelf wordt gezocht.
De rechtbank zal bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is. Er moet naar het oordeel van de rechtbank, onder verwijzing naar hetgeen in paragraaf 8.3.3 is overwogen, ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens het slachtoffer mw. [slachtoffer] .

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen airsoftwapen gevorderd, omdat feit 1 met behulp van dit wapen is begaan.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich voor wat betreft het beslag aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbankOp basis van de bewijsmiddelen staat vast dat verdachte het wapen heeft gekocht en met behulp daarvan feit 1 heeft begaan. Voor airsoftwapens kent de Wet Wapens en Munitie (WWM) en onderliggende regeling speciale regels, deze regels behelzen (kort samengevat) uitzonderingen voor een aantal verbodsbepalingen van de WWM indien iemand lid is van een airsoftvereniging
.Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank dat het ongecontroleerde bezit van een dusdanig airsoftwapen in strijd is met de wet en derhalve zal de rechtbank het airsoftwapen onttrekken aan het verkeer.

10.BENADEELDE PARTIJ

Mw. [slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1,-. Dit bedrag bestaat uit een vergoeding voor immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de vordering. Hoewel begrijpelijk, is de mogelijkheid tot voeging in het strafproces bedoeld voor daadwerkelijke schade en niet voor symbolische schade.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit tot niet-ontvankelijkheid van de vordering, conform het standpunt van de officier van justitie.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat op het verzoek tot schadevergoeding is genoteerd dat mw. [slachtoffer] € 1,- vordert, met als onderbouwing ‘psychische gevolgen’. In de schriftelijke slachtofferverklaring is verder opgenomen dat zij dit bedrag vordert als erkenning.
De rechtbank is van oordeel dat , gelet op de periode, de ernst van de bedreigingen en vervolgens direct na vrijlating het contactverbod schenden, sprake is van een geval waarin de aard en de ernst van de normschendingen met zich brengen dat de relevante nadelige gevolgen daarvan zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Op grond van de wet (artikel 6:106 BW) heeft de benadeelde in zo’n geval recht op schadevergoeding, die naar billijkheid wordt vastgesteld. In de gegeven omstandigheden acht de rechtbank het billijk om die schade, conform de wens van de benadeelde partij, vast te stellen op € 1,00.
De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen tot een bedrag van € 1,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 april 2022 tot de dag van volledige betaling.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bedrag van € 1,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 april 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 1 dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen , 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 38v, 38w, 57, 184a en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid:
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf:
-
veroordeelt verdachtetot een
gevangenisstrafvan
120 (honderdwintig) dagen;
- beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden;
- beveelt dat een gedeelte van
31 dagenvan deze gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast, op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij
een proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
-
als voorwaarden gelden dat verdachte:
 zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
 medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
-
stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachtegedurende de proeftijd:
 zich zal houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft - voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde-, met name aan de nadere aanwijzingen en afspraken die verband houden met de overige bijzondere voorwaarde(n). Daartoe moet betrokkene zich melden bij de reclassering. Hierna moet hij zich binnen de proeftijd blijven melden zo lang en zo frequent als deze instelling dit nodig acht;
 zal meewerken aan een intake bij Transfore GGZ te Arnhem of een soortgelijke instantie te bepalen door de reclassering voor het uitvoeren van diagnostisch onderzoek. Indien er sprake blijkt te zijn alcoholproblematiek dan werkt betrokkene mee aan een intake bij Tactus verslavingszorg. Betrokkene laat zich behandelen aan de behandeldoelen die voortkomen uit de diagnostiek. Het innemen van medicijnen en de controle op middelengebruik kan onderdeel zijn van de ambulante behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
 zich zal houden aan een
contactverbod, inhoudende dat hij op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal zoeken en/of opnemen met [slachtoffer] , [E] en [D] , behoudens communicatie via advocaten of via de betrokken hulpverleningsinstanties, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Voor contact met [E] en [D] geldt dit verbod niet voor zover het gaat om contact dat door [E] dan wel [D] zelf wordt geïnitieerd.
 zal meewerken aan controle op het gebruik van alcohol, waaronder urinecontrole, om het alcoholgebruik te beheersen, zo vaak als de reclassering dit noodzakelijk acht;
 zich zal houden aan een
locatieverbod, inhoudende dat verdachte zich niet zal bevinden binnen een straal van 2 kilometer gerekend vanaf het adres [adres] te [woonplaats] , binnen een straal van 2 kilometer rondom Leerdam en binnen een straal van 2 kilometer rondom Utrecht. Verdachte zal zich onder elektronisch toezicht stellen ter nakoming van dit gebiedsverbod.
Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische controle nodig is dat verdachte in Nederland blijft.
De politie ziet samen met de reclassering toe op handhaving van dit locatieverbod.
De reclassering kan verdachte toestemming geven voor bezoek aan locaties binnen deze gebieden, en zal hierbij de route bepalen waarlangs deze locatie mag worden bereikt en bepalen hoe lang dit bezoek mag duren. Wanneer verdachte zich hierbij aan de toestemming en aanwijzingen van de reclassering houdt is hij niet in overtreding van dit locatieverbod;
  • geeft de reclassering opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn.
Oplegging vrijheidsbeperkende maatregelen
- legt aan verdachte
op een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 2 (twee) jaar, te weten
A.een
locatieverbod, inhoudende dat verdachte zich niet zal bevinden binnen een straal van 2 kilometer gerekend vanaf het adres [adres] te [woonplaats] , binnen een straal van 2 kilometer rondom Leerdam en binnen een straal van 2 kilometer rondom Utrecht. Verdachte zal zich onder elektronisch toezicht stellen ter nakoming van dit gebiedsverbod.
Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische controle nodig is dat verdachte in Nederland blijft.
De politie ziet samen met de reclassering toe op handhaving van dit locatieverbod.
De reclassering kan verdachte toestemming geven voor bezoek aan locaties binnen deze gebieden, en zal hierbij de route bepalen waarlangs deze locatie mag worden bereikt en bepalen hoe lang dit bezoek mag duren. Wanneer verdachte zich hierbij aan de toestemming en aanwijzingen van de reclassering houdt is hij niet in overtreding van dit locatieverbod;
B.een
contactverbod, inhoudende dat verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer] , [E] en [D] zal zoeken en/of opnemen, behoudens communicatie via advocaten of via de betrokken hulpverleningsinstanties, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Voor contact met [E] en [D] geldt dit verbod niet voor zover het gaat om contact dat door [E] dan wel [D] zelf wordt geïnitieerd
  • beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
  • beveelt dat voor iedere keer dat niet aan deze maatregel wordt voldaan 1 (één) week vervangende hechtenis wordt opgelegd, met een maximum van zes maanden;
Beslag
- gelast de onttrekking aan het verkeer van:
o 1 STK gaspistool airsoftwapen (Omschrijving: PL0900-2022089513-2970023, Zwart, merk: Aeg Cm126)
Benadeelde partij
  • wijst de vordering toe tot een bedrag van € 1,-
  • veroordeelt verdachte tot betaling ten behoeve van [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 april 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Voorlopige hechtenis
- heft op het (reeds geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Peerboom, voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en A.J. Reitsma, rechters, in tegenwoordigheid van A. van der Zwan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 augustus 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1hij in of omstreeks de periode van 31 januari 2022 tot en met 30 maart 2022 te IJsselstein, althans in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met
- openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en/of goederen, en/of
- geweld tegen een internationaal beschermd persoon en/of diens beschermde goederen, en/of
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, en/of
- verkrachting, en/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- gijzeling, en/of
- zware mishandeling, en/of
- brandstichting,
door
- in een e-mailbericht d.d. 30 maart 2022 verzonden aan [slachtoffer] de volgende (dreigende) passages op te nemen: "ik ga met pistool op jou schieten" en/of "voor 1000,- euro kan ik een huurmoordenaar kopen" en/of bij dit e-mailbericht d.d. 30
maart 2022 een of meer foto's van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te voegen en/of
- in een e-mailbericht d.d. 31 januari 2022 verzonden aan [slachtoffer] de volgende (dreigende) passages op te nemen: "ik heb twee dagen geleden iets slechts gedaan, ik heb me goed voorbereid" en/of "ik laat zien dat ik een echte man ben" en/of "ik ben voor niemand bang, ook niet voor de politie" en/of "ik zorg voor een familiedrama" en/of "je gaat geen rust meer vinden" en/of "ik ga je neus en oren eraf snijden" en/of "jou doodmaken is makkelijk" en/of "ik ga jou laten boeten" en/of "ik ga wraak nemen" en/of "jou overkomt hetzelfde als [B] , ik ben niet zo bang als [C] "
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2hij op of omstreeks 8 april 2022 te Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 8 april 2022 gegeven door de officier van justitie te Utrecht, immers heeft verdachte opzettelijk (direct en/of indirect) contact gezocht met [slachtoffer] en/of [D] en/of [E] , terwijl dit in de aan hem uitgereikte gedragsaanwijzing was verboden;
(art 184a lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 184a lid 2 Wetboek van Strafrecht )