ECLI:NL:RBMNE:2022:3056

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 juli 2022
Publicatiedatum
29 juli 2022
Zaaknummer
16/008855-22, 16/246178-21, 16/257771-21 en 16/140527-22 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere diefstallen, heling, oplichting, mishandeling en wapenbezit

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 29 juli 2022 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich in een korte periode schuldig heeft gemaakt aan een reeks strafbare feiten, waaronder diefstallen, heling, oplichting, mishandeling en wapenbezit. De verdachte, geboren in 1999 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein, is verminderd toerekeningsvatbaar door bovenmatig drugsgebruik. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk deel zijn bijzondere voorwaarden verbonden, waaronder een meldplicht en opname in een zorginstelling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen, waaronder de diefstal van fietsen, postpakketten en een barbecue. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting door goederen aan te bieden op Facebook onder valse namen en deze niet te leveren. De rechtbank heeft enkele feiten niet bewezen verklaard, waaronder een poging tot inbraak en het bezit van drugs, en heeft de verdachte vrijgesproken van deze tenlasteleggingen. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en verslaving.

De benadeelde partijen hebben vorderingen ingediend voor schadevergoeding, waarvan een aantal is toegewezen door de rechtbank. De rechtbank heeft de vorderingen van enkele benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat er onvoldoende bewijs was voor de schade die zij claimden. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van de toegewezen schadevergoedingen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/008855-22, 16/246178-21, 16/257771-21 en 16/140527-22 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 29 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1999] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein te Nieuwegein.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 juli 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.C.M. Beneken genaamd Kolmer en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J.A. Neslo, advocaat te Almere, alsmede de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
Parketnummer 16/008855-22
feit 1
op 17 december 2021 te Emmeloord de fiets van [benadeelde 3] en/of [benadeelde 2] heeft gestolen;
(hierna: feit 1)
feit 2
op 7 januari 2022 te Emmeloord tien postpakketten van [benadeelde 4] heeft gestolen;
(hierna: feit 2)
feit 3
primair
op 3 januari 2022 te Espel een fiets en een heggenschaar van [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] heeft gestolen;
subsidiair
zich in de periode van 3 januari 2022 tot en met 10 januari 2022 te Espel en/of Emmeloord schuldig heeft gemaakt aan heling van een heggenschaar;
(hierna: feit 3)
feit 4
op 9 januari 2022 te [plaats] heeft geprobeerd in te breken in de woning aan de [adres] door met een voorwerp de deur te forceren;
(hierna: feit 4)
feit 5
op 3 december 2021 te Emmeloord opzettelijk 71 pillen en/of 5,21 gram 2C-B aanwezig heeft gehad;
(hierna: feit 5)
feit 6
in de periode van 24 maart 2021 tot en met 27 oktober 2021 te Emmeloord en/of Enkhuizen en/of Nieuwe Pekela en/of Grooteboek althans in Nederland [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] heeft opgelicht door op Facebook goederen te koop aan te bieden onder een valse naam en die goederen niet te leveren;
(hierna: feit 6)
Parketnummer 16/246178-21
feit 1
op of omstreeks 21 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Emmeloord een geldbedrag van 1250 euro toebehorende aan [benadeelde 10] heeft gestolen;
(hierna: feit 7)
feit 2
primair
op of omstreeks 21 augustus 2021 tot en met 22 augustus 2021 te Emmeloord een jas toebehorende aan [benadeelde 10] heeft gestolen;
subsidiair
op of omstreeks 21 augustus 2021 te Emmeloord een jas toebehorende aan [benadeelde 10] heeft verduisterd;
(hierna: feit 8)
feit 3
op 25 augustus 2021 te Emmeloord [slachtoffer 1] heeft mishandeld door hem te trappen;
(hierna: feit 9)
feit 4
op 25 augustus 2021 te Emmeloord een tennisracket toebehorende aan [benadeelde 1] heeft vernield;
(hierna: feit 10)
Parketnummer 16/257771-21
feit 1
op 4 september 2021 te Emmeloord een pasjeshouder met inhoud toebehorende aan [benadeelde 11] heeft gestolen;
(hierna: feit 11)
feit 2
op 29 augustus 2021 te Emmeloord [slachtoffer 2] heeft mishandeld;
(hierna: feit 12)
Parketnummer 16/140527-22
feit 1
op 17 november 2021 te Emmeloord een geldbedrag van [benadeelde 12] heeft gestolen, waarbij gebruik is gemaakt van een valse sleutel;
(hierna: feit 13)
feit 2
op 4 december 2021 te Emmeloord een gaspistool voorhanden heeft gehad;
(hierna: feit 14)
feit 3
op 28 december 2021 te Emmeloord een fiets en/of agenda’s toebehorende aan [benadeelde 2] heeft gestolen;
(hierna: feit 15)
feit 4
op 1 januari 2022 te Emmeloord een barbecue toebehorende aan [benadeelde 13] heeft gestolen.
(hierna: feit 16)
Zoals hiervoor aangegeven nummert de rechtbank de bij de dagvaardingen met de parketnummers 16/008855-22, 16/246178-21, 16/257771-21 en 16/140527-22 ten laste gelegde feiten respectievelijk als de feiten 1 tot en met 16.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 4, 5, 7 en 8 ten laste gelegde.
Het onder 3 primair ten laste gelegde feit acht de officier van justitie deels wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie acht het onder 1, 2, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de onder 3 primair, 4, 5, 7, 8 en 15 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van de onder 1, 2, 3 subsidiair, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 16 ten laste gelegde feiten heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van feit 3 primair
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde heggenschaar en fiets op 3 januari 2022 te Espel heeft gestolen. De rechtbank spreekt verdachte hiervan vrij.
Vrijspraak ten aanzien van feit 4
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 9 januari 2022 heeft getracht in te breken in de woning aan de [adres] te [plaats] . De rechtbank spreekt verdachte hiervan vrij.
Vrijspraak ten aanzien van feit 5
Uit het dossier is gebleken dat verdachte op 3 december 2021 te Emmeloord 71 pillen aanwezig heeft gehad. Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut is gebleken dat in deze pillen geen Opiumwetsubstanties zijn aangetoond. De rechtbank spreekt verdachte derhalve vrij van het onder 5 tenlastegelegde feit.
Vrijspraak ten aanzien van feit 7
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de periode van 21 en 22 augustus 2021 een geldbedrag van € 1.250,00 toebehorende aan [benadeelde 10] heeft gestolen. De rechtbank spreekt verdachte hiervan vrij.
Vrijspraak ten aanzien van feit 8
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de periode van 21 en 22 augustus 2021 een jas toebehorende aan [benadeelde 10] heeft gestolen of verduisterd. De rechtbank spreekt verdachte hiervan vrij.
feit 1
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 1 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met fotobijlagen gedateerd 17 december 2021, genummerd PL0900-2021395363-3 opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aangifte van [benadeelde 3] doorgenummerde pagina’s 98 tot en met 102;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal gedateerd 17 december 2021, genummerd PL0900-2021395363-3 opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een proces-verbaal van bevindingen doorgenummerde pagina’s 103 en 104;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 2
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 2 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 7 januari 2022, genummerd PL0900-2022007126-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aangifte gedaan door [aangever 1] namens [benadeelde 4] te [plaats] , doorgenummerde pagina’s 142 en 143;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 11 januari 2022, genummerd 2022007126, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende het uitkijken van bewakingsbeelden, doorgenummerde pagina’s 150 tot en met 151;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 3 subsidiair
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 3 subsidiair ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 10 januari 2022, genummerd PL0900-2022009958-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 5] , doorgenummerde pagina’s 241 en 242;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 6
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 6 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met bijlage van 2 april 2021, genummerd PL2600-2021022959-1 opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aangifte van [benadeelde 7] , doorgenummerde pagina’s 225 tot en met 231;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met bijlage van 28 oktober 2021, genummerd PL2600-2021048591-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aangifte van [benadeelde 8] , doorgenummerde pagina’s 232 tot en met 236;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 11 november 2021, genummerd PL2600-2021051282-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aangifte van [benadeelde 9] , doorgenummerde pagina’s 237 tot en met 240;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 9
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 9 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 25 augustus 2021, genummerd PL0900-2021271648-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een proces-verbaal van aangifte met fotobijlagen door [slachtoffer 1] , doorgenummerde pagina’s 9 tot en met 14;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 10
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 10 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 25 augustus 2021, genummerd PL0900-2021271653-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een proces-verbaal van aangifte met fotobijlagen door [benadeelde 1] , doorgenummerde pagina’s 15 tot en met 20;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 11
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 11 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte van 13 september 2021, genummerd PL0900-2021293166-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aangifte van [benadeelde 11] , doorgenummerde pagina’s 33 en 34;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 12
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 12 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met bijlagen van 3 september 2021, genummerd PL0900-2021280862-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aangifte van [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina’s 18 tot en met 26;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 6 september 2021, genummerd PL0900-202180862-3, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een getuigenverklaring van [getuige] , doorgenummerde pagina 26 van het digitale dossier;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 13
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 13 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met bijlage van 24 november 2021, genummerd PL0900-2021371667-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een aangifte van [aangever 2] namens [benadeelde 12] , doorgenummerde pagina’s 367 tot en met 371;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
feit 14
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 14 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 4 december 2021, genummerd PL0900-2021381824-3, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende de aanhouding van verdachte, doorgenummerde pagina’s 299 en 300;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 4 december 2021, genummerd PL0900-2021381824-10, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een onderzoek en categorisering van het vuurwapen, doorgenummerde pagina’s 322 en 323;
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 juli 2022.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 15 [1]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in
een proces-verbaal van aangiftevan 29 december 2021 het volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs, zakelijk weergegeven:
Voornamen: [voornamen]
Achternamen: [benadeelde 2]
Geboortedatum: [1957]
Adres: [adres]
Postcode: [postcode]
Plaats: [plaats]
Op 28-12-2021 deed ik boodschappen bij [winkel] aan de [straat] in Emmeloord. Toen ik met mijn boodschappen uit de winkel kwam, was mijn fiets verdwenen. De fiets is ca. 4 jaar oud. Ik heb geen framenummer van de fiets. Ik heb de fiets een paar jaar geleden via Marktplaats bij een particulier in Meppel gekocht.DAMESFIETSMerk: GAZELLEKleur: BLAUWBijzonderheden: Blauw-wit frame, grijs zadel, op achterkant bagagedrager is een "schooltasrek" gemonteerd, grote zwarte canvas fietstassen.Het goed is: Diefstal. [2]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in
een proces-verbaal van bevindingenvan 10 januari 2022 het volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs, zakelijk weergegeven:
Vervolgens zag ik dat deze manspersoon op zijn fiets stapte en trachtte weg te fietsen, waarna ik mijn zaklamp op de persoon scheen en ik tegen de persoon riep "Blijf staan politie!" op ongeveer 2 meter afstand. Ik zag hierna dat de persoon zijn fiets naar mij toe smeet en door de brandgang wegrende. De manspersoon herkende ik met stellige zekerheid van de briefing, waarbij foto's werden getoond, als zijnde [verdachte] geboren op [1999] . [verdachte] is mij ambtshalve bekend van een eerdere melding. De fiets hebben wij inbeslaggenomen. Dit betreft een damesfiets wit/blauw van kleur van het merk Gazelle met een Monkey-Mee drager achterop. Nadien bleek op het politiebureau dat de fiets die [verdachte] achter liet bij de diefstal van een BBQ gepleegd op 1 januari 2022 onder bvhnummer: 2022002018 dezelfde fiets betreft. Bij eerder genoemd dossier zijn foto's gevoegd van deze fiets. Hierdoor kunnen wij met stellige zekerheid zeggen dat het dezelfde fiets betreft. De fiets zou later opgehaald zijn bij de aangever van de BBQ, die verklaarde dat dit [verdachte] was. [3]
Een proces-verbaal inhoudende forensisch onderzoekwoning op de [adres] [plaats] :
SPOREN
Ik, verbalisant, hoorde op het politiebureau van Emmeloord, dat de fiets waarmee de man ermee vandoor was gegaan, ook in beslag genomen was en binnen in de garage van het politiebureau stond. Ik, verbalisant, heb de linker -en rechter stuurgreep van de GAZELLE damesfiets met een wattenstaafje bemonstert op de mogelijke aanwezigheid van biologische sporen.
Biologische sporen
Spoornummer: PL0900-2022009316-172987
SIN: AAPD3973NL
Plaats veiligstellen: Linker handgreep stuur gazelle damesfiets
Bijzonderheden: - fiets achtergelaten door verdachte
Spoornummer: PL0900-2022008316-172989
SIN: AAPD3974NL
Plaats veiligstellen: Re. Handgreep stuur gazelle damesfiets
Bijzonderheden: - fiets achtergelaten door verdachte [4]
Een deskundigenrapport van het NFI: “
DNA-onderzoek naar aanleiding van een delict gepleegd in Emmeloord op 9 januari 2022” van 1 april 2022 opgesteld door ing. S. Tuinman, voor zover relevant voor het bewijs:
Tabel 1 Resultaten, interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek
SIN en omschrijving: AAPD3974NL#01Beschrijving DNA-profiel: afgeleid DNA-hoofdprofiel van een manCelmateriaal kan afkomstig zijn van: [verdachte]Matchkans: kleiner dan één op één miljard.
Tabel 2 Overzicht opgenomen en vergeleken DNA-profielen
SIN: AAPD3974NL#01Datum opname: 23-03-2022Celmateriaal kan afkomstig zijn van: [verdachte] [5]
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben in
een proces-verbaal van bevindingenvan 10 januari 2022 het volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs, zakelijk weergegeven:
Op 10 januari 2022 bevonden wij ons in de woning van [B] in verband met de aanhouding van [verdachte] .. Wij hoorden hierop [verdachte] zeggen dat wij in de kamer mochten kijken waar hij verbleef. Wij hoorden dat [B] ons vroeg om mee te komen naar de slaapkamer van [verdachte] . Wij troffen op de grond allereerst twee zakagenda's aan. Wij zagen dat op de voorzijde de opdruk 2021 en op de andere 2022 stonden. In de agenda zagen wij geschreven de naam: [benadeelde 2] , [adres] te [plaats] . [6]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft in
een proces-verbaal van bevindingenvan 10 januari 2022 het volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs, zakelijk weergegeven:
Op maandag 10 januari 2022 omstreeks 13:30 uur ontving ik, verbalisant, van collega [verbalisant 3] twee agenda's. Ik hoorde hem zeggen dat hij deze zojuist had aangetroffen waar [verdachte] verbleef. Gezien de personalia die in de agenda's vermeld stonden, was het vermoeden dat de agenda's van diefstal afkomstig waren. Via het vermelde telefoonnummer in de agenda heb ik contact opgenomen met betrokkene [benadeelde 2] ,. Ik hoorde haar zeggen dat ze onlangs aangifte had gedaan van diefstal van haar fiets en dat de genoemde agenda's in haar fietstas zaten. [7]
Verbalisant [verbalisant 6] heeft in
een proces-verbaal van bevindingenhet volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs, zakelijk weergegeven:
Op 14 januari werd telefonisch contact gelegd met aangever [benadeelde 2] omtrent de
herkenning van de aangetroffen fiets die op 9 januari 2022 werd aangetroffen bij de poging woning inbraak. Aangever [benadeelde 2] herkende de aangetroffen fiets als zijnde haar eigendom. Zij herkende de fiets aan het fietsenrekje en de gehele staat van de fiets. [8]
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 15
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen volgt dat het verdachte is geweest die op 28 december 2021 in Emmeloord de fiets met de zwarte fietstassen waarin de agenda’s van [benadeelde 2] zaten, heeft gestolen. Verdachte heeft de fiets meegenomen en meer dan een week als heer en meester over de fiets beschikt. De fiets is op 1 januari 2022 door verdachte op een plaats delict achtergelaten en vervolgens weer opgehaald. (zie het hierna onder feit 16 genoemde bewijsmiddel) [9] Op 9 januari 2022 heeft verdachte na een achtervolging door de politie na een melding inbraak op de [straat] (zie feit 4), waarbij verdachte als bestuurder van de fiets is herkend, de fiets achtergelaten. Daarnaast zijn er op de fiets DNA-sporen van verdachte gevonden. Bij de aanhouding van verdachte zijn bovendien in de kamer waar hij verbleef de agenda’s van [benadeelde 2] gevonden. Verdachte heeft voor het bovengenoemde geen verklaring kunnen geven. De rechtbank acht daarom feit 15 wettig en overtuigend te bewijzen.
feit 16
Verbalisant [verbalisant 7] heeft in
een proces-verbaal van aangiftevan 1 januari 2022 het volgende gerelateerd, voor zover relevant voor het bewijs, zakelijk weergegeven:
Achternaam: [benadeelde 13]
Voornamen: [voornamen]
Adres: [adres]
Postcode plaats: [plaats]
Ik doe aangifte van diefstal van mijn BBQ. Op zaterdag 1 januari 2022 kwam er een voor mij onbekende jonge man bij mij het erf op. De jonge man kwam bij ons het erf op en heeft toen onze BBQ gepakt en liep vervolgens met zijn fiets en de BBQ de vrouw achterna. Ik zag dat deze jonge man zonder BBQ mijn oprit op kwam en met onze BBQ die op mijn oprit stond wegliep in zijn hand. Aangezien deze jongeman zijn fiets had laten staan op de kruising [straat] met de [straat] heb ik rond 17:30 uur deze fiets meegenomen naar mijn huis en de fiets in de garage gezet. Het is een damesfiets Gazelle met een rug/ tashouder achterop de fiets. Diezelfde avond rond 21:00 uur kwam deze jongen weer bij ons de oprit op en hij stond op een gegeven moment achter onze woning in de achtertuin. Om in de achtertuin te komen moet je door een hek heen. Hij vroeg of hij zijn fiets terug mocht, hij had de fietssleutel bij zich. De jongeman zei, het spijt me, ik heet [verdachte] . [10]
De
verklaring van verdachteter terechtzitting van 15 juli 2022:
Ik beken dat ik op 1 januari 2022 de barbecue heb gestolen.
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank feit 16 wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
hij op 17 december 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder,
een fiets, die aan [benadeelde 3] toebehoorde, heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 2
hij op 7 januari 2022 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder,
tien postpakketten, die aan [benadeelde 4] toebehoorden, heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 3 subsidiair
hij in de periode van 3 januari 2022 tot en met 10 januari 2022 te Espel,
gemeente Noordoostpolder, en te Emmeloord een heggenschaar voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 6hij in de periode van 24 maart 2021 tot en met 27 oktober 2021 te Emmeloord en/of Enkhuizen en/of Nieuwe Pekela en/of Grootebroek met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 7] en [benadeelde 8] en [benadeelde 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, door
- gebruik te maken van één of meer (gedeeltelijk) valse namen, te weten [valse naam] en [valse naam]
- (vervolgens) al dan niet met gebruikmaking van deze naam op het internet, te weten via Facebook, één of meer advertenties te plaatsen waarin een Nintendo 3DS en/of één of meer spellen (Pokemon Y en/of Moon) en/of een harde schijf (Western Digital WD Elements) te koop werden aangeboden en/of
- meermalen contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te verschaffen over de wijze van en/of het tijdstip van levering en/of betaling van die aangeboden goederen en/of
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en
- daarbij een of meer bankrekeningen te weten: [rekeningnummer] op naam van [verdachte] door te geven waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkost(en) konden worden overgeboekt en/of gestort en over welke rekening(en) hij, verdachte, de beschikking had, en
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en
- de indruk en het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou leveren;
feit 9
hij op 25 augustus 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] te trappen;
feit 10
hij op 25 augustus 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, opzettelijk en wederrechtelijk een tennisracket dat aan [benadeelde 1] , toebehoorde heeft vernield;
feit 11
hij op 4 september 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder,
een pasjeshouder (met daarin een pinpas, rijbewijs, kentekenbewijs, ID-kaart en
een sportschool- en bibliotheekpas) die aan [benadeelde 11] toebehoorde, heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 12
hij omstreeks 29 augustus 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder
[slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermaals met grote kracht te
slaan tegen het hoofd en het lichaam;
feit 13hij 17 november 2021 te Emmeloord een geldbedrag (in totaal 70 euro), dat aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [benadeelde 12] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en van een bijbehorende pincode, toebehorende aan voornoemde [A] ;
feit 14
hij op 4 december 2021 te Emmeloord een wapen van categorie I,
onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie
en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon
vormen te weten een gaspistool (merk: tokyo Marui, model: OPS
Tactical.45) voorhanden heeft gehad;
feit 15
hij op 28 december 2021 te Emmeloord opzettelijk een fiets en agenda‘s, toebehorende aan [benadeelde 2] wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
feit 16
hij op 1 januari 2022 te Emmeloord opzettelijk een barbecue, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 13] wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1, 2, 11, 15 en 16
telkens, diefstal;
feit 3 subsidiair
opzetheling;
feit 6
oplichting, meermalen gepleegd;
feit 9 en 12
telkens, mishandeling;
feit 10
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen;
feit 13
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 14
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 270 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 40 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering: een meldplicht, opname in een zorginstelling voor de duur van maximaal 1 jaar, begeleid wonen en middelencontrole.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht verdachte primair een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de duur die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De aard en de ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een relatief korte periode schuldig gemaakt aan een groot aantal strafbare feiten. Daaronder zijn meerdere diefstallen, heling, oplichting en vernieling. Dit zijn vervelende feiten die niet alleen de betreffende slachtoffers, maar ook de maatschappij schade en overlast opleveren. Verdachte heeft enkel geldelijk gewin voor ogen gehad om zijn verslaving te kunnen bekostigen en aangetoond geen respect te hebben voor andermans eigendom. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan meerdere mishandelingen. Hiermee heeft verdachte de lichamelijke integriteit van de slachtoffers geschonden. Verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan verboden wapenbezit. Verboden wapenbezit brengt in het algemeen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van de openbare orde en van individuele personen met zich mee en dient dan ook te worden bestreden.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van verdachte kennis genomen van:
  • een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 8 juni 2022;
  • een Pro Justitia psychologisch onderzoek van 30 juni 2022, opgemaakt door drs. M.C.F. Hoes, GZ-Psycholoog en drs. A.C.J. Schrama, superviserend GZ-psycholoog;
  • een reclasseringsrapportage van mei 2022, opgemaakt door S. Bolten reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
Uit het op naam van verdachte gestelde uittreksel Justitiële Documentatie blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten en het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. Ten tijde van de ten laste gelegde feiten liep verdachte in een proeftijd.
Uit het Pro Justitia psychologisch onderzoek volgt dat bij verdachte sprake is van een stoornis in amfetamine- en anxiolyticumgebruik van ernstige aard, ADHD van het gecombineerde type en een borderlinepersoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken. De stoornissen waren ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten aanwezig. Geadviseerd wordt om het ten laste gelegde, met uitzondering van feit 6 en indien bewezen, in verminderde mate toe te rekenen. Het recidiverisico op toekomstig gewelddadig gedrag wordt ingeschat als hoog. De psychische problematiek van verdachte is complex. De psycholoog ziet risico’s op verschillende leefgebieden zoals een gebrek aan stabiele huisvesting, baan en/of dagbesteding, financiën, intieme relaties en copingvaardigheden bij spanningen, stress en tegenslagen. Er wordt een klinische behandeling geadviseerd gericht op (langdurig behoud van) abstinentie, emotieregulatie, versteviging van het zelfbeeld, het aanleren van meer adequate manieren van coping, versterking van de ego-zwakte en daarmee het doorbreken van gedragspatronen. Geadviseerd wordt om deze behandeling in een FVK of FPA plaats te laten vinden met expertise op het gebied van verslavings- en persoonlijkheidsproblematiek.
De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog over en maakt dit oordeel van de deskundige tot het hare in zoverre dat zij verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar acht.
Uit het reclasseringsadvies volgt dat ook de reclassering risicofactoren ziet op alle leefgebieden van verdachte. Bij een veroordeling adviseren zij een deels voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, opname in een zorginstelling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het meewerken aan middelencontrole.
De straf
De rechtbank is van oordeel dat vanuit een oogpunt van normbevestiging en vergelding oplegging van een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf passend en geboden is. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Verder heeft de rechtbank daarbij rekening gehouden met aantal en ernst van de feiten zoals die blijken uit wat hiervoor is overwogen. De rechtbank is van oordeel dat, gelet daarop, niet kan worden volstaan met een gevangenisstraf, gelijk aan de duur van het voorarrest, maar dat een gevangenisstraf van langere duur passend en geboden is. De rechtbank zal ook een hogere gevangenisstraf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, nu er bij verdachte sprake is van recidive en de strafbare feiten gedurende zijn proeftijd zijn gepleegd. De rechtbank houdt er wel rekening mee dat, zoals hiervoor is overwogen, de feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
Alles afwegende zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf worden de volgende bijzondere voorwaarden gekoppeld: een meldplicht, opname in een zorginstelling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het meewerken aan middelencontrole.

9.BENADEELDE PARTIJEN

[benadeelde 9]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 70,00. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 6 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 10]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.400,00. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 7 en 8 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 200,00. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 9 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.479,95. Dit bedrag bestaat uit € 979,95 materiële schade en € 500,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 10 ten laste gelegde feit.
[slachtoffer 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.150,00. Dit bedrag bestaat uit € 150,00 materiële schade en € 3.000,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 12 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 628,35. Dit bedrag bestaat uit materiële schade ten gevolge van het aan verdachte onder 15 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
[benadeelde 9] , [slachtoffer 1] , [benadeelde 1] en [benadeelde 2]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 9] , [slachtoffer 1] , [benadeelde 1] en [benadeelde 2] dienen te worden toegewezen met bepaling van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 10] en [slachtoffer 2]
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 10] en [slachtoffer 2] dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard.
9.2
Het standpunt van de verdediging
[benadeelde 9] en [slachtoffer 1]
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 9] en [slachtoffer 1] gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
[benadeelde 10] en [benadeelde 2]
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 10] en [benadeelde 2] op het standpunt gesteld dat deze in het kader van de verzochte vrijspraak dient te worden afgewezen.
[benadeelde 1]
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] dient te worden afgewezen omdat er sprake is van eigen schuld en een onjuiste grondslag bij de onderbouwing van de immateriële schade.
[slachtoffer 2]
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard dan wel te worden afgewezen wegens een gebrek aan onderbouwing.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde 9]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 6 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 70,00 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 9] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 70,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 27 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 1 dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 9] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[benadeelde 10]
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde 10] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het onder 7 en 8 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[slachtoffer 1]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 9 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 200,00 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 200,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 4 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[benadeelde 1]
De schade voor zover die betrekking heeft op de schadepost beschadigde goederen ter hoogte van in totaal € 209,95 komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van € 209,95 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu niet, althans onvoldoende is gebleken van een direct verband tussen de gestelde medische kosten en de immateriële schade en het onder 10 bewezen verklaarde feit. Dit verband is door verdachte gemotiveerd betwist en de onderbouwing maakt dit verband ook niet zonder meer duidelijk.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 209,95, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 4 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[slachtoffer 2]
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu niet, althans onvoldoende is gebleken van een direct verband tussen de gestelde schade en het onder 12 bewezen verklaarde feit.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[benadeelde 2]
De schade voor zover die betrekking heeft op de schadeposten fietsreparatie en dubbele fietstassen ter hoogte van in totaal € 183,35 komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van € 183,35 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 28 december 2021 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren voor het overige deel van de vordering betreffende de beeldschermbril nu niet, althans onvoldoende is gebleken van een direct verband tussen de gestelde schade en het onder 15 bewezen verklaarde feit. Uit het strafdossier is namelijk niet op te maken dat een beeldschermbril tijdens de diefstal in één van de betreffende fietstassen aanwezig was.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 183,35, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 28 december 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 3 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 300, 310, 311, 326, 350 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 13 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 3 primair, 4, 5, 7 en 8 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3 subsidiair, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3 subsidiair, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 1
2 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
3 (drie) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
3 (drie) jarenvast;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich op een dag na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Inforsa op het adres Noordse Bosje 43 1211 BE Hilversum zal melden, verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich zal laten opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan detentie. De opname duurt één jaar of zoveel korter als de reclassering nodig acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzing die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang wenselijk acht, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en de plaatsing;
* zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start vanaf het einde van de opname in een zorginstelling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld. Verdachte geeft inzicht in zijn financiën en werkt mee aan het aflossen van schulden, het treffen van een afbetalingsregeling of eventueel schuldhulpverlening;
* zal meewerken controle van het gebruik van middelen om het gebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Benadeelde partij [benadeelde 9]
- wijst de vordering toe tot een bedrag van € 70,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 9] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 9] aan de Staat € 70,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 10]
- verklaart [benadeelde 10] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 200,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 200,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 4 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 209,95;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 209,95 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 4 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- verklaart [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 183,35;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 december 2021 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 183,35 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 december 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, voorzitter, mrs. A.M. Loots en S.R. van Breukelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Tason Avila, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 juli 2022.
Mrs. Loots, Van Breukelen en Tason Avila zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Parketnummer 16/008855-22

1

hij op of omstreeks 17 december 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder
een fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] en/of [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;

2

hij op of omstreeks 7 januari 2022 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder
tien postpakketten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3

hij op of omstreeks 3 januari 2022 te Espel, gemeente Noordoostpolder
een fiets en/of een heggeschaar, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 3 januari 2022 tot en met 10 januari 2022 te Espel, gemeente Noordoostpolder en/of te Emmeloord, althans in Nederland, een heggeschaar, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4
hij op of omstreeks 9 januari 2022 te [plaats] , gemeente Noordoostpolder
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meer goederen en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 14] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) uit een woning gelegen aan de [adres]
, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking,
met een mesje, althans met een hard voorwerp, het slot van de deur heeft geforceerd, althans heeft geprobeerd te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

5

hij op of omstreeks 3 december 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 5,21 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2C-B, zijnde 2C-B een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

6

hij in of omstreeks de periode van 24 maart 2021 tot en met 27 oktober 2021 te Emmeloord en/of Enkhuizen en/of Nieuwe Pekela en/of Grootebroek althans in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten enig geldbedrag, althans enig goed,
door
- gebruik te maken van één of meer (gedeeltelijk) valse namen, te weten [valse naam]
- (vervolgens) al dan niet met gebruikmaking van deze naam op het internet, te weten via
Facebook, één of meer advertenties te plaatsen waarin een Nintendo 3DS en/of één of meer
spellen (Pokemon Y en/of Moon) en/of een harde schijf (Western Digital WD Elements) te koop werden aangeboden en/of
- een of meermalen contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te

verschaffen over de wijze van en/of het tijdstip van levering en/of betaling van die aangeboden goederen en/of

- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of geleverd en/of
- daarbij een of meer bankrekeningen te weten: [rekeningnummer] op naam van [verdachte] op/door te geven waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkost(en) konden worden overgeboekt en/of gestort en over welke rekening(en) hij, verdachte, de beschikking had, en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die goederen en/of
- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de te

koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden/leveren;

Parketnummer 16/246178-21
1hij in of omstreeks 21-08-2021 t/m 22-08-2021 te Emmeloord, gemeenteNoordoostpolder een geldbedrag van 1250 euro, althans enige hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde 10] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2hij in of omstreeks 21-08-2021 t/m 22-08-2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpoldereen jas, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan [benadeelde 10] , in elk geval aaneen ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:hij op of omstreeks 21 augustus 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder opzettelijkeen jas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 10] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had,te weten per vergissing, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;3hij op of omstreeks 25 augustus 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] te trappen;
4hij op of omstreeks 25 augustus 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder opzettelijk en wederrechtelijkeen tennisracket, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

Parketnummer 16/257771-21

1hij op of omstreeks 4 september 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpoldereen pasjeshouder (met daarin een pinpas, rijbewijs, kentekenbewijs, ID-kaart en/ofeen sportschool- en bibliotheekpas), in elk geval enig goed, dat/die geheel of tendele aan [benadeelde 11] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeftweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2hij in of omstreeks 29 augustus 2021 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder[slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermaals met grote kracht teslaan tegen het hoofd en/of het lichaam;
Parketnummer 16/140527-22
1hij op 17 november 2021 te Emmeloord een geldbedrag (in totaal 70 euro), in elkgeval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachtetoebehoorde, te weten aan [benadeelde 12] , heeft weggenomen met het oogmerk om hetzich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedragonder zijn heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode, toebehorende aan voornoemde [benadeelde 12] ;
2hij op of omstreeks 4 december 2021 te Emmeloord een wapen van categorie I,onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitieen Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen konvormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging ofafdreiging geschikt was, te weten een gaspistool (merk: tokyo Marui, model: OPSTactical.45) voorhanden heeft gehad;
3hij op of omstreeks 28 december 2021 te Emmeloord opzettelijk een fiets en/ofagenda (‘s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2]in elk geval aan een ander dan aan verdachte wederrechtelijk zich heefttoegeëigend;
4hij op of omstreeks 1 januari 2022 te Emmeloord opzettelijk een barbecue, in elkgeval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 13] in elk geval aaneen ander dan aan verdachte wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 maart 2022, genummerd PL0900-2021391041 opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 436. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina’s 249 en 250.
3.Pagina 275.
4.Pagina’s 258 tot en met 261.
5.Een deskundigenrapport van het NFI “
6.Pagina 87.
7.Pagina 251.
8.Pagina 252.
9.Pagina 109.
10.Pagina 109.