Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met bijlagen,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in conventie met bijlagen,
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens vermeerdering van eis tevens akte overlegging producties,
- de brief van 2 februari 2022 van SSW met aanvullende productie 11,
- de brief van 3 februari 2022 van [eiseres] met aanvullende productie 17,
- de mondelinge behandeling van 10 februari 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt,
- de brief van SSW van 2 maart 2022,
- de akte overlegging producties van 9 maart 2022 van [eiseres] , met aanvullende producties 18 tot en met 25,
- de akte van 4 mei 2022 van SSW, met aanvullende producties 12 tot en met 19,
- de brief van 4 mei 2022 van [eiseres] met een bezwaar tegen de ingediende producties,
- de brief van 4 mei 2022 van SSW,
- de brief van de kantonrechter van 12 mei 2022 aan partijen waarin [eiseres] in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren op de ingediende producties,
- de akte uitlating van [eiseres] van 25 mei 2022 (die per abuis gedateerd is op 25 maart 2022).
2.De feiten
Conclusie:
3.Het geschil
4.De beoordeling
beidebedrijven, onderbouwd door kleurstoffentesten, concluderen dat lekkage van de leidingen en afvoerpijpen wordt uitgesloten. Feit is ook dat [eiseres] na het betrekken van de woning de badkamer van het gehuurde zelf heeft verbouwd, waardoor niet kan worden uitgesloten dat de oorzaak van de lekkage toe te rekenen is aan de huurder.
verzuimis geraakt met het herstel daarvan. Alleen dan kan de huurder het gebrek zelf verhelpen en de daarvoor gemaakte kosten, voor zover deze redelijk waren, op de verhuurder verhalen. Verzuim treedt in, wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft.