ECLI:NL:RBMNE:2022:3087
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op een Wob-verzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 26 juli 2022, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) op 9 maart 2022, maar de Minister van Financiën, als verweerder, had niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op 4 mei 2022 verstreken was, en dat de vervanging van de Wob door de Wet open overheid (Woo) hieraan niets verandert. Eiser heeft verweerder op 5 mei 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een beslissing moet nemen. Tevens wordt verweerder een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank bepaalt verder dat het door eiser betaalde griffierecht van € 184,- moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.