In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 juli 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen EMS AGRO INTERNATIONAL B.V. en meerdere gedaagden, die als bestuurders van een onderneming betrokken waren bij de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van die onderneming. Eiseres, EMS, vorderde schadevergoeding van de gedaagden omdat zij meende dat deze onrechtmatig hadden gehandeld door ervoor te zorgen dat de onderneming haar verplichtingen jegens EMS niet nakwam. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden, door de bedrijfsactiviteiten van de onderneming te staken en de baten te verdelen zonder rekening te houden met de vordering van EMS, onrechtmatig hadden gehandeld. De rechtbank stelde vast dat de gedaagden een ernstig persoonlijk verwijt trof, omdat zij wisten dat EMS een vordering had die niet was voldaan. De rechtbank veroordeelde de gedaagden hoofdelijk tot betaling van € 99.999,00 aan EMS, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. Daarnaast werden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van EMS, die op € 5.827,56 werden begroot. De rechtbank wees het meer of anders gevorderde af en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.