ECLI:NL:RBMNE:2022:3063

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
29 juli 2022
Zaaknummer
16/707305-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop en voorhanden hebben van voorwerpen bestemd voor grootschalige hennepteelt en niet melden van ongebruikelijke transacties

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 juli 2022 uitspraak gedaan tegen [verdachte], een vennootschap die op 9 oktober 2018 een grote hoeveelheid voorwerpen en stoffen voorhanden had die bestemd waren voor de grootschalige beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt. De rechtbank oordeelde dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 11a van de Opiumwet door deze voorwerpen te koop aan te bieden. Daarnaast heeft [verdachte] nagelaten om twee ongebruikelijke transacties, zoals bedoeld in artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), te melden bij de FIU-NL. De rechtbank legde een geldboete op van € 20.000,- en verklaarde alle in beslag genomen voorwerpen verbeurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de artikelen die [verdachte] voorhanden had, mede bestemd waren voor de illegale hennepteelt, en dat er sprake was van wetenschap bij [verdachte] over deze bestemming. De rechtbank heeft ook de rol van de indirect bestuurder [medeverdachte 1] in de zaak belicht, evenals de bewijsvoering die door de officier van justitie is aangedragen, waaronder getuigenverklaringen en analyses van de aangetroffen artikelen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/707305-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] b.v.,
gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [verdachte] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen gehouden op 18 november 2021, 30 mei 2022, 31 mei 2022, 2 juni 2022 en 9 juni 2022. Op 28 juli 2022 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten en is direct uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officieren van justitie mr. E.M. van den Burg en mr. B.S. Schnier (hierna in enkelvoud te noemen: de officier van justitie) en van hetgeen de raadsman van [verdachte] , mr. B.C. Swier, advocaat te Amsterdam, naar voren heeft gebracht.
De vennootschap is ter terechtzitting vertegenwoordigd door haar indirect bestuurder [medeverdachte 1] .

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat [verdachte] :
feit 1
op 9 oktober 2018 te Nieuwegein stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden en/of
voorhanden heeft gehad, waarvan zij wist of ernstige reden hadden te vermoeden dat deze
bestemd waren voor de professionele of grootschalige hennepteelt;
feit 2
in de periode van 4 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 te Nieuwegein heeft nagelaten
om van twee contante betalingen van € 15.000,- of meer melding te doen als ongebruikelijke
transactie in de zin van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
(hierna: Wwft).

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde en heeft hiertoe onder meer naar voren gebracht dat niet kan worden bewezen dat de stoffen en voorwerpen uit de voorraad van [verdachte] een illegale bestemming hadden. De bestemming van de stoffen en voorwerpen kan niet enkel uit de aard en de hoeveelheid van die stoffen worden afgeleid. De stoffen en voorwerpen die bij [verdachte] zijn aangetroffen zijn bovendien allemaal legaal en enkel bestemd voor de kleinschalige/hobbymatige hennepteelt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen worden telkens gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Ten aanzien van feit 1
Inleiding
[verdachte] is ten laste gelegd dat zij het in artikel 11a van de Opiumwet strafbaar gestelde heeft begaan. Artikel 11a van de Opiumwet is op 1 maart 2015 in werking getreden en stelt de (rechts)persoon strafbaar die stoffen of voorwerpen te koop aanbiedt, verkoopt, aflevert en/of voorhanden heeft, waarvan hij/zij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Opiumwet, dan wel tot het telen van een grote hoeveelheid hennep (grootschalige hennepteelt) als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet. Onder een grote hoeveelheid wordt verstaan ‘een hoeveelheid die meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel.’ Die algemene maatregel van bestuur is het Opiumwetbesluit. Op grond van artikel 1, tweede lid, van het Opiumwetbesluit betreft een grote hoeveelheid, voor zover hier relevant, meer dan 500 gram hennep of 200 hennepplanten.
Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel dat tot de invoering van artikel 11a van de Opiumwet leidde, is door de wetgever uitgebreid ingegaan op de reikwijdte van de strafrechtelijke aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 11a van de Opiumwet.
In de Nota naar aanleiding van het Verslag is daarover onder meer het volgende aangegeven:
‘Voor een veroordeling ter zake van overtreding van het nieuwe artikel 11a zal het Openbaar Ministerie moeten bewijzen dat betrokkene wist dat of ernstige redenen had om te vermoeden dat de door hem verrichte handelingen bestemd waren voor het beroeps- of bedrijfsmatig telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren van lijst II middelen of van grote hoeveelheden van die middelen. (…) Van strafbare voorbereiding is sprake indien ten aanzien van de dader wetenschap of een ernstig vermoeden kan worden bewezen bij de verrichting van handelingen die strekken tot voorbereiding of vergemakkelijking van de genoemde illegale hennepteelt. Het gaat met andere woorden steeds om de criminele intentie van de dader en de daaruit voortvloeiende handeling. Deze twee bestanddelen van de strafbaarstelling moeten zijn vervuld, wil er sprake zijn van strafbare voorbereidingshandelingen. De werking van deze bestanddelen is vergelijkbaar met communicerende vaten. Indien de verrichte handeling onmiskenbaar bestemd is voor de hennepteelt zal de criminele intentie grotendeels kunnen worden afgeleid uit aard en bedoeling van die handeling, terwijl wanneer de handeling meer alledaags is, hogere eisen zullen gelden voor het bewijs van hetgeen de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden over het uiteindelijk doel ten behoeve waarvan de handeling werd verricht.’ [1]
In de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 7 december 2012 met een schriftelijke reactie op de in eerste termijn bij de plenaire behandeling in de Tweede Kamer gestelde vragen schrijft de minister over de reikwijdte van de strafrechtelijke aansprakelijkheid verder onder meer nog:
‘Het gaat in dit wetsvoorstel in het geheel niet om een omslag van legale producten in illegale producten. Het gaat erom dat voorwerpen (…) ter beschikking worden gesteld terwijl men ernstige redenen heeft om te vermoeden of weet dat met die voorwerpen strafbare handelingen zullen worden begaan. Het gaat dus om het “ter beschikking stellen van de voorwerpen” en niet om de voorwerpen die ter beschikking worden gesteld. De kern van de strafbare voorbereiding is de verstrekking onder bepaalde omstandigheden. De verstrekking onder die omstandigheden is strafbaar, maar de voorwerpen blijven doorgaans legaal.’ [2]
De wetgever heeft tijdens de parlementaire behandeling voor de vraag wanneer sprake is van beroepsmatige of bedrijfsmatige teelt van hennepplanten verwezen naar wat hierover staat in de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie. In de Nota naar aanleiding van het Verslag staat:
‘Bij beroeps- en bedrijfsmatige teelt wordt gekeken naar de wijze van telen, zoals blijkt uit de Aanwijzing Opiumwet van het OM (Staatscourant 2011, nr. 11 134 van 27 juni 2011), paragraaf 3.2.1 en bijlage 1. Paragraaf 3.2.1 vermeldt, voor zover hier van belang, dat voor de beoordeling van het al dan niet beroeps- of bedrijfsmatige karakter van teelt wordt gekeken naar de omstandigheden waaronder de teelt plaatsvindt. Bij het aantreffen van een hoeveelheid van vijf planten of minder wordt in het algemeen aangenomen dat er geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. Het aantal planten is echter niet altijd de doorslaggevende factor voor het bepalen van het al dan niet beroeps- of bedrijfsmatige karakter van de teelt. Ook bij vijf planten of minder kan sprake zijn van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Dit geldt in situaties waarin aan twee of meer indicatoren voor professionele teelt, zoals opgenomen in bijlage I van de Aanwijzing is voldaan en indien er sprake is van teelt voor geldelijk gewin.’ [3]
In de Aanwijzing Opiumwet wordt aangegeven dat aan de hand van doel en mate van professionaliteit moet worden beoordeeld of sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt, waarbij bij een schaalgrootte van vijf planten of minder in beginsel aangenomen kan worden dat geen sprake is beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Doel (geldelijk gewin) en mate van professionaliteit van de teelt van een hoeveelheid kan echter maken dat ook in een dergelijk geval sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Bijlage 1 van de Aanwijzing Opiumwet bevat een niet-limitatieve opsomming van indicatoren om de mate van professionaliteit van de hennepkweek te beoordelen.
4.3.1
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 [4]
[verdachte]
is in 1998 opgericht, gevestigd op de [adres] te [plaats] en volgens een uittreksel van de Kamer van Koophandel een groothandel in landbouwmachines, werktuigen en tractoren en een winkel in ijzerwaren en gereedschappen. Het uitoefenen van groothandel, alsmede detailhandel in tuinbouwartikelen en daarmee verband houdende goederen en diensten. Tot 9 juni 2017 waren [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , via hun holdingmaatschappijen [medeverdachte 4] B.V. ( [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 5] B.V. ( [medeverdachte 3] ) en [medeverdachte 6] B.V. (beiden) de enig aandeelhouders en bestuurders van [verdachte] . [5] [6] [7] [8] Vanaf 9 juni 2017 heeft [medeverdachte 1] overgenomen van [medeverdachte 2] en van zijn vader [medeverdachte 3] en is [medeverdachte 1] de enig aandeelhouder en bestuurder van [verdachte] via zijn holdingmaatschappij [holdingmaatschappij] B.V.. [9] [10]
[medeverdachte 1] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het bestaande beleid van [verdachte] na zijn overname heeft voortgezet en er niets aan heeft veranderd. Verder heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij de leiding had binnen [verdachte] en de beslissingen nam en dat [verdachte] alle artikelen inkocht bij [medeverdachte 7] B.V. (hierna: [medeverdachte 7] ). [11]
Voorraad [verdachte]
Op 9 oktober 2018 is de voorraad in zowel de winkel [12] als het magazijn [13] van [verdachte] in beslag genomen. Opsporingsambtenaren hebben alle stoffen en voorwerpen in de voorraad van [verdachte] geteld en opgenomen in een tabel. [14] Verbalisant [verbalisant 1] heeft vervolgens eerst aan de artikelen die bij [medeverdachte 7] zijn aangetroffen een eenduidige benaming gegeven [15] door alle artikelen te vergelijken met de indicatoren uit de aanwijzing van de Opiumwet en te koppelen aan een indicator. [16] Daarna heeft verbalisant [verbalisant 1] dit ook gedaan betreffende de artikelen die zijn aangetroffen bij [verdachte] . [17] Deze bevindingen zijn opgenomen in een Excelbestand, waarbij tevens is opgenomen wat de mate van professionaliteit is van de artikelen met betrekking tot de teelt van hennep (hoog, gemiddeld, laag, onbekend). [18] Vervolgens is een vereenvoudigde weergave van deze tabel gemaakt. [19] Deze tabellen zijn als bijlage II opgenomen bij dit vonnis en gelden als bewijsmiddelen.
Facturen formulieren onderzoekplicht
Op 9 oktober 2018 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het bedrijfspand van [verdachte] aan de [adres] te [plaats] . Tijdens deze doorzoeking is onder meer de bedrijfsadministratie in beslag genomen. [20] Uit 48 ordners werden in totaal 11 facturen aangetroffen met daaraan vastgeniet een formulier onderzoekplicht.
Een factuur van 8 mei 2018 is nader onderzocht. Het betrof de verkoop van 90 strijkzakken door [medeverdachte 1] . [21] Aan de factuur zat een “formulier onderzoekplicht” vastgeniet. Op het “formulier onderzoekplicht” stond onder meer een aantal vragen, die de klant moest beantwoorden. De klant van de factuur van 8 mei 2018 heeft op het formulier ingevuld dat hij hennep kweekt, zaden bij [verdachte] koopt en niet bekend was met de algemene voorwaarden van [verdachte] . De vraag of de klant maximaal 5 planten of meer dan 5 planten kweekt, is niet beantwoord. [22]
Ook een factuur van 18 december 2017 is nader onderzocht. Aan de factuur zat een “formulier onderzoekplicht” vastgeniet. Het betrof de verkoop van 250 strijkzakken van 560 bij 910 millimeter en 250 strijkzakken van 450 x 560 millimeter. [23]
Ook een factuur van 30 mei 2017 is nader onderzocht. Aan de factuur zat een “formulier onderzoekplicht” vastgeniet. Het betrof de verkoop van onder andere 1000 stuks Rayet Slang en 1000 stuks Sproeipen. Slangen en sproeipennen worden als irrigatie gebruikt om op een kunstmatige gelijk verdeelde manier gewassen water te geven [24]
Aard aangetroffen artikelen
Verbalisant [verbalisant 2] heeft op basis van verschillende bronnen onderzoek gedaan naar factoren die nodig zijn voor de teelt van hennep in een ruimte afgesloten van licht en ruimte. [25] Vervolgens heeft verbalisant [verbalisant 1] beschreven welke artikelen met betrekking tot die factoren [verdachte] in voorraad had. Hieruit blijkt het volgende.
Droogrekken
Droogrekken zijn bestemd voor het drogen van grotere hoeveelheden cannabistoppen. [26] Henneptoppen worden te drogen gelegd op een droogrek. [27] “ [verdachte] had op 9 oktober 2018 in totaal 72 droognetten voorhanden. Het droogrek waarvan de meeste voorhanden waren, heet "droogrek stapelbaar" met 51 stuks. Dit droogrek is stapelbaar en lijkt daarom geschikt voor de professionele en/of grootschalige hennepteler.” [28]
Cannacutter
Een henneptop wordt eerst van de plant geknipt met een schaar. Vervolgens kunnen de kleinere blaadjes rond de top van de plant worden weggeknipt. Dit gebeurt vaak met een cannacutter of tumble trimmer (jargon voor een knipmachine). Een cannacutter of tumble trimmer drukt de top met flapjes tegen een rooster, waardoor de blaadjes door het rooster steken en met een snijdraad worden verwijderd. Dergelijke knipmachines vinden enkel een logische toepassing voor de professionele en/of grootschalige hennepteelt. [29] “ [verdachte] had op 9 oktober 2018 in totaal 5 (handmatige) cannacutters voorhanden van het merk Tumble Trimmer. Daarnaast waren er 27 cannacutter onderdelen. De cannacutter onderdelen betroffen 2 deksels voor een handmatige knipper, 12 maal een snijdraad set en 13 maal mesjes. [30]
Koolstoffilters
Om de geur van hennep te maskeren worden koolstoffilters voor de afzuiger geplaatst. Deze zorgen er voor dat voordat de lucht de kwekerij verlaat via de afzuiger de hennepgeur wordt omgezet in een neutrale geur. Uit de bronnen blijkt dat geurbestrijding altijd nodig is, gezien de sterke geur van de hennepplanten. [31] [verdachte] had op 9 oktober 2018 7 koolstoffilters met een capaciteit van 1500 m3 en meer. [32]
Softboxen
Verder blijkt uit de bronnen dat een slakhuisventilator vaak gebruikt wordt met een al dan niet geluidsdichte kist van metaal of MDF. Een slakhuisventilator wordt dan vaak een kist of soft box genoemd. Deze kist is specifiek om de lucht goed weg te werken en daarnaast om het geluid van de afzuiger te verhullen zodat de kans op ontdekking van de kwekerij kleiner wordt. (…) De bronnen wijzen verder uit dat een buisventilator voldoende is voor een kleine kweekruimte, maar dat een softbox wordt aangeraden voor een grote ruimte. [33] “ [verdachte] had op 9 oktober 2018 in totaal 21 softboxen voorhanden in maten variërend van 250 m3 per uur tot 4.250 m3 per uur. [34]
Geurbestrijding
Uit de bronnen blijkt dat geurbestrijding altijd nodig is, gezien de sterke geur van de hennepplanten. Hennepgeur kan ook met andere producten zoals sprays (deels) worden verbloemd. [35] [verdachte] had op 9 oktober 2018 in totaal 123 eenheden van middelen ter geurbestrijding voorhanden. [36]
Irrigatie
[verdachte] had op 9 oktober 2018 in totaal 5.063 irrigatie onderdelen. [37]
Steenwol
Uit de bronnen blijkt dat er vele soorten kweekmedia zijn om (hennep)planten te kweken. Grofweg wordt er onderscheid gemaakt tussen twee manieren van kweken:
- Kweken met aarde (…).
- Kweken met Hydrocultuur (…), de plant staat in een medium (meestal steenwol
(…). [38]
(…)
Volgens www.wietkweken.com is kweken op hydrocultuur niet voor de beginnende kweker en noemt deze manier van kweken professioneel. ln de Aanwijzing Opiumwet wordt het binnen kweken van hennep op steenwol en hydrocultuur als indicator van hoge professionaliteit gezien. [39]
[verdachte] had op 9 oktober 2018 in totaal 3.344 steenwol producten voorhanden. Volgens de aanwijzing van de Opiumwet kunnen steenwolproducten ingedeeld worden in de professionaliteitsfactor hoog met betrekking tot de teelt van cannabis.
Daarnaast viel op dat de artikelen, die bestemd zijn voor de hobbyteler, zoals tuinartikelen (2 stuks), tuingereedschap (31 stuks) en gieters (4 stuks) relatief weinig voorhanden waren. [40]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft per indicator, zoals beschreven in bijlage 1 van de Aanwijzing van de Opiumwet, de bijzonderheden beschreven van de door [verdachte] bij [medeverdachte 7] ingekochte artikelen.
01 Belichting
Alle voorwerpen en stoffen die te maken hebben met verlichting, timers relaiskasten, bedrading en dimmers heb ik ingedeeld onder deze indicator. Volgens bijlage 1 valt al het kunstlicht op tijdklokken [41] onder de professionaliteit Hoog. Daarom heb ik alle benodigdheden voor kunstlicht en alle regelapparatuur daarvoor ook ingedeeld in de mate van professionaliteit Hoog. [42]
Schakelkasten/relaiskastenRelaiskasten worden in de hennepteelt gebruikt om verlichting mee te regelen. [43] Uit bijlage 1 van de aanwijzing Opiumwet blijkt dat relaiskasten/schakelkasten worden gezien als indicatie van een hoge professionaliteit met betrekking tot de teelt van cannabis. [44] Op www.cnnbs.nl wordt aangeraden om per vierkante meter een lamp van tussen de 400 en 600 watt te gebruiken. Op www.wietkweken.com staat dat een lamp van 400watt meer dan genoeg is voor een ruimte van 1 m2 (hobbyteelt). [45]
[verdachte] had op 9 oktober 2018 meerdere lampen van 600 Watt in voorraad. [46] Ook waren meerdere relaiskasten in voorraad, waaronder één geschikt voor 12 lampen van 600 Watt. [47]
02 Voeding
Irrigatiesysteem
Een centraal geregeld bevloeiingssysteem of drupsysteem valt volgens
bijlage I van de aanwijzing van de Opiumwet, onder de professionaliteitsfactor Hoog. [48]
Voedingscomputers
Voedingscomputers zijn in hoge mate professioneel en kunnen vermoedelijk worden aangemerkt als bestemd voor de grootschalige teelt. [49]
04 Afscherming
Zwart/wit folie
Isolatiefolie en zwart/wit folie is voor het weren en reflecteren van licht en volgens het WODC ter voorkoming van warmtedetectie. [50] [verdachte] had op 9 oktober 2018 8 rollen zwart/wit folie en 5 rollen isolatiefolie in voorraad. [51]
05 Ventilatie
Grond-, tafel-,wand- en sta ventilatoren
Deze ventilatoren worden regelmatig in hennepkwekerijen aangetroffen. Ze worden gebruikt voor luchtcirculatie. [52]
Luchtslangen
Luchtslangen zijn van belang voor de aan- en afvoer van lucht. Volgens www.cnnbs.nl kun je voor een kleine kweektent volstaan met afvoeren van lucht in de ruimte waarin de kweekruimte staat. 'Ga je groter, dan kun je de lucht beter in een andere ruimte afvoeren'. [53] [verdachte] had op 9 oktober 2018 120 luchtslangen in voorraad. [54]
06 Verwarming
Kachels zijn ingedeeld in de professionaliteitsfactor hoog als ze over regelapparatuur zoals thermostaat beschikken of computergestuurd zijn. [55]
[verdachte] had op 9 oktober 2018 5 kachels op voorraad, waaronder 3 inclusief thermostaat. [56]
09 Verwerking
Verpakkingsmateriaal
Als hennep gedroogd is wordt het vaak in zogenaamde strijkzakken verpakt. Strijkzakken worden met een lauwe strijkbout of sealapparaat gesloten en de zakken voorkomen dat de geur van hennep vrijkomt. Zo kan de hennep zonder geuroverlast worden opgeslagen en vervoerd. Bij kleine hoeveelheden wordt meestal een gripzak gebruikt, hoewel er ook grotere gripzakken gebruikt kunnen worden. [57]
De gripzakken van 500 x 500 mm worden ook wel kilozak genoemd. Vermoedelijk past hier dus een kilogram hennep in. Het formaat van deze kilozak komt vrijwel overeen met de aluminiumstrijkzak middel van 45 x 46 centimeter. Vermoedelijk past daarom ook in deze strijkzak middel ongeveer 1 kilogram gedroogde hennep en in de grotere strijkzakken "groot" en "jumbo" nog meer. Vermoedelijk zijn de strijkzakken "middel", "groot" en "jumbo gezien de afmetingen bestemd voor de opbrengst van grootschalige en/of beroepsmatige teelt van hennep. [58]
[verdachte] had op 9 oktober 2018 1441 aan verschillende soorten verpakkingsmateriaal in voorraad, waaronder gripzakken van 500x500 mm en strijkzakken in de maten middel (450x560 mm), groot (560x910 mm) en jumbo (900x1300 mm). [59]
11 CO2-suppletie
Uit onder meer de Aanwijzing Opiumwet blijkt dat het toevoegen van CO2 een indicator is van een gemiddelde professionaliteit met betrekking tot de teelt van cannabis. Een indicator van hoge professionaliteit is als de CO2 via een gestuurde installatie in de kweekruimte wordt gebracht. Uit PvB-078 blijkt dat CO2 wordt gebruikt om de kweektijd te verkorten. De artikelen op www.cnnbs.nl stellen dat
hobbykwekers van hennep niet aan de gang moeten met CO2 kachels/generatoren en -tanks. Deze artikelen raden voor een kleine ruimte CO2 emmers en -zakken aan. [60]
[verdachte] had op 9 oktober 2018 10 voorwerpen met de benaming CO2, waaronder 7 generatoren,. [61]
99 Niet benoemd in bijlage 1
Dit zijn voorwerpen of stoffen die verbalisant [verbalisant 1] niet kon indelen in een van de in bijlage 1 van de aanwijzing van de Opiumwet genoemde indicatoren.
Steunnetten
Steunnetten worden in hennepkwekerijen vaak gebruikt om de hennepplanten recht omhoog te laten groeien. [62] [verdachte] had op 9 oktober 2018 1005 steunnetten in voorraad. [63]
Brandblusser
Een brandblusser is een logische toepassing in een hennepkwekerij voor als er brand uitbreekt. [64] [verdachte] had op 9 oktober 2018 3 brandblussers in voorraad. [65]
Niet bestemd of geschikt
In deze categorie vallen onder andere de voorwerpen en stoffen die of niet bestemd of niet geschikt lijken voor de hennepteelt, zoals:
Zaden (geen cannabis)
In de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn door [verdachte] 288 zakjes zaden (niet zijnde cannabiszaden) ingekocht bij [medeverdachte 7] . Dit zorgde voor een inkoopwaarde van € 500,93. Dit is 0,0209% van de totale inkoopwaarde van € 2.389.090,28.
Voeding specifiek bestemd voor niet cannabisplanten
In de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] geen eenheden voeding ingekocht bij [medeverdachte 7] die niet bestemd zijn voor de cannabis, maar voor paprika, peper of tomaat.
Niet specifiek bestemd, wel geschikt
In deze categorie vallen tevens onder andere de voorwerpen en stoffen die niet of niet specifiek bestemd maar wel geschikt lijken te zijn voor de hennepteelt. [66]
Kweekkas/systeem zonder verlichting of verwarming
Door [verdachte] is in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 1 kweekkas ingekocht.
Tuinartikelen [67]
[verdachte] had op 9 oktober 2018 2 artikelen onder de eenduidige benaming “tuinartikelen” in voorraad. [68] In de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] geen artikelen uit de categorie tuinartikelen ingekocht bij [medeverdachte 7] .
Tuingereedschap [69]
[verdachte] had op 9 oktober 2018 31 artikelen onder de eenduidige benaming “tuingereedschap” in voorraad. [70] In de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 45 stuks tuingereedschap ingekocht. De inkoopwaarde van het tuingereedschap was € 337,19. Dit is 0,014% van de totale inkoopwaarde van € 2.389.090,28. [71]
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , beiden werkzaam als henneprechercheur/hennepspecialist, hebben tijdens de doorzoeking in het pand van [verdachte] bevindingen gedaan over de aangetroffen artikelen. Zij hebben onder meer geverbaliseerd dat de aangetroffen artikelen in de voorraad van [verdachte] goederen betreffen die bij elke ontmanteling van een hennepkwekerij door hen worden aangetroffen. [72]
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben op 9 oktober 2018 ook nog een pallet aangetroffen bij [verdachte] [73] met hierop verschillende artikelen die gebruikt worden in de hennepteelt. Het betrof een bestelling van [medeverdachte 7] aan [verdachte] . [74]
De heer [getuige 1] , relatiebeheerder van de Land- en Tuinbouworganisatie Glaskracht is op 9 oktober 2018 door de panden met daarin de voorraad van [verdachte] gelopen. Tijdens de lopen door de panden van [verdachte] heeft verbalisant [verbalisant 5] getuige [getuige 1] gevraagd naar overeenkomsten en verschillen tussen de artikelen die bij [verdachte] zijn aangetroffen en hetgeen hij kent vanuit de glastuinbouw. [75] In de winkel van [verdachte] is een opstelling van een groeitent te zien van het merk BudBox met een groeilamp, een timer, een softbox met slakkenhuisventilator, een zwenkventilator, een koolstoffilter, potten met aarde en een zwavelverdamper. [76] Getuige [getuige 1] heeft hierover het volgende verklaard: “Dit is een kweektent, begrijp ik. Dit ken ik niet uit de glastuinbouw. Een hobbyteler gebruikt dit ook niet, lijkt me. Die kweekt gewoon in het daglicht, want dat is het beste voor een plant. Het kost met alle apparatuur die je nodig hebt om te telen in een kweektent ook een vermogen om aan te schaffen en waarvoor? Voor een paar tomaten of komkommers? Dat zijn dan dure tomaten. De geluidsdemping en luchtzuivering is ook echt niet nodig als je een 'normale' plant teelt. Tenzij die echt stinkt, zoals hennep, maar andere planten stinken echt niet zodanig dat de lucht gefilterd moet worden.” [77] In de winkel van [verdachte] bevindt zich een lamp met snoer en stekker (afbeelding 6) waarover getuige [getuige 1] het volgende heeft verklaard: “Deze lamp is echt voor professioneel gebruik. Dit soort lampen ken ik uit de glastuinbouwsector. Wat alleen opvalt is dat het een lamp is op 220 Volt en dat is 'consumentenstroom', zeg maar. De professionele telers gebruiken krachtstroom. Ook zit hier een snoer van een (1) of twee (2) meter met een stekker eraan gemaakt en dat gebeurt in de professionele wereld natuurlijk nooit. Het is dus een professionele lamp voor consumentengebruik.” [78]
De heer [getuige 2] , werkzaam bij Bedrocan, op 8 januari 2019 als getuige gehoord. [79] Bedrocan heeft als enige in Nederland een licentie voor wetenschappelijk en medicinaal kweken van cannabis. [80] Over waterpompen heeft [getuige 2] het volgende verklaard: “Waterpompen zijn niet voor 5 planten. Kleine kwekers geven zelf water. Automatische
pompen zijn echt voor grotere ruimten. Irrigatie doe je vanaf 100 planten. (…) watervaten van 750 liter (…) is voor veel planten. (…) Irrigatie is alleen voor veel planten. Kleinschalig doe je met een gieter.” [81]
Uit de bevindingen van het Excel bestand van de voorraad van [verdachte] vergeleken met bijlage 1 van de Aanwijzing Opiumwet, blijkt dat de voorwerpen en stoffen die [verdachte] voor handen had kennelijk geschikt zij voor professioneel en bedrijfsmatig handelen met betrekking tot de teelt van cannabis (professionaliteitsfactor hoog). Immers meer dan twee stoffen en of voorwerpen die [verdachte] voor handen had, vallen in deze categorie. [verdachte] heeft zelfs stoffen en voorwerpen met een professionaliteitsfactor Hoog uit alle 11 indicatoren van de aanwijzing Opiumwet voor handen gehad.80,3% (afgerond naar beneden) van de waarde van de stoffen of voorwerpen viel in de professionaliteitsfactor hoog, 15,2% in onbekend, 4,3% in gemiddeld en 0,2% in laag. [82]
Kweekschema’s
Verbalisant [verbalisant 6] heeft tijdens de doorzoeking op 9 oktober 2018 een kweekschema aangetroffen. Het schema bestond uit drie pagina’s, die hij aantrof in het magazijn van [verdachte] [83] en die in beslag zijn genomen onder beslagcode G.05.01. [84] Verbalisant [verbalisant 7] , werkzaam als henneprechercheur, heeft de drie pagina’s onderzocht en heeft geverbaliseerd dat het een kweekschema betreft voor het opkweken van stekjes voor hennepplanten. De termen op de pagina’s worden vaak gebruikt in de kweek van hennepplanten. Op pagina 1, rechts boven, staat “200 PL”. Volgens verbalisant [verbalisant 7] betekent dit dat dit kweekschema is bedoeld voor het opkweken van 200 hennepstekjes. [85]
Op een computer die op 9 oktober 2018 bij [verdachte] in beslag is genomen onder beslagcode G.01.01.001 [86] , is een document met de naam “spruitjes schema” aangetroffen. [87] Het spruitjes schema is vergeleken met een kweekschema voor de hennepteelt. [88] Uit de vergelijking blijkt dat er veel verschillen zitten tussen de genoemde teelt op het aangetroffen spruitjes schema bij [verdachte] en de gevonden informatie met betrekking tot de teelt van spruitjes. [89] Verbalisant [verbalisant 3] heeft het “spruitjes schema” bekeken en geconcludeerd dat dit kweekschema bestemd is voor de hennepteelt. [90]
Aangetroffen hennepkwekerijen
Uit de politiesystemen is naar voren gekomen dat bij hennepkwekerijen die door de politie zijn ontmanteld, stoffen en voorwerpen om de hennepkwekerij op te bouwen bij [verdachte] zijn gekocht.
Aangetroffen hennepkwekerij [adres] [plaats]
Op 22 juni 2017 is door de politie gezien dat een motorvoertuig achteruit bij [verdachte] , [adres] te [plaats] parkeerde. Ze zagen dat het voertuig vol geladen met dozen vertrok naar het adres [adres] te [plaats] . Vervolgens zagen ze dat de dozen werden uitgeladen en op het adres [adres] te [plaats] naar binnen werden gebracht. [91] Op 26 september 2017 werd een hennepkwekerij aangetroffen op het adres [adres] te [plaats] , met daarin 77 hennepplanten.
Aangetroffen hennepkwekerij [adres] te [plaats]
Op 24 april 2017 werd een hennepkwekerij opgerold in een woning aan de [adres] te [plaats] . Er werden in totaal 228 hennepplanten aangetroffen. In de woonkamer werden in een ton snippers van facturen van [verdachte] te [plaats] aangetroffen. De snippers zijn zo naast elkaar gelegd dat deze weer leesbaar waren. Het bleek te gaan om 2 facturen van de datum 10-10-
2016. De gefactureerde goederen waren bestemd voor de teelt van hennep. Een deel van deze goederen werd ook in de woning aangetroffen. [92]
Aangetroffen hennepkwekerij [adres] te Utrecht
Op 20 april 2018 werd door verbalisanten van de Landelijke eenheid van de politie gezien dat een voertuig vanuit het pand van [verdachte] aan de [adres] werd beladen met een aantal zakken potgrond. Het voertuig is gevolgd naar het adres [adres] te [plaats] alwaar een ondergrondse hennepkwekerij, meer dan 111 kilogram henneptoppen en contant geld werd aangetroffen. [93]
4.3.2.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
Op 22 december 2016 heeft Bureau Toezicht Wwft aangifte [94] gedaan van overtreding van artikel 16 van de Wwft, namelijk dat [verdachte] meerdere ongebruikelijke transacties, zoals bedoeld in de Wwft, niet heeft gemeld bij de Financial Intelligence Unit (hierna: FIU). [95] Aan de aangifte is onder meer een rapport toegevoegd betreffende het toezichtonderzoek in het kader van de Wwft betreffende [verdachte] . [96] In het rapport staat onder meer beschreven dat op 4 februari 2013 een contante betaling van € 18.506,33 heeft plaatsgevonden en op 12 februari 2013 een contante betaling van € 33.395,62. [97]
Gebleken is dat [verdachte] niet staat geregistreerd als melder bij de FIU. [98]
Tijdens de doorzoeking op 9 oktober 2018 in het pand van [verdachte] is onder meer de computer in beslag genomen waar het administratiesysteem van [verdachte] (Navision) op stond en in beslag genomen onder beslagcode G.01.01.002. [99] De politie heeft Navision geraadpleegd om onderzoek te doen naar de aangifte door Bureau Toezicht Wwft. [100] Uit dit onderzoek bleek dat de volgende twee transacties contante betalingen waren van € 15.000,- of meer:
Factuurdatum: 04-02-2013
Ordnernummer: VO-130786
Bedrag incl. BTW: € 18.506,33
Factuurdatum: 12-02-2013
Ordnernummer: VO0130963
Bedrag incl. BTW: € 33.395,62 [101]
De politie heeft de kasboeken van 2012 tot en met 2017 van [medeverdachte 7] in beslag genomen. [102] Naar aanleiding van de aangifte heeft de politie onderzoek gedaan en de facturen behorende bij de ongebruikelijke transacties uit de in beslag genomen kasboeken gehaald. [103] Het dossier bevat alle facturen behorende bij de ongebruikelijke transacties. [104]
4.3.3.
Overwegingen ten aanzien van feit 1
Algemeen
Dat [verdachte] de in de tenlastelegging genoemde artikelen in voorraad had, staat niet ter discussie. Ook wordt niet betwist dat de twee ten laste gelegde transacties contant zijn betaald en niet zijn gemeld. Ten aanzien van feit 1 gaat het om de vraag of de artikelen bestemd waren voor de illegale hennepteelt en de wetenschap bij [verdachte] daarover. Bij feit 2 gaat het om de vraag of [verdachte] aanleiding had om te veronderstellen dat de transacties verband konden houden met witwassen.
Toerekening gedragingen aan [verdachte]
Bij de beoordeling of [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 11a van de Opiumwet, dient allereerst te worden bepaald of de gedragingen, het te koop aanbieden en voorhanden hebben van de artikelen zoals aangetroffen in de voorraad van [verdachte] en het niet melden van twee ongebruikelijke contante betalingen, kunnen worden toegerekend aan de rechtspersoon [verdachte] .
De rechtbank stelt voorop dat een rechtspersoon als dader van een strafbaar feit kan worden aangemerkt, indien de gedraging in redelijkheid aan de rechtspersoon kan worden toegerekend. Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt daarbij is of de gedragingen hebben plaatsgevonden, dan wel zijn verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Dergelijke gedragingen kunnen in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon. Volgens de Hoge Raad zal van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon sprake kunnen zijn indien zich een of meer van de navolgende omstandigheden voordoen:
• het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
• de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon;
• de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf;
• de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard, waarbij onder bedoeld aanvaarden mede is begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op het voorkomen van de gedraging.
Het te koop aanbieden en voorhanden hebben van artikelen zoals genoemd in de tenlastelegging betreft de kern van de bedrijfsactiviteiten van [verdachte] . Dit past dan ook bij uitstek binnen de normale bedrijfsvoering van [verdachte] en kan daarom aan deze rechtspersoon worden toegeschreven. Dat geldt ook voor het niet melden van de twee contante transacties. Door zich niet bij de FIU te registreren als melder, was het onmogelijk om een melding te doen.
Op grond van vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat alle ten laste gelegde gedragingen zijn verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Die gedragingen kunnen daarom in redelijkheid aan [verdachte] worden toegerekend.
Artikel 11a Opiumwet
Zoals eerder uiteengezet, stelt artikel 11a van de Opiumwet de (rechts)persoon strafbaar die onder meer stoffen of voorwerpen te koop aanbiedt en voorhanden heeft, waarvan zij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf, dan wel tot het telen van een grote hoeveelheid hennep (grootschalige hennepteelt). De rechtbank vat de beroepsmatige, bedrijfsmatige en de grootschalige hennepteelt samen als de “illegale hennepteelt”.
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] op 9 oktober 2018 stoffen en voorwerpen (hierna: artikelen) te koop heeft aangeboden en voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist dat deze artikelen mede bestemd waren voor de illegale hennepteelt. Als hierna wordt gesproken over het voorhanden hebben van artikelen, dan bedoelt de rechtbank daar ook mee het te koop hebben aangeboden hebben van de artikelen.
Bestemming en wetenschap
[medeverdachte 1] heeft ter terechtzitting onder meer verklaard dat de artikelen die [verdachte] voorhanden had, bestemd waren voor de hobbymatige/kleinschalige hennepteelt. Gelet op de aard van (een deel van) de artikelen, de aangetroffen hennepkwekerijen die in verband kunnen worden gebracht met [verdachte] , de aangetroffen kweekschema’s ten behoeve van illegale hennepkwekerijen, in samenhang met elkaar bezien, acht de rechtbank het onaannemelijk dat de artikelen enkel bestemd waren tot de hobbymatige/kleinschalige hennepteelt en dat [verdachte] niet wist dat de artikelen mede bestemd waren tot de illegale hennepteelt.
Aard van de artikelen
Uit de analyses van de artikelen door verbalisanten met ‘hennepteelt’ als expertise, blijkt dat een deel van de artikelen met name gebruikt wordt in de illegale hennepteelt. Voorbeelden hier van zijn: lampen vanaf 600 Watt, relaiskasten, watervaten voor meer dan 500 liter water, verlichting- en ventilatorregelaars met tijdklokken, softboxen, koolstoffilters met een capaciteit van 1500 m3 en meer, stapelbare droogrekken, grote strijkzakken, steunnetten en een watergekoelde airco. De rechtbank acht het onaannemelijk dat dit soort artikelen, gelet op bijvoorbeeld de grootte of de capaciteit van het artikel, bestemd zijn voor de hobbymatige/kleinschalige hennepteelt.
De rechtbank betrekt daar ook bij dat [verdachte] relatief weinig stoffen en voorwerpen inkocht of voorhanden had die niet bestemd of geschikt waren voor hennepteelt.
Van de overige artikelen die [verdachte] verhandelde, is niet in geschil dat zij
medegebruikt kunnen worden voor de illegale hennepteelt.
Facturen
Uit de onderzochte facturen blijkt dat ook voorwerpen werden verkocht in een samenstelling die duidt op grootschalige hennepteelt zoals grote aantallen strijkzakken en een groot aantal slangen en sproeipennen bedoeld voor irrigatie. Bij één van de facturen was op het onderzoeksformulier zelfs vermeld dat de klant hennep teelde. Bij een andere factuur had de klant op het onderzoeksformulier weliswaar vermeld dat hij geen hennep teelde, maar [verdachte] had moeten beseffen dat er een hele grote kans was dat de goederen daarvoor wel zouden worden gebruikt. Desondanks zijn de goederen verkocht. Dit duidt op wetenschap.
Aangetroffen hennepkwekerijen
Naast de aard van de artikelen waaruit naar het oordeel van de rechtbank blijkt dat deze artikelen mede bestemd zijn tot de illegale hennepteelt, acht de rechtbank van belang dat aangetroffen hennepkwekerijen in verband kunnen worden gebracht met [verdachte] . Uit de politiesystemen blijkt dat drie aangetroffen hennepkwekerijen, die alle drie een illegale hennepkwekerij betreffen, in verband kunnen worden gebracht met de aankoop van artikelen bij [verdachte] . Deze hennepkwekerijen zijn in 2017 en 2018 aangetroffen. Dit betekent dat artikelen die [verdachte] heeft verkocht, mede bestemd waren tot de illegale hennepteelt. Dit draagt bij aan de overtuiging van de rechtbank dat de artikelen die [verdachte] op 9 oktober 2018 voorhanden had, mede bestemd waren tot de illegale hennepteelt.
Kweekschema’s hennepteelt
Voorts draagt aan de overtuiging van de rechtbank bij, dat er bij [verdachte] twee kweekschema’s ten behoeve van hennepteelt zijn aangetroffen. Door het voorhanden hebben van twee kweekschema’s, waarbij één kweekschema duidelijk voor een hennepstekkerij van 200 planten is, acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] wist dat de artikelen die zij voorhanden had en te koop heeft aangeboden (mede) bestemd waren voor de illegale hennepteelt. Dat [medeverdachte 1] niets afwist van deze kweekschema’s acht de rechtbank onaannemelijk, nu [verdachte] al ruim een jaar van hem was. Tot slot acht de rechtbank nog van belang dat aan één van de kweekschema’s de naam “spruitjes schema” is gegeven. Door het kweekschema zo te noemen, terwijl het volgens een verbalisant met ‘hennepteelt’ als expertise overduidelijk een kweekschema ten behoeve van hennep betreft, betekent volgens de rechtbank dat er sprake moet zijn geweest van het verhullen van de branche waarin [verdachte] opereerde, te weten de hennepteeltbranche.
Indicatoren Aanwijzing Opiumwet
Aan de overtuiging van de rechtbank dat de aangetroffen artikelen bestemd waren tot de illegale hennepteelt, draagt ook bij dat 80,3% van de waarde van stoffen of voorwerpen die [verdachte] voor handen had in de professionaliteitsfactor hoog valt en [verdachte] zelfs stoffen en voorwerpen met een professionaliteitsfactor hoog uit alle 11 indicatoren van de aanwijzing Opiumwet voor handen had.
Beleid van [verdachte]
De verdediging heeft er op gewezen dat [verdachte] na inwerkingtreding van artikel 11a Opiumwet beleid heeft vastgesteld om te voorkomen dat hun klanten gekochte goederen zouden gebruiken voor de illegale hennepteelt. Bepaalde hoeveelheden goederen, of combinaties van bepaalde hoeveelheden goederen, werden niet verkocht of kopers werden gevraagd een formulier in te vullen over de bestemming van de gekochte goederen.
Naar het oordeel van de rechtbank volstaat dit beleid niet om te voorkomen dat kopers de goederen van [verdachte] gebruiken voor de illegale hennepteelt.
Allereerst volgt uit de bewijsmiddelen dat het onderzoeksformulier zelden werd gebruikt en als dat formulier al werd gebruikt daar niet serieus mee werd omgegaan; ook als werd aangegeven dat hennep geteeld zou worden en de algemene voorwaarden de koper onbekend waren, ging de verkoop door.
Daarnaast heeft het beperken van de hoeveelheid producten die één klant mag kopen geen zin wanneer deze klanten anoniem kunnen kopen en contant betalen. Dan valt immers niet na te gaan of een klant in relatief korte tijd alle benodigdheden aanschaft voor het opzetten van een illegale hennepkwekerij.
De verdediging stelt dat deze handelswijze niet anders is dan die van andere tuincentra, bouwmarkten of grote webshops. Die vergelijking gaat echter mank. Anders dan [verdachte] , richten deze partijen zich niet uitsluitend of voornamelijk op de hennepteler. Zij bieden een veel breder assortiment aan met een grote hoeveelheid goederen die geen toepassing hebben in de hennepteelt. Ook voor hen kan waakzaamheid geboden zijn bij bepaalde transacties, maar van [verdachte] mag die waakzaamheid altijd worden verwacht en in grotere mate, gelet op het aangeboden assortiment en de markt waar zij zich specifiek op richt.
Conclusie
Gelet op vorenstaande kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat [verdachte] de onder 1 ten laste gelegde genoemde artikelen voorhanden heeft gehad, met het voorwaardelijk opzet dat deze artikelen mede bestemd waren voor de illegale hennepteelt. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] op 9 oktober 2018 te Nieuwegein artikelen voorhanden heeft gehad, terwijl zij het voorwaardelijk opzet had dat deze artikelen mede bestemd waren voor de illegale hennepteelt.
De rechtbank ziet in het dossier geen aanknopingspunten voor medeplegen, zodat [verdachte] daarvan wordt vrijgesproken.
4.3.4.
Overwegingen ten aanzien van feit 2
Meldplicht artikel 16 Wwft
[verdachte] is een instelling zoals genoemd in artikel 1 lid 1 onder a, punt 15 van de Wwft, zoals dit artikel gold ten tijde van de ten laste gelegde periode betreffende feiten 3 en 4, te weten een:
beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van € 15 000 of meer, ongeacht of de transactie plaatsvindt in een handeling of door middel van meer handelingen waartussen een verband bestaat.
Op grond van artikel 16 Wwft diende [verdachte] ongebruikelijke transacties te melden aan de Financiële inlichtingen eenheid. Artikel 15 Wwft bepaalt dat indicatoren werden vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur aan de hand waarvan kon worden beoordeeld of een transactie moest worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie. De bedoelde algemene maatregel van bestuur betreft het Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Uitvoeringsbesluit Wwft), met de daarbij behorende Indicatorenlijst.
Uitvoeringsbesluit Wwft
Op 4 en 12 februari 2013 gold voor [verdachte] als indicator, aan de hand waarvan zij kon beoordelen of een transactie moest worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie, het volgende:
Transacties waarbij de meldingsplichtige aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.
De vraag die moet worden beantwoord is: “Had [verdachte] aanleiding om te veronderstellen dat de in feit 2 genoemde transacties verband konden houden met witwassen?”
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat de branche waarin [verdachte] in februari 2013 opereerde de hennepteelt betrof. Elke transactie in contanten hoger dan € 15.000,- is hierdoor naar het oordeel van de rechtbank automatisch ongebruikelijk nu deze transacties in verband kunnen worden gebracht met witwassen. Illegale hennepteelt levert namelijk grote contante geldbedragen op.
Conclusie
Op grond van de aangifte en het onderzoek door de politie naar de niet gemelde contante betalingen die gelijk zijn aan of hoger zijn dan € 15.000,-, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] de op 4 en 12 februari 2013 contante betalingen niet heeft gemeld, terwijl zij dat wel had moeten doen.
De rechtbank ziet in het dossier geen aanknopingspunten voor medeplegen, zodat [verdachte] daarvan wordt vrijgesproken.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht het onder 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen. De volledige bewezenverklaring is opgenomen in Bijlage III van dit vonnis.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte] is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
stoffen/voorwerpen te koop aanbieden en voorhanden hebben, waarvan zij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid/vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
feit 2
opzettelijke overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN [verdachte]

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.OP TE LEGGEN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] een geldboete ter hoogte van
€ 20.000,00 op te leggen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de gehele tenlastelegging en heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten
[verdachte] heeft op 9 oktober 2018 als winkel een grote hoeveelheid voorwerpen en stoffen, die bestemd zijn voor de grootschalige beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt, voorhanden gehad en te koop aangeboden. Hiermee heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 11a van de Opiumwet.
De bestrijding van hennepteelt is een prioriteit van de Nederlandse overheid, aldus de wetgever. Volgens het kabinet levert de illegale hennepteelt door haar omvang en professionaliteit een reëel veiligheidsrisico op ‘waartegen doortastend en effectief moet worden opgetreden’. Met artikel 11a van de Opiumwet wil de wetgever optreden tegen activiteiten van ondersteunende aard rond de illegale hennepteelt, in het bijzonder de activiteiten die strekken ter voorbereiding of bevordering van die teelt.
De rechtbank rekent het [verdachte] aan dat zij goederen voorhanden heeft gehad en te koop heeft aangeboden die bijdragen aan het in stand houden van de illegale hennepteelt. Hennep bevat de voor de volksgezondheid schadelijke stof THC en is daarom door de wetgever op lijst II van de Opiumwet geplaatst. Het is een feit van algemene bekendheid dat hennepteelt en de handel in en het gebruik van verdovende middelen vaak gepaard gaan met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit, waardoor de samenleving schade wordt berokkend.
Daarnaast heeft [verdachte] nagelaten twee ongebruikelijke transacties, zoals bedoeld in artikel 16 Wwft, te melden bij de FIU-NL. De wetgever heeft aan instellingen, zoals [verdachte] , een poortwachtersfunctie toegekend. Op grond daarvan heeft [verdachte] een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid bij de bestrijding van witwassen. [verdachte] heeft door haar handelen de overheid de mogelijkheid ontnomen zicht te krijgen op geldstromen die kunnen duiden op criminaliteit en achterliggende strafbare feiten op te sporen. [verdachte] heeft daarmee haar verantwoordelijkheid miskend.
De straf
Gelet op de aard en de ernst van de feiten zoals hiervoor is geschetst en het feit dat [verdachte] een rechtspersoon is, acht de rechtbank een geldboete ter hoogte van € 20.000,00 passend en geboden.
De rechtbank betrekt bij deze strafoplegging ook dat in het geval van [verdachte] geen beslag is gelegd op bankrekeningen of geld, welke verbeurd kunnen worden verklaard. Bij een aantal andere rechtspersonen die zijn betrokken in dit onderzoek is dat wel het geval en in die gevallen heeft de rechtbank er wel voor gekozen om daarom af te zien van het apart opleggen van een geldboete.

9.BESLAG

Onder [verdachte] zijn voorwerpen in beslag genomen, zoals vermeld op de in bijlage IV opgenomen beslaglijst.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht alle voorwerpen op de beslaglijst verbeurd te verklaren, nu met betrekking tot al deze voorwerpen het onder 1 ten laste gelegde strafbare feit (artikel 11a Opiumwet) is begaan.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de beslissing over de in beslag genomen voorwerpen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te vinden op de als bijlage IV aan dit vonnis gehechte beslaglijsten, verbeurd verklaren. Met betrekking tot en met behulp van deze voorwerpen is het onder 1 bewezen verklaarde begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 23, 24c, 33, 33a, 51 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 11a van de Opiumwet en
  • 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en
  • 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart [verdachte] strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt [verdachte] tot een
geldboetevan
€ 20.000,00;
Beslag
- verklaart verbeurd de voorwerpen die op de aan het vonnis gehechte beslaglijst zijn vermeld.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van Rijssen, voorzitter, mr. S.M. Schothorst en
mr. G. Schnitzler, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.E. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 juli 2022.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
zij op of omstreeks 9 oktober 2018 te [plaats] , in elk geval in Nederland, (telkens) onderstaande stoffen en/of voorwerpen te koop heeft aangeboden en/of voorhanden gehad (in het kantoor en/of het magazijn en/of de winkel) aan de [adres] te [plaats] , te weten:
(bron: nazending PV 334 'Opstellen tabel t.b.v. ZD-02: voorraad [verdachte] ', p.9678-9680 + het brondocument van die tabel: bijlage 1 van PV 314 'analyse voorraad en inkoop [verdachte] ' (ordner 17, p.7503), zijnde een Excel overzicht van de voorraad van [verdachte] met kwalificatie, ordner 17, 8ste kolom van p.7518 t/m 7537)
 49, 49, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' dimmers thermo- en hygrostaten en/of
 49, 3, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' electra onderdelen en/of
 49, 488, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' kabels en stekkers en/of
 49, 2, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' krachtautomaten en/of
 49, 97, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' kunstlicht en/of
 49, 13, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' relais en/of
 49, 4, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' relaiskasten en/of
 49, 7, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' tijdklokken en/of
 49, 88, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' zekeringen en/of
 49, 5063, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' irrigatie en/of
 49, 1226, althans één of meer voorwerp(en) met de 'benaming' voeding en/of (voedings)toebehoren en/of
 49, 4, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' voedingscomputers en/of
 49, 29, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' watervaten en/of
 49, 4, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' gieters en/of
 49, 3, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' kweektenten en/of
 49, 1 voorwerp met de 'benaming' afzuigbeveiliging en/of
 49, 28, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' filterdoek en/of
 49, 123, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' geurbestrijding en/of
 49, 5, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' isolatiefolie en/of
 49, 28, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' koolstoffilter en/of
 49, 2, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' sealfolie en/of
 49, 8, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' zwart/wit folie en/of
 49, 1 voorwerp met de 'benaming' airco en toebehoren en/of
 49, 283, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en/of
 49, 17, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' bevochtiging en/of
 49, 787, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' bouwmateriaal en/of
 49, 10, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' buisventilator en/of
 49, 262, althans één of meer voorwerp(en) met de 'benaming' flenzen en hulpstukken en/of
 49, 102, althans één of meer voorwerp(en) met de 'benaming' luchtslangen en/of
 49, 1 voorwerp(en) met de 'benaming' ontvochtiging en/of
 49, 1 voorwerp(en) met de 'benaming' slakhuisventilator en/of
 49, 21, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' softbox en/of
 49, 65, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' ventilatoren
 49, 24, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' verwarming en/of
 49, 521, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' aarde, cocos en toevoegingen en/of
 49, 84, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' dozen en/of
 49, 309, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' groeimedia en/of
 49, 3344, althans ‘’een of meer, voorwerp(en) met de ‘benaming’ steenwolproducten en/of
 49, 111, althans een of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' bescherming en/of
 49, 39, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' ongediertebestrijding
 49, 5, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' cannacutter en/of
 49, 27, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' cannacutter onderdelen en/of
 49, 72, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' droogrek en/of
 49, 1 voorwerp met de 'benaming' strijkijzer en/of
 49, 1441, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' verpakkingsmateriaal en/of
 49, 38, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' scharen en/of
 49, 15, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' stekpoeder/gel en/of
 49, 10, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' Co2 en/of
 49, 68, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' ijkvloeistof en/of
 49, 44, althans een of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' maatbekers en/of
 49, 2, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' meetapparatuur en/of
 49, 1005, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' steunnet en/of
 49, 776, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' groeimedia en/of
 49, 2, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' tuinartikelen en/of
 49, 31, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' tuingereedschap en/of
 49, 3, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' brandblussers en/of
 49, 2, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' kweekkas/systeem etc. en/of
 49, 5, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' nietmachine en nietjes en/of
 49, 68, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' ophangsystemen en/of
 49, 947, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' potten en/of
 49, 25, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' tape en/of
 49, 18, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' tie-wraps en/of
 49, 400, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' touw en/of
 49, 17, althans een of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' vloeistoffen en/of
 49, 22, althans één of meer, voorwerp(en) met de 'benaming' vuilniszakken
waarvan zij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 te Nieuwegein, in elk geval in Nederland, (telkens) als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 Euro of meer, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, (een) verrichte/voorgenomen ongebruikelijke transactie(s), niet (binnen 14 dagen/onverwijld) nadat het ongebruikelijke karakter van deze transactie(s) bekend is geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële inlichtingen eenheid, immers heeft zij (telkens) opzettelijk geen melding gedaan van
 ( (een) op of omstreeks 4 februari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van (in totaal) (minstens) 18.506,33 euro (ordernummer VO-130786) en/of
 ( (een) op of omstreeks 12 februari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van (in totaal) (minstens) 33. 395,62 euro (ordernummer VO-130963).
Bijlage II Tabellen PvB-314, ordner 17, p. 7518 tot en met 7537
PvB-334, map 23, p. 9679 en 9680
Bijlage III De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
feit 1
zij op 9 oktober 2018 te [plaats] onderstaande stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden en voorhanden gehad (in het kantoor en het magazijn en de winkel) aan de [adres] te [plaats] , te weten:
(bron: nazending PV 334 'Opstellen tabel t.b.v. ZD-02: voorraad [verdachte] ', p.9678-9680 + het brondocument van die tabel: bijlage 1 van PV 314 'analyse voorraad en inkoop [verdachte] ' (ordner 17, p.7503), zijnde een Excel overzicht van de voorraad van [verdachte] met kwalificatie, ordner 17, 8ste kolom van p.7518 t/m 7537)
 49 49 voorwerpen met de 'benaming' dimmers thermo- en hygrostaten en
 49 3 voorwerpen met de 'benaming' electra onderdelen en
 49 488 voorwerpen met de 'benaming' kabels en stekkers en
 49 2 voorwerpen met de 'benaming' krachtautomaten en
 49 97 voorwerpen met de 'benaming' kunstlicht en
 49 13 voorwerpen met de 'benaming' relais en
 49 4 voorwerpen met de 'benaming' relaiskasten en
 49 7 voorwerpen met de 'benaming' tijdklokken en
 49 88 voorwerpen met de 'benaming' zekeringen en
 49 5063 voorwerpen met de 'benaming' irrigatie en
 49 1226 voorwerpen met de 'benaming' voeding en/of (voedings)toebehoren en
 49 4 voorwerpen met de 'benaming' voedingscomputers en
 49 29 voorwerpen met de 'benaming' watervaten en
 49 4 voorwerpen met de 'benaming' gieters en
 49 3 voorwerpen met de 'benaming' kweektenten en
 49 1 voorwerp met de 'benaming' afzuigbeveiliging en
 49 28 voorwerpen met de 'benaming' filterdoek en
 49 123 voorwerpen met de 'benaming' geurbestrijding en
 49 5 voorwerpen met de 'benaming' isolatiefolie en
 49 28 voorwerpen met de 'benaming' koolstoffilter en
 49 2 voorwerpen met de 'benaming' sealfolie en
 49 8 voorwerpen met de 'benaming' zwart/wit folie en
 49 1 voorwerp met de 'benaming' airco en toebehoren en
 49 283 voorwerpen met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en
 49 17 voorwerpen met de 'benaming' bevochtiging en
 49 787 voorwerpen met de 'benaming' bouwmateriaal en
 49 10 voorwerpen met de 'benaming' buisventilator en
 49 262 voorwerpen met de 'benaming' flenzen en hulpstukken en
 49 102 voorwerpen met de 'benaming' luchtslangen en
 49 1 voorwerp met de 'benaming' ontvochtiging en
 49 1 voorwerp met de 'benaming' slakhuisventilator en
 49 21 voorwerpen met de 'benaming' softbox en
 49 65 voorwerpen met de 'benaming' ventilatoren
en
 49 24 voorwerpen met de 'benaming' verwarming en
 49 521 voorwerpen met de 'benaming' aarde, cocos en toevoegingen en
 49 84 voorwerpen met de 'benaming' dozen en
 49 309 voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en
 49 3344 voorwerpen met de ‘benaming’ steenwolproducten en
 49 111 voorwerpen met de 'benaming' bescherming en
 49 39 voorwerpen met de 'benaming' ongediertebestrijding
en
 49 5 voorwerpen met de 'benaming' cannacutter en
 49 27 voorwerpen met de 'benaming' cannacutter onderdelen en
 49 72 voorwerpen met de 'benaming' droogrek en
 49 1 voorwerp met de 'benaming' strijkijzer en
 49 1441 voorwerpen met de 'benaming' verpakkingsmateriaal en
 49 38 voorwerpen met de 'benaming' scharen en
 49 15 voorwerpen met de 'benaming' stekpoeder/gel en
 49 10 voorwerpen met de 'benaming' CO2 en
 49 68 voorwerpen met de 'benaming' ijkvloeistof en
 49 44 voorwerpen met de 'benaming' maatbekers en
 49 2 voorwerpen met de 'benaming' meetapparatuur en
 49 1005 voorwerpen met de 'benaming' steunnet en
 49 776 voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en
 49 2 voorwerpen met de 'benaming' tuinartikelen en
 49 31 voorwerpen met de 'benaming' tuingereedschap en
 49 3 voorwerpen met de 'benaming' brandblussers en
 49 2 voorwerpen met de 'benaming' kweekkas/systeem etc. en
 49 5 voorwerpen met de 'benaming' nietmachine en nietjes en
 49 68 voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en
 49 947 voorwerpen met de 'benaming' potten en
 49 25 voorwerpen met de 'benaming' tape en
 49 18 voorwerpen met de 'benaming' tie-wraps en
 49 400 voorwerpen met de 'benaming' touw en
 49 17 voorwerpen met de 'benaming' vloeistoffen en
 49 22 voorwerpen met de 'benaming' vuilniszakken
waarvan zij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bewerken en/of verkopen van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 telen en/of bewerken en/of verkopen en/of aanwezig hebben van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
zij in de periode van 4 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 te Nieuwegein, (telkens) als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 Euro of meer, meermalen, (telkens) opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, verrichte ongebruikelijke transacties, niet (binnen 14 dagen/onverwijld) nadat het ongebruikelijke karakter van deze transacties bekend is geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële inlichtingen eenheid, immers heeft zij (telkens) opzettelijk geen melding gedaan van
 een op 4 februari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.506,33 euro (ordernummer VO-130786) en
 een op 12 februari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 33.395,62 euro (ordernummer VO-130963).
Bijlage IV Beslaglijst [verdachte]

Voetnoten

1.TK 2011-2012, 32 842, nr. 6, pagina’s 2 en 3.
2.TK 2012-2013, 32 842, nr. 13.
3.TK 2011-2012, 32 842, nr. 6.
4.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 15 november 2019, genummerd MDRBB16018, opgemaakt door de Politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 9753. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
5.Een geschrift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [verdachte] van 28 maart 2017, als bijlage gevoegd bij PvB-020, ordner 5, p. 2029 en 2030.
6.Een geschrift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [medeverdachte 6] B.V. van 28 maart 2017, als bijlage gevoegd bij PvB-020, ordner 5, p. 2015 en 2016.
7.Een geschrift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [medeverdachte 4] B.V. van 28 maart 2017, als bijlage gevoegd bij PvB-020, ordner 5, p. 1988 en 1989.
8.Een geschrift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [medeverdachte 5] B.V. van 28 maart 2017, als bijlage gevoegd bij PvB-020, ordner 5, p. 1976 en 1977.
9.Een geschift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [verdachte] van 20 mei 2022.
10.Een geschift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [holdingmaatschappij] B.V. van 20 mei 2022.
11.De verklaring van verdachte ter terechtzitting, zoals afgelegd op de zitting van 30 mei 2022.
12.Een geschrift, te weten een Lijst inbeslaggenomen goederen, Pand [pand] (winkel), als bijlage gevoegd aan het proces-verbaal doorzoeking 2de dag [verdachte] BV, ordner 21, p. 9049 en 9050.
13.Een geschrift, te weten een Lijst inbeslaggenomen goederen, Pand [pand] (magazijn), als bijlage gevoegd aan het proces-verbaal doorzoeking 2de dag [verdachte] BV, ordner 21, p. 9051 en 9052.
14.Een geschrift, te weten een tabel betreffende de voorraad van [verdachte] , als bijlage gevoegd bij PvB-245, ordner 13, p. 5772
15.PvB-253, Kwalificatie producten [medeverdachte 7] in mate van professionaliteit en al dan niet grootschalig, order 14, p. 5852.
16.Idem, p. 5853.
17.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7504.
18.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7518 tot en met 7537.
19.Een geschrift, Tabel handelsvoorraad [verdachte] B.V. op 9 oktober 2018 (voorhanden hebben), bijlage bij PvB-334, map 23, p. 9679 en 9680.
20.Een geschrift, te weten een Lijst inbeslaggenomen goederen, Pand [pand] (winkel), als bijlage gevoegd aan het proces-verbaal doorzoeking 2de dag [verdachte] BV, ordner 21, p. 9039 tot en met 9041.
21.PvB-312, Onderzoek IBN administratie locatie [pand] , p. 7434.
22.Idem, p. 7435.
23.Idem, p. 7439.
24.Idem, p. 7437
25.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4057 tot en met 4282.
26.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7505.
27.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4078.
28.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7505.
29.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4078.
30.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7505.
31.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4063.
32.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7519.
33.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4063.
34.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7505.
35.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4063.
36.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7505.
37.Idem.
38.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4070.
39.Idem, p. 4071.
40.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7506.
41.Idem, p. 7507.
42.Idem, p. 7508.
43.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4076.
44.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7508.
45.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4066.
46.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7520 en 7521.
47.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7531.
48.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7508.
49.PvB-253, Kwalificatie producten [medeverdachte 7] in mate van professionaliteit en al dan niet grootschalig, ordner 14, p. 5855
50.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4062.
51.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7528 en 7529.
52.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7511.
53.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4063.
54.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7518.
55.PvB-314, ordner 17, p. 7511
56.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7520.
57.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4078.
58.PvB-314, ordner 17, p. 7512
59.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7530.
60.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4074.
61.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7520.
62.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4081.
63.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7528.
64.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [medeverdachte 7] , ordner 10, p. 4082.
65.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7530.
66.PvB-314, ordner 17, p. 7514.
67.Idem, p. 7515.
68.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7532.
69.PvB-314, ordner 17, p. 7515.
70.Een geschrift, te weten een Excelbestand voorraad [verdachte] met kwalificatie, als bijlage gevoegd bij PvB-314, ordner 17, p. 7531 en 7532.
71.Idem, p. 7515.
72.PvB-237, ordner 13, p. 5621.
73.P. 9375.
74.PvB-238, Onderzoek palet [verdachte] , ordner 13, p. 5656.
75.Proces-verbaal van verhoor getuige, [getuige 1] ( [naam] ) [verdachte] , ordner 2, p. 854.
76.Idem, p. 863.
77.Idem, p. 864.
78.Idem, p. 861.
79.Proces-verbaal van verhoor getuige, [getuige 2] , ordner 2, p. 876.
80.Idem, p. 877.
81.Idem, p. 881.
82.PvB-314, Analyse voorraad en inkoop [verdachte] , ordner 17, p. 7504.
83.Pvb-243, Aangetroffen goederen [verdachte] , ordner 13, p. 5724.
84.Een geschrift, goederen locatie [adres] -70 [plaats] , ordner 22, p. 9142 en een Kennisgeving van Inbeslagname, ordner 22, p. 9389.
85.PvB-317, Bevindingen omtrent aantreffen kweekschema, ordner 18, p. 7646.
86.Een geschrift, te weten een lijst van in beslag genomen goederen, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, ordner 21, p. 9039.
87.PvB-320 Onderzoek spruitjes schema, ordner 18, p. 7653.
88.Idem, p. 7654.
89.Idem, p. 7658.
90.PvB-321, Bevindingen omtrent aantreffen kweekschema, ordner 18, p. 7717.
91.Relaas, p. 194.
92.Idem, p. 195.
93.Idem, p. 196.
94.Een geschrift, te weten een brief betreffende de aangifte aan Functioneel Parket Amsterdam van Bureau Toezicht Wwft van 22 december 2016, ordner 2, p. 609 tot en met 724.
95.Idem, p. 612.
96.Een geschrift, te weten een rapport van de Wwft van 12 december 2016, als bijlage gevoegd bij de aangifte aan Functioneel Parket Amsterdam van Bureau Toezicht Wwft, ordner 2, p. 624 tot en met 640.
97.Idem, p. 626.
98.PvB-037, PV verstrekking gevorderde gegevens, ordner 6, pagina 2309.
99.Een geschrift, te weten een lijst van in beslag genomen goederen, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, ordner 21, p. 9039.
100.PvB-271, Overtredingen Wwft [verdachte] B.V., ordner 14, p. 6161.
101.Idem, p. 6161.
102.Lijst van inbeslaggenomen goederen, als bijlage gevoegd bij PvB-165, Doorzoeking ter inbeslagneming (locatie [adres] [plaats] ), ordner 21, p. 9004 tot en met 9011.
103.PvB-310, Facturen Wwft [medeverdachte 7] uit kasboeken, ordner 17, p. 7088.
104.Geschriften, te weten facturen van [medeverdachte 7] , als bijlage gevoegd bij PvB-310, ordner 17, p. 7100 tot en met 7423.