ECLI:NL:RBMNE:2022:3112

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
2 augustus 2022
Zaaknummer
UTR 22/2607
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de bestuursrechter bij dwangbevelen in het kader van de Participatiewet

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, dat op 16 januari 2018 een dwangbevel heeft uitgevaardigd voor de betaling van een bedrag van € 6.135,09. De rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, heeft op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in deze kwestie. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.

De rechtbank heeft zich kennelijk onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen. Dit is gebaseerd op artikel 60, tweede lid, van de Participatiewet, dat de mogelijkheid biedt voor de verweerder om kosten van bijstand te invorderen via een dwangbevel. De rechtbank heeft vastgesteld dat het dwangbevel waartegen beroep is ingesteld, niet onder de bestuursrechter valt, zoals bepaald in artikel 8:4, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht. In plaats daarvan kan er een procedure worden gestart bij de burgerlijke rechter in het geval van een executiegeschil.

Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze beslissing binnen een termijn van zes weken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/2607

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juli 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 16 januari 2018, inhoudende een dwangbevel tot betaling van een bedrag van € 6.135,09.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. De rechtbank verklaart zich kennelijk onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. Dit is om de volgende reden.
3. Op grond van artikel 60, tweede lid, van de Participatiewet (Pw) kan verweerder de kosten van bijstand, bedoeld in de artikelen 58 en 59 van de Pw invorderen bij dwangbevel. Verweerder heeft dit gedaan met het dwangbevel van 16 januari 2018.
4. Tegen een besluit van verweerder inhoudende een dwangbevel kan geen beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter. Dat staat in artikel 8:4, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank stelt vast dat er in deze procedure sprake is van een dergelijk dwangbevel. Tegen een dwangbevel in het kader van een executiegeschil staat wel een procedure open bij de burgerlijke rechter.
5. Gelet op het voorgaande verklaart de rechtbank zich kennelijk onbevoegd. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf rechter, in aanwezigheid van mr. N.R. Hoogenberk, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.