ECLI:NL:RBMNE:2022:3054

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
29 juli 2022
Zaaknummer
16/705132-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Feitelijk leidinggeven aan een groothandel in artikelen bestemd voor illegale hennepteelt

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 juli 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die in de periode van 9 maart 2018 tot en met 20 september 2018 feitelijk leiding heeft gegeven aan een groothandel. Deze groothandel, [medeverdachte 1] B.V., verkocht en leverde artikelen aan een klant, terwijl de verdachte wist dat deze artikelen bestemd waren voor illegale hennepteelt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, als vertegenwoordiger buitenland, zelfstandig handelde binnen de organisatie van [medeverdachte 1] en dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedragingen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren, alsook een taakstraf van 100 uren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie meegewogen in de strafoplegging. De verdachte is vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, omdat niet bewezen kon worden dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verkoop aan Nederlandse klanten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 12 maanden had geëist, afgewezen en een lagere straf opgelegd, rekening houdend met het tijdsverloop en de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705132-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1965] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [verdachte] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen gehouden op 30 mei 2022, 31 mei 2022, 2 juni 2022 en 9 juni 2022. Op 28 juli 2022 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten en is direct uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officieren van justitie mr. E.M. van den Burg en mr. B.S. Schnier (hierna in enkelvoud te noemen: de officier van justitie) en van hetgeen de raadsman van [verdachte] , mr. G.A.C. Beckers, advocaat te Maastricht, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat [verdachte] , samen met een of meer anderen, feitelijk leiding heeft gegeven aan verboden gedragingen van [medeverdachte 1] B.V. (hierna: [medeverdachte 1] ), er uit bestaande dat [medeverdachte 1] :
feit 1
in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in Nederland, elders in Europa, in
de Verenigde Staten en/of in Israël, met een ander stoffen en voorwerpen te koop heeft
aangeboden, heeft verkocht, afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, waarvan [medeverdachte 1] en
haar mededaders wisten of ernstige reden hadden te vermoeden dat deze bestemd waren
voor de professionele of grootschalige hennepteelt;
feit 2
op 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarsen, Utrecht en/of elders in Nederland, samen met
een ander, stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden en/of voorhanden heeft gehad,
waarvan [medeverdachte 1] en haar mededaders wisten of ernstige reden hadden te vermoeden dat deze
bestemd waren voor de professionele of grootschalige hennepteelt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde en heeft hiertoe onder meer het volgende naar voren gebracht.
Primair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, dat [medeverdachte 1] zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 11a van de Opiumwet. Om die reden dient [verdachte] dan ook te worden vrijgesproken. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat [verdachte] niet feitelijk leiding heeft gegeven aan [medeverdachte 1] of [medeverdachte 1] opdracht heeft gegeven tot het plegen van de ten laste gelegde gedragingen. [verdachte] was enkel in loondienst bij [medeverdachte 1] en hij had geen positie om bepaalde macht uit te oefenen. Enige vorm van zeggenschap of beleidsvrijheid had [verdachte] niet. Bovendien was [verdachte] vertegenwoordiger buitenland en had daarom niets te maken met de verkoop van stoffen en voorwerpen in het binnenland. Daarnaast heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat het telen van hennep in het buitenland niet op dezelfde wijze strafbaar is gesteld als in Nederland, hetgeen volgens de raadsman zal moeten leiden tot partieel vrijspraak van het ten laste gelegde, te weten alle leveringen aan klanten in het buitenland.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Partieel vrijspraak feit 1
Vandaag wordt door deze rechtbank ook het vonnis uitgesproken in de zaak tegen [medeverdachte 1] . [1] Daaruit blijkt dat [medeverdachte 1] is veroordeeld voor het strafbaar gestelde in artikel 11a van de Opiumwet, maar dat [medeverdachte 1] partieel is vrijgesproken met betrekking tot alle verkopen/leveringen aan buitenlandse klanten, met uitzondering van de verkoop in het kader van het hierna te beschrijven WOD-traject. Ook [verdachte] wordt dan ook van dat deel van het onder 1 ten laste gelegde vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank dient [verdachte] ook te worden vrijgesproken van het leiding geven aan of opdracht geven tot de verkoop van de ten laste gelegde artikelen aan Nederlandse klanten. [verdachte] was immers vertegenwoordiger buitenland en had gelet op die functie te weinig bemoeienis met de verkoop aan Nederlandse klanten om ten aanzien daarvan te kunnen spreken van feitelijk leiding geven.
De rechtbank dient ten aanzien van feit 1 alleen nog te beoordelen of [verdachte] feitelijk leiding heeft gegeven of opdracht heeft gegeven tot de verkoop van goederen bestemd voor de illegale hennepteelt welke heeft plaatsgevonden aan de undercoveragenten.
4.3.2.
Vrijspraak feit 2
Uit het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting volgt dat [verdachte] in de ten laste gelegde periode in dienst was bij [medeverdachte 1] als vertegenwoordiger buitenland. [verdachte] hield zich niet bezig met de voorraad van [medeverdachte 1] , dit volgt althans niet uit het dossier. Wel zou gesteld kunnen worden dat het tot het takenpakket van [verdachte] als vertegenwoordiger behoorde om de goederen van [medeverdachte 1] te koop aan te bieden bij buitenlandse klanten. De tenlastelegging is echter specifiek toegespitst op de voorraad van [medeverdachte 1] en is beperkt tot de datum van inbeslagname van die voorraad, 9 oktober 2018. Onduidelijk is of [verdachte] op deze datum goederen te koop heeft aangeboden bij klanten. Daarnaast heeft ook dan te gelden dat het handelen van [verdachte] op dit vlak niet valt te kwalificeren als het feitelijk leiding geven aan of opdracht geven tot de verboden gedraging. [verdachte] bepaalde immers niet het assortiment dat door [medeverdachte 1] werd aangeboden. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is, dat [verdachte] feitelijk leiding heeft gegeven aan [medeverdachte 1] of [medeverdachte 1] de opdracht heeft gegeven tot de onder 2 ten laste gelegde verboden gedragingen. [verdachte] zal dan ook worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde.
4.3.3.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
[medeverdachte 1] is in 2005 opgericht en was gevestigd op de [adres] te [plaats] . Op 22 mei 2019 is geregistreerd dat [medeverdachte 1] ten gevolge van faillissement is opgeheven. [2]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de periode van 9 maart 2018 tot en met 20 september 2018 werkzaam was bij [medeverdachte 1] als vertegenwoordiger buitenland en hij zelfstandig was in zijn rol. Ten aanzien van de pseudokoop in Portugal heeft [verdachte] verklaard dat de verkoop van de artikelen is verlopen conform het door [medeverdachte 1] opgestelde handboek. Daarom kon de levering ook doorgaan. Daarnaast heeft [verdachte] verklaard dat [medeverdachte 1] bepaalde of er geleverd kon worden aan een klant. [medeverdachte 1] heeft akkoord gegeven dat kon worden geleverd aan de personen die later undercoveragenten bleken te zijn. [3]
Pseudokoop
Het team werken onder dekmantel (hierna: WOD) heeft met behulp van meerdere stelselmatige informatie inwinners (hierna: undercoveragenten) informatie ingewonnen [4] [5] en een pseudokoop [6] uitgevoerd. Twee van de undercoveragenten hebben tussen 8 maart 2018 en 11 maart 2018 onder meer [medeverdachte 2] en [verdachte] gesproken op de Spannabis beurs te Barcelona. Ten behoeve hiervan is op 20 februari 2018 een Europees Onderzoeksbevel naar Spanje gestuurd [7] , waarvoor Spanje op 2 maart 2018 toestemming heeft verleend. [8]
Spanje
Op 9 maart 2018 [9] op de Spannabis beurs werd undercoveragent [verbalisant 1] aangesproken door [verdachte] . [verbalisant 1] heeft het volgende over dit gesprek geverbaliseerd:
“hij (
[verdachte]) vroeg mij of we hadden gevonden wat we zochten. Hij vroeg verder wat ik precies nodig had. lk vertelde dat we ons aan het oriënteren waren in de hennephandel en opzetten van een plantage. [verdachte] gaf hierop aan:
- dat hij niet aan particulieren leverde aangezien ze een groothandel waren;
- zij enkel leverden aan growshops of bedrijven;
- er een wetswijziging was waardoor het leveren aan grootschalige hennepteelt
strafbaar is gesteld.
Vervolgens herhaalde hij al knipogend, wij verkopen enkel aan groothandels en doen dus niets illegaals en knipoogde hier ook nog eens bij. lk vroeg hem of ik wel bij hem terecht kon. Hij reageerde nogmaals met dat ik enkel als bedrijf bij hun terecht kon. Verder zei hij, als jij in Portugal wat wil beginnen, is het beste dat jij in Portugal een Growshop gaat beginnen. (…)
Ik zei hem, als voorbeeld, als ik start en heb een voorraad van 10000 euro. Hij reageerde hierop:
- dat ik dan gelijk de grootste in Portugal zou zijn;
- dat ik dan direct goedkoop spullen had voor mijn eigen handel, ook dit ondersteund
met een knipoog;
- dat het mooi zou zijn als ik dan ook nog echt kon leveren aan anderen;
- dat ik gewoon een website op moest zetten van een bedrijf, dat kostte volgens hem
nog geen 300 euro en was geen moeite;
- dat hij dan controleerde of de website werkte en of je er ook kan bestellen. Hoefde
niet perse maar wel beter;
- dat hij wel alles controleerde of het werkt;
- dat hij hierbij wel zou kunnen helpen.”
Verder sprak ik nog met die grijze man die ook bij hun groep hoorde. Hij gaf aan inkoper van het bedrijf te zijn. Wij spraken in het algemeen over hennepteelt:
- dat het goede handel is;
- het raar is dat het nog illegaal is in Nederland;
- het voorlopig nog wel illegaal zou zijn;
- er daarom nog veel in valt te verdienen. [10]
Vervolgens met [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) gesproken. Ik vertelde over het oriënteren voor de hennepteelt in Portugal en vroeg hem informatie over hoeveel lampen.
- hij wees naar een lamp in de stand waar we stonden.
- dat was volgens hem geen led lamp maar een lamp met een airco ineen.
- zij die lampen ook leveren.
- met een lamp je ongeveer 16 planten kon laten groeien. [11]
Op 9 maart 2018 op de Spannabis beurs hadden undercoveragent [verbalisant 2] en [medeverdachte 2] een gesprek. [verbalisant 2] heeft hierover het volgende geverbaliseerd: [medeverdachte 2] vertelde dat hij de baas van zijn bedrijf is en dat zij [12] groothandelaren in kwekerij-apparatuur waren en dat ze op de beurs waren om te netwerken. Vervolgens sprak ik met [medeverdachte 3] . Hij vroeg wat we op de beurs deden. Ik vertelde dat wij een vriend in Portugal hadden die veel ruimte heeft voor kwekerijen en dat wij daar in willen investeren. Ook vertelde ik dat wij op de beurs waren om ideeën op te doen om zoveel mogelijk winst uit onze oogsten te halen. [medeverdachte 3] vroeg of we growshops gingen opzetten. Ik zei: “Nee, we gaan hennep kweken.” [medeverdachte 3] zei daarop dat zij groothandelaren waren in apparatuur voor het opzetten van hennepkwekerijen. Hij zei dat ze zelf geen hasj maken maar dat ze de apparatuur aan mensen verkopen die hennep kweken. [13]
Op 10 maart 2018 in de nachtclub [nachtclub] te Barcelona [14] raakte [verbalisant 1] in gesprek met [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zei onder meer dat volgens hem de hennephandel binnen vijf jaren waarschijnlijk legaal zou zijn en dat dit niet goed was voor zijn handel. Uiteindelijk gaf [medeverdachte 2] zijn telefoonnummer en zei dat [verbalisant 1] hem altijd kon bellen. [15]
Op 20 april 2018 belde [verbalisant 1] naar het telefoonnummer dat hij van [medeverdachte 2] had gekregen. [verbalisant 1] vertelde [medeverdachte 2] dat hij hem wilde spreken over het doen van zaken, wat zij eerder besproken hadden. [medeverdachte 2] verwees [verbalisant 1] naar [verdachte] en gaf hem het telefoonnummer van [verdachte] . [16]
Na een telefoongesprek tussen [verbalisant 1] en [verdachte] op 23 april 2019, [17] belde [verbalisant 1] op 2 mei 2018 nog een keer met [verdachte] . [verdachte] en [verbalisant 1] maakten de afspraak om elkaar op 22 mei 2018 in Lissabon te ontmoeten. Nadat [verbalisant 1] hiernaar vroeg vertelde [verdachte] dat hij een catalogus kon opsturen, maar dat de prijzen voor het buitenland anders waren. [18] Nadat [verbalisant 1] een sms-bericht naar [verdachte] had gestuurd met daarin zijn e-mailadres, kreeg hij via een e-mailbericht van [verdachte] de catalogus opgestuurd. [19]
Portugal
Ten behoeve van de voortzetting van het WOD-traject in Portugal is op 19 april 2018 een Europees Onderzoeksbevel naar Portugal gestuurd [20] , waarvoor de procureur-generaal in Portugal in mei 2018 toestemming heeft gegeven. Deze toestemming is vervolgens op 18 mei 2018 bekrachtigd door de rechtbank (Tribunal Central de Instrução Criminal).
Op 22 mei 2018 ontmoetten [verbalisant 1] en [verdachte] elkaar in een bar in Portugal. [21] [verdachte] vertelde dat hij net een afspraak had gehad met [A] , dat was zijn klant in Lissabon en was eigenaar van een growshop. [verdachte] vroeg: “Jullie willen zelf groeien toch?”. [verbalisant 1] vertelde hem dat zij wilden investeren in plantages en dat zij daarvoor meerdere locaties ter beschikking hadden. [verbalisant 1] heeft het volgende geverbaliseerd over het gesprek:
“Hij (
[verdachte]) vertelde dat hij volgens de Nederlandse wet niet direct aan de eindgebruikers van zijn product mocht verkopen als het voor hennepteelt bestemd was. Hij gaf daarop aan dat hij daar wel oplossingen voor had. Volgens hem was het makkelijkst als we spullen via [A] af zouden nemen. Hij gaf vervolgens aan dat hij dan de prijs zo zou aanpassen dat we, ondanks het feit dat [A] er tussen zat, daar niets van zouden merken. (…) Een andere manier was, volgens hem, zelf een winkel te beginnen. Ik vroeg hem of hij een growshop bedoelde. Hij gaf aan dat te bedoelen maar dat we het beter iets konden noemen als:” [naam] ”. Verder moest je dan een website hebben die werkte en dat je via die site ook moest kunnen bestellen. Hij zei dat hij de foto’s voor de site wel kon aanleveren. We moesten dan ingeschreven staan als een officieel bedrijf met de Portugese KVK nummers. Verder moesten we een adres hebben waar de spullen naar toe konden. Ik zei tegen hem een
loods te hebben. Hij antwoordde toen:” wij gaan niet leveren waar jullie de plantage willen gaan bouwen.” Ik vertelde toen dat het een loods was hier in Lissabon enkel voor opslag, geschikt als distributiepunt. Dat was volgens hem voldoende. Hij zei, “als je een kantoortje inricht zodat het lijkt of daar bedrijvigheid is en je zet in de loods een palletwagen en wat pallets dan is dat voldoende”. Wat we verder moesten regelen was een internationaal belastingnummer. (…)
lk vroeg hem hoe de betalingen plaats moesten vinden. Hij gaf aan dat hij geen cash geld accepteerde. Hij wilde gewoon een betaling over de bank van het Portugese bedrijf . Op die manier kon hij ook laten zien dat hij alles gecontroleerd had en dat hij goederen leverde aan een officieel bedrijf (…). Hij legde uit dat je bedragen boven 15000 moest melden en dat je dan veel moest uitleggen. (…) Hij benadrukte dat hun bedrijf het enige over gebleven bedrijf is in Nederland, dat ze een monopoly hebben en dat ze een omzet hebben van ongeveer 36 miljoen euro per jaar. Dat ze
daar dus niet teveel risico voor wilde gaan lopen. Volgens hem was dat ook de reden waarom [medeverdachte 2] de eigenaar zich zoveel zorgen maakte. (…) Hij vertelde ook dat [medeverdachte 2] hem had gezegd dat hij voorzichtig met ons moest zijn aangezien
hij door mijn manier van praten in het laatste telefoongesprek wel door had dat wij zelf wilden gaan planten. (…) [verdachte] vertelde niet over dat soort dingen over de telefoon te praten. (…) Hij dacht er ook over na een PGP aan te schaffen. [22]
(…)
Volgens hem moest je voorzichtig blijven. (…). Als er iemand van ons wegrijdt
met plantenpotten, lampen, aarde en filters dan kunnen ze al niet meer weg komen dat het voor tomaten teelt is. Hij vertelde dat ze nu vanaf zijn bedrijf er al standaard zaden bij leveren voor tomaten en peperplanten. Hierdoor heb je tenminste een verhaal.
(…)
Hij gaf aan dat, als we direct van de klant wilden, het misschien beter was om de eerste bestelling via [A] te plaatsen en als we dan verder waren alsnog een winkel konden beginnen om dan direct te kunnen bestellen. (…) Hij vertelde die nacht nog een offerte voor ons te maken voor een plantage met 50 lampen, dus ongeveer 50 vierkante meter. Hij gaf aan een schatting te geven van de airco en de schakelpanelen die hij niet leverden en hij zou de bedrijven waar ze wel werden geleverd erbij zetten. [23] Hij gaf aan dat het met een eigen bedrijf als volgt zou gaan. Hij zou dan zaken gaan doen met [B] en liet ons er buiten. lk vroeg hem hoe hij dit dan zou bespreken met [medeverdachte 2] . Hij gaf dat hij gewoon zou zeggen dat hij een nieuwe winkel van [B] had. [medeverdachte 2] hoeft dan niet te weten dat jullie dat zijn. Zo bouw ik schotten er tussen voor veiligheid. [verdachte] zei dat ze allemaal weten waar de omzet van 36 miljoen euro aan verdiend wordt, maar dat ze er alles aan doen om aan de controle eisen te voldoen. Dus als [B] een winkel heeft, met een loods ingeschreven staat, een btw nummer internationaal heeft, de banknummers kloppen dan heb ik aan al mijn verplichtingen voldaan. [24]
(…)
Op een gegeven moment pakte hij (
[verdachte]) een servet van tafel en begon een tekening te maken. Hij tekende een kweekruimte en legde op een begrijpbare manier uit hoe je een goede ruimte opbouwde om op die manier de temperatuur en de luchtvochtigheid te controleren. Volgens hem was dat een van de belangrijkste punten in de plantage. Verder tekende hij de ventilatoren, de airco, afzuiging, bevochtiger. Gaf aan wanneer wit licht en wanneer rood licht te gebruiken.”
Later op de avond ontving [verbalisant 1] via Whatsapp een offerte van [verdachte] met daarop de artikelen die nodig waren voor het opzetten van een hennepkwekerij. [25]
Op 29 juni 2018 vroeg [verbalisant 1] via Whatsapp aan [verdachte] wat hij van de website vond. [verdachte] gaf aan dat de website aanpassingen nodig had, zoals betaalopties en wat meer foto’s. Verder moest de website online zijn. [26] Diezelfde avond heeft [verdachte] foto’s gestuurd van door [medeverdachte 1] aangeboden artikelen. [27]
Op 2 juli 2018 verzocht [verbalisant 1] [verdachte] om de benodigde formulieren te sturen. [28] Naar aanleiding daarvan heeft [verbalisant 1] een aanmeldingsformulier en algemene voorwaarden om klant te worden bij [medeverdachte 1] ontvangen. [29]
Op 3 september 2018 werd in een Whatsappgesprek tussen [verbalisant 1] en [verdachte] besproken dat [verbalisant 1] dezelfde bestelling wil plaatsen, conform de door [verdachte] eerder gemaakte offerte. Hierna stuurde [verdachte] een nieuwe offerte via de e-mail naar [verbalisant 1] . Vervolgens heeft [verbalisant 1] op 6 september 2018 via Whatsapp de bestelling aan [verdachte] bevestigd. Tussen 7 en 12 september 2018 heeft [verbalisant 1] wederom via Whatsapp wederom contact gehad met [verdachte] om de bestelling formeel te maken, de betaling te regelen en details te bespreken over de levering. [30]
Er is een offerte van [medeverdachte 1] van 23 augustus 2018 getiteld "Offerte export Portugal". [31] Daarnaast is er een orderbevestiging op briefpapier van [medeverdachte 1] aan [bedrijf] (debiteurnr. [nummer] ), waarin de levering van de opdracht wordt bevestigd [32] en een email van [verdachte] aan het email adres waarin [verdachte] vraagt om de order in orde te maken voor klant [nummer] en meedeelt dat "wij" het transport regelen. [33]
Op 20 september 2018 werden de door [verbalisant 1] en [verbalisant 3] bij [medeverdachte 1] bestelde artikelen geleverd in Lissabon. [34]
Eenduidige benaming artikelen
Verbalisant [verbalisant 4] heeft per door [medeverdachte 1] aangeboden artikel beschreven om wat voor soort artikel het gaat. Een deel van die beschrijvingen, voor zover deze terugkomen op de orderbevestiging van [medeverdachte 1] met betrekking tot de pseudokoop, is hieronder opgenomen:
B.A.C.
Groeimiddel
B.A.C. 1
Groeimiddel
B.A.C. F1
Groeimiddel
B.A.C. pH
Groeimiddel
B.A.C. The Final Solution
Groeimiddel
B.A.C. Bloeistimulator
Groeimiddel [35]
Bluelab pH
pH meter
Bluelab Guardian pH- en EC-Monitor meter
Bluelab Guardian PH en EC meter pH- en EC-Monitor meter
EC meter [36]
CAN-Lite
Koolstoffilter [37]
Combiconnect
Afzuigslang
DAB Nova
Dompelpomp/waterpomp
Cli-mate multi-controller
Snelheidsregelaar
Dry-line droogrek
Droogrek
Capillair
Onderdeel Sproei-installatie [38]
GE Lucalox HO
Assimilatielamp
Faran hygrostat
Snelheidsregelaar
Grässlin
Tijdschakelaar [39]
HR
Luchtbevochtiger [40]
Master Gear ballast/vsa
Transformator
Osram Nav-T
Osram Planstar
Assimilatielamp [41]
Pot vierkant PP
Plantenbak [42]
Sonoconnect
Afzuigslang
Sicca circulatiepomp
Waterpomp
RP Sunlike
Verwarmingselement
RP 10000
RP 14000
RP 3500
RP 9500
RP circulatiepomp
Waterpomp [43]
Supreme Light-mix
Substraat
Thermo / Hygrometer digitaal
Temperatuur en luchtvochtigheid
VDL PE
Onderdeel Sproei-installatie
VOI-VMVL kabel
Elektriciteitssnoer [44]
4.3.4.
Overwegingen ten aanzien van feit 1
Te bespreken verweer: WOD-traject
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat aan de inzet van het WOD-traject, op de wijze zoals deze in de onderhavige zaak is toegepast, zodanige gebreken kleven dat sprake is van onherstelbare vormverzuimen in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Deze verzuimen zouden volgens de verdediging moeten leiden tot bewijsuitsluiting van alle bevindingen in het WOD-traject. De verdediging heeft hierover het volgende naar voren gebracht.
In het Europese Onderzoeksbevel (hierna: EOB) aan Spanje en het EOB aan Portugal is aangekruist dat de verdenkingen zien op de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. Hiervan was echter geen sprake, het onderzoek heeft altijd gezien op overtreding van artikel 11a Opiumwet. Daarnaast wordt in het EOB gericht aan Spanje niet gevraagd om toestemming voor de inzet van een WOD-traject (artikel 126j van het Wetboek van Strafvordering, hierna: Sv) en is het bevel ex artikel 126j Sv niet gevoegd bij het EOB. Verder is bij het EOB gericht aan Portugal niet het bevel ex artikel 126 i Sv betreffende de pseudokoop gevoegd, terwijl in Portugal de pseudokoop is voltooid. Volgens de verdediging hebben Spanje en Portugal op basis van onjuiste dan wel onvolledige informatie toestemming verleend voor de inzet van een WOD-traject, waaronder het voltooien van de pseudokoop.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt als volgt. In onderdeel G van het EOB aan zowel Spanje als Portugal staat beschreven waarvan onder meer [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] werden verdacht. In dat onderdeel staat artikel 11a van de Opiumwet beschreven en zijn in het kort de onderzoeksbevindingen tot dan toe weergegeven. Daarmee was het voor Spanje en Portugal duidelijk in het kader van welke verdenking zij toestemming verleenden. Daarnaast is door de officier van justitie het EOB gericht aan Spanje overgelegd, waarin uitdrukkelijk toestemming wordt gevraagd voor het WOD-traject. Met het EOB gericht aan Portugal wordt toestemming gevraagd voor de voortzetting van het WOD-traject. De voorbesprekingen met betrekking tot de pseudokoop, waaronder het bespreken van de bedoelingen van de undercoveragenten en hetgeen [medeverdachte 1] daarin kon betekenen, vonden ten dele plaats in Portugal. De rechtbank ziet deze activiteiten als onderdeel van het WOD-traject en vallen daarom binnen het uitgevaardigde EOB.
De verdediging heeft daarnaast naar voren gebracht dat het WOD-traject niet zorgvuldig is uitgevoerd en geverbaliseerd. De resultaten van het WOD-traject zijn volgens de verdediging onbetrouwbaar en het WOD-traject voldoet niet aan de criteria die de Hoge Raad aan zogenoemde “Mr. Big-trajecten” heeft gesteld. Ook is volgens de verdediging niet voldaan aan het Tallon-criterium, nu met name [verdachte] tot andere handelingen is gebracht dan waar zijn opzet op was gericht.
Voor de beoordeling van het verloop van het WOD-traject zoekt de rechtbank aansluiting bij hetgeen de Hoge Raad heeft overwogen in zijn arresten van 17 december 2019 [45] . Gelet daarop en de bevindingen uit het WOD-traject in onderhavige zaak, is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is geweest van een zogenaamde ‘Mr. Big-methode’. Deze methode kenmerkt zich door langdurige stelselmatige infiltratie en ‘befriending’. Hiervan is in het contact tussen de undercoveragenten en [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] geen sprake geweest. Het ging om contact op de Spannabis beurs in Barcelona waar een verkooptransactie startte, welke verkooptransactie daarna middels een aantal contactmomenten tussen de undercoveragenten en [verdachte] is voltooid. Dat de undercoveragenten [medeverdachte 2] , [verdachte] en/of [medeverdachte 3] één keer in een club hebben gesproken en [verdachte] hooguit een paar keren in een restaurant hebben gesproken, is onvoldoende om te spreken van een ‘Mr. Big-methode’. Het verweer wordt dan ook verworpen.
Een beroep op het zogenoemde Tallon-criterium [46] kan slagen wanneer de betrokken verdachte door de politieambtenaar, in dit geval de undercoveragenten, is gebracht tot andere handelingen, dan die waarop zijn opzet reeds was gericht. Naar het oordeel van de rechtbank is dat in de onderhavige zaak niet aan de orde. Uit de processen-verbaal van de undercoveragenten blijkt onder meer dat [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] zich hebben voorgesteld aan de undercoveragenten en hebben verteld wat [medeverdachte 1] is. Zo vertelde [medeverdachte 2] dat hij de baas is, dat zij “groothandelaren zijn in kwekerij-apparatuur” en dat zij op de beurs (
Spannabis)zijn om te netwerken. [medeverdachte 3] vertelde dat zij “groothandelaren waren in apparatuur voor het opzetten van hennepkwekerijen” en [verdachte] heeft de undercoveragenten verteld dat “ze een groothandel” zijn en leveren aan growshops of bedrijven. Door zich als koper van apparatuur ten behoeve van een illegale hennepkwekerij voor te doen en daar naar te informeren bij [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] , hebben naar het oordeel van de rechtbank de undercoveragenten [medeverdachte 1] niet bewogen tot een handeling die niet al in haar bedoeling lag, namelijk de verkoop van artikelen ten behoeve van hennepkwekerijen.
Met inachtneming van al het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat de bevindingen van het WOD-traject rechtmatig zijn verkregen. De rechtbank gebruikt deze bevindingen dan ook voor het bewijs.
Toerekening gedragingen aan [medeverdachte 1]
Bij de beoordeling of [medeverdachte 1] zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 11a van de Opiumwet, dient allereerst te worden bepaald of de gedragingen van [verdachte] kunnen worden toegerekend aan de rechtspersoon [medeverdachte 1] .
De rechtbank stelt voorop dat een rechtspersoon als dader van een strafbaar feit kan worden aangemerkt, indien de gedraging in redelijkheid aan de rechtspersoon kan worden toegerekend [47] . Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt daarbij is of de gedragingen hebben plaatsgevonden, dan wel zijn verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Dergelijke gedragingen kunnen in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon. Volgens de Hoge Raad zal van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon sprake kunnen zijn indien zich een of meer van de navolgende omstandigheden voordoen:
• het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
• de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon;
• de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf;
• de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard, waarbij onder bedoeld aanvaarden mede is begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op het voorkomen van de gedraging.
Op basis van het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. [medeverdachte 1] was ten tijde van de ten laste gelegde feiten een groothandel in producten die geschikt zijn voor het telen van hennep. [medeverdachte 1] leverde artikelen aan andere bedrijven. [verdachte] was als vertegenwoordiger buitenland werkzaam bij [medeverdachte 1] .
De verkoop van artikelen aan de undercoveragenten passen naar het oordeel van de rechtbank in de normale bedrijfsvoering van [medeverdachte 1] . Immers, [medeverdachte 1] verdiende geld met de verkoop van deze artikelen en daar was de bedrijfsvoering op gericht. Daarnaast maakte de verkoopprijs van de artikelen onderdeel uit van de omzet en was bedoeld als winst voor [medeverdachte 1] . Voorts acht de rechtbank het volgende van belang. [verdachte] was als vertegenwoordiger buitenland werkzaam voor [medeverdachte 1] en in die hoedanigheid heeft hij artikelen verkocht aan de undercoveragenten ten behoeve van de illegale hennepteelt. De verkoop van deze artikelen is de kernactiviteit van [medeverdachte 1] . Daarnaast heeft het volgende te gelden. De undercoveragenten hebben op de beurs in Spanje niet alleen contact gehad met [verdachte] , maar ook met andere medewerkers, waaronder [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Hetgeen de undercoveragenten daarover hebben geverbaliseerd - te weten dat [medeverdachte 1] een groothandel is voor (hennep) kwekerij-apparatuur, dat de hennepteelt illegaal is en je met een lamp die [medeverdachte 1] verkoopt ongeveer 16 planten kan laten groeien - bevestigen dat het handelen van [verdachte] paste in de normale bedrijfsvoering. [verdachte] handelde ook niet alleen. [medeverdachte 2] heeft het telefoonnummer van [verdachte] aan de undercoveragenten gegeven zodat zij zaken konden doen met [medeverdachte 1] via [verdachte] . De verkoop verliep vervolgens volgens de normale bedrijfsvoering binnen [medeverdachte 1] , waarbij [verdachte] de protocollen en het handboek van [medeverdachte 1] grotendeels heeft gevolgd.
De verdediging heeft aangevoerd dat [verdachte] in dit geval op eigen houtje heeft gehandeld en dat [medeverdachte 2] het [verdachte] zelfs had verboden om zaken te doen met de undercoveragenten. De rechtbank overweegt dat het dossier geen steun biedt voor deze laatste stelling. Wel zou uit het contact tussen de undercoveragent en [verdachte] kunnen worden afgeleid dat [medeverdachte 2] niet (volledig) op de hoogte mocht zijn van de verkoop. De rechtbank stelt evenwel vast dat er binnen [medeverdachte 1] kennelijk geen of onvoldoende waarborgen zijn ingebouwd om deze verkoop tegen te houden. [verdachte] kon daarin ook niet geheel zelfstandig handelen, meerdere andere personen binnen [medeverdachte 1] moeten betrokken zijn geweest bij de verkoop en levering. [verdachte] vraagt immers anderen binnen [medeverdachte 1] de bestelling in orde te maken.
Op grond van vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de verkoop en levering van artikelen aan de undercoveragenten zijn verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Die gedragingen kunnen daarom in redelijkheid aan [medeverdachte 1] worden toegerekend.
Feitelijk leidinggeven
Nu de verkoop en levering van artikelen aan de undercoveragenten kunnen worden toegerekend aan [medeverdachte 1] , zoals hiervoor is overwogen, komt de vraag aan de orde of kan worden bewezen dat [verdachte] aan die gedragingen (verkoop en levering van artikelen) feitelijke leiding heeft gegeven.
Bij de beoordeling of kan worden bewezen dat de verdachte aan die gedraging feitelijke leiding heeft gegeven, moet niet uitsluitend de juridische positie worden betrokken, maar ook de feitelijke positie van de verdachte bij de rechtspersoon en het gedrag dat de verdachte heeft vertoond of nagelaten op grond waarvan hij geacht moet worden aan die verboden gedraging feitelijke leiding te hebben gegeven. Feitelijke leidinggeven zal vaak bestaan uit actief en effectief gedrag dat onmiskenbaar binnen de gewone betekenis van het begrip valt. Van feitelijk leidinggeven kan ook sprake zijn als de verboden gedraging het onvermijdelijke gevolg is van het algemene, door de verdachte gevoerde beleid. Ook kan worden gedacht aan het leveren van een zodanige bijdrage aan een complex van gedragingen dat heeft geleid tot de verboden gedraging en het daarbij nemen van een zodanig initiatief dat de verdachte geacht moet worden aan die verboden gedraging feitelijke leiding te hebben gegeven.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank van belang dat [verdachte] in de ten laste gelegde periode in dienst was bij [medeverdachte 1] als vertegenwoordiger buitenland. Uit de verklaring van [verdachte] blijkt verder dat hij zelfstandig was in zijn rol. Uit het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting volgt dat [verdachte] binnen [medeverdachte 1] zelfstandige bevoegdheden had en keuzes kon maken die [medeverdachte 1] dienstig waren. Dit blijkt met name uit het WOD-traject waarin [verdachte] namens [medeverdachte 1] stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden, heeft verkocht en laten leveren aan undercoveragenten. Uit Whatsapp- en belcontact blijkt dat [verdachte] de verkoop aan de undercoveragenten van het begin tot het einde regelde. Zo had hij nagenoeg al het contact met de undercoveragenten, legde hij uit hoe één en ander in zijn werk ging, maakte hij een offerte en stuurde deze op. Deze gedragingen vormen naar het oordeel van de rechtbank een zodanige bijdrage aan het complex van gedragingen dat heeft geleid tot de verboden gedragingen, te weten het aanbieden, de verkoop en de levering van in de tenlastelegging genoemde voorwerpen en stoffen die bestemd zijn voor de illegale hennepteelt, dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat [verdachte] aan die verboden gedragingen feitelijke leiding heeft gegeven.
Dat [verdachte] , namens [medeverdachte 1] , producten te koop heeft aangeboden (aan de undercover-agenten) staat op basis van het voorgaande wel vast. De rechtbank acht ook bewezen dat deze goederen bestemd waren voor de illegale hennepteelt én dat [medeverdachte 1] dit wist. Immers, dit hebben de undercoveragenten expliciet mede gedeeld aan [verdachte] . [verdachte] heeft ook een schematische tekening gemaakt voor een hennepkwekerij die evident van meer dan hobbymatige grootte was.
De verklaring van [verdachte] dat hij er telkens vanuit is gegaan dat het ging om een legale hennepkwekerij ten behoeve van de productie van CBD is naar het oordeel van de rechtbank ongeloofwaardig. Als dat echt het geval zou zijn, valt namelijk niet in te zien waarom [medeverdachte 1] volgens [verdachte] niet direct kon leveren aan de undercover-agenten, maar dat dit via een al bekende of op te zetten growshop moest gebeuren. Ook had daarover dan vrijuit over de telefoon gepraat kunnen worden, iets wat [verdachte] niet wilde.
Periode
Nu het contact tussen de undercoveragenten en [verdachte] op 9 maart 2018 in Spanje startte en daarmee de verkoop van de artikelen, en de artikelen op 20 september 2018 zijn afgeleverd in Portugal, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] in die periode – te weten van 9 maart 2018 tot en met 20 september 2018 – stoffen en voorwerpen voorhanden had, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht en afgeleverd, terwijl zij wist dat deze stoffen en voorwerpen bestemd waren voor de illegale hennepteelt en dat [verdachte] daar leiding aan gaf.
Stoffen en voorwerpen
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] de stoffen en voorwerpen, vermeld op de orderbevestiging die ziet op de levering van artikelen aan de undercoveragenten [48] , voorhanden heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht en heeft afgeleverd. Gelet op het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 4] , waarin hij een vertaalslag maakt van door [medeverdachte 1] te koop aangeboden artikelen, acht de rechtbank het voorhanden hebben van, het te koop aanbieden van, het verkopen van en het afleveren van de voorwerpen met de benaming zoals genoemd in de bewezenverklaring bewezen.
Ten aanzien van de op de orderbevestiging genoemde “Black and white foil (…) ” en “Bamboo stick (…)” begrijpt de rechtbank dat hiermee respectievelijk zwart/wit folie en bamboestokken worden aangeduid.
De rechtbank zal [verdachte] vrijspreken van de overige stoffen en voorwerpen genoemd in de tenlastelegging.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring is opgenomen in Bijlage III van dit vonnis.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte] is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
het feitelijke leiding geven aan en opdracht geven tot:
stoffen/voorwerpen te koop aanbieden, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en voorhanden hebben, waarvan zij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid/vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.

7.STRAFBAARHEID VAN [verdachte]

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.OP TE LEGGEN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren op te leggen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de gehele tenlastelegging en heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van het feit
[verdachte] heeft feitelijk leiding gegeven aan [medeverdachte 1] , welk bedrijf artikelen heeft verkocht en geleverd aan een klant, waarvan hij wist dat deze artikelen bestemd waren voor de grootschalige beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt. Hiermee heeft [verdachte] leiding gegeven aan een bedrijf dat zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 11a van de Opiumwet.
De bestrijding van hennepteelt is een prioriteit van de Nederlandse overheid, aldus de wetgever. Volgens het kabinet levert de illegale hennepteelt door haar omvang en professionaliteit een reëel veiligheidsrisico op ‘waartegen doortastend en effectief moet worden opgetreden’. Met artikel 11a van de Opiumwet wil de wetgever optreden tegen activiteiten van ondersteunende aard rond de illegale hennepteelt, in het bijzonder de activiteiten die strekken ter voorbereiding of bevordering van die teelt.
De rechtbank rekent het [verdachte] aan dat hij wist dat de door [medeverdachte 1] verkochte artikelen aan de betreffende klant in Portugal zouden worden gebruikt voor de illegale hennepteelt en ondanks die wetenschap toch doorging met de verkoop van deze artikelen. Hennep bevat de voor de volksgezondheid schadelijke stof THC en is daarom door de wetgever op lijst II van de Opiumwet geplaatst. Het is een feit van algemene bekendheid dat hennepteelt en de handel in en het gebruik van verdovende middelen vaak gepaard gaan met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit, waardoor de samenleving schade wordt berokkend.
De persoon van [verdachte]
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel van de justitiële documentatie betreffende [verdachte] van 20 april 2022, waaruit blijkt dat hij niet recent voor soortgelijke strafbaar feiten is veroordeeld.
Het tijdsverloop
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank voorts rekening met het tijdsverloop. De bewezen verklaarde feiten zien op de periode van 9 maart 2018 tot en met 20 september 2018. [verdachte] is op 17 oktober 2018 bij de politie gehoord en het strafdossier is op 15 november 2019 gesloten. Vervolgens zijn door de rechter-commissaris en de politie op verzoek van de verdediging verschillende getuigen gehoord. De zaak stond op 18 november 2021 gepland ten behoeve van de inhoudelijke behandeling, maar vanwege coronagerelateerde en privé omstandigheden van één van de medeverdachten is die zitting niet doorgaan. De zaak is daarna gepland op 30 en 31 mei en 2 en 9 juni 2022. Door deze gang van zaken is de redelijke termijn waarbinnen een strafzaak moet worden behandeld met een jaar en negen maanden overschreden. De rechtbank neemt deze overschrijding in het voordeel van [verdachte] mee bij de bepaling van de strafoplegging.
De straf
Alles overwegende acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 100 uren met aftrek van het voorarrest en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. Dit is lager dan de eis van de officier van justitie gelet op het feit dat de rechtbank enkel de verkoop van artikelen aan de undercoveragenten bewezen acht en daarnaast gelet op het tijdsverloop, zoals hiervoor is overwogen.

9.BESLAG

Onder [verdachte] zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. Iphone met voorwerpnummer MDRBB16018_483789.
2. Nokia met voorwerpnummer MDRBB16018_483790.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de voorwerpen verbeurd te verklaren, nu met betrekking tot deze voorwerpen de onder 1 en 2 ten laste gelegde strafbare feiten (artikel 11a Opiumwet) zijn begaan.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de beslissing over de in beslag genomen voorwerpen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan [verdachte] van de volgende in beslag genomen voorwerpen die aan hem toebehoren, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet. De rechtbank is niet gebleken dat [verdachte] juist met deze telefoons heeft gecorrespondeerd met de undercover-agenten over de verkoop van de bewezenverklaarde goederen.
1. Iphone met voorwerpnummer MDRBB16018_483789.
2. Nokia met voorwerpnummer MDRBB16018_483790.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 22c, 22d, 14a, 14b, 14c, 51 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 11a van de Opiumwet,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart [verdachte] strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt [verdachte] tot een
gevangenisstrafvan
1 maand;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat [verdachte] de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
2 jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat [verdachte] zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt [verdachte] tot een
taakstrafvan
100 uren;
- beveelt dat voor het geval [verdachte] de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
1. Iphone met voorwerpnummer MDRBB16018_483789.
2. Nokia met voorwerpnummer MDRBB16018_483790.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van Rijssen, voorzitter, mr. S.M. Schothorst en
mr. G. Schnitzler, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.E. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 juli 2022.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
feit 1[medeverdachte 1] B.V. in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarssen, Utrecht en/of elders in Nederland en/of in Portugal en/of elders in Europa en/of in de Verenigde Staten en/of in Israël tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (telkens)
onderstaande stoffen en/of voorwerpen te koop heeft/hebben aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, en/of voorhanden heeft/hebben gehad, te weten:
(bron: PvB-335 tabel met verkopen aan klanten die voorwerpen afnamen die in 2 of meer verschillende indicatoren van hoge professionaliteit vallen, p. 9681 dossier en Excel verkoopstatistieken [medeverdachte 1] , 7e kolom, p. 5958)
 34.511, 34.511, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' dimmers thermo- en hygrostaten en/of
 34.511, 1.065, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' electra-onderdelen en/of
 34.511, 200.238, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kabels en stekkers
 34.511, 340, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' krachtautomaten en/of
 34.511, 941.463, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kunstlicht en/of
 34.511, 2.421, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' relais en/of
 34.511, 5.684, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' relaiskasten en/of
 34.511, 29.812, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tijdklokken en/of
 34.511, 17.129, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' zekeringen en/of
 34.511, 2.442.823, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' irrigatie en/of
 34.511, 941.063, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' voeding en toebehoren en/of
 34.511, 942, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' voedingscomputers en/of
 34.511, 16.341, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' watervaten en/of
 34.511, 29.006, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kweektenten en/of
 34.511, 16.559, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tenttoebehoren en/of
 34.511, 2, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tuinkas en/of
 34.511, 7.397, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vijverfolie en/of
 34.511, 312, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' afzuigbeveiliging en/of
 34.511, 197, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' alarm en toebehoren en/of
 34.511, 586.047, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' dozen en/of
 34.511, 4.090, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' filterdoek en/of
 34.511, 2.439, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' filtersteun en/of
 34.511, 2.084, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' geluidsdemper en/of
 34.511, 44.060, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' geurbestrijder en/of
 34.511, 20.919, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' isolatiefolie en/of
 34.511, 71.487, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' koolstoffilter en/of
 34.511, 375, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' reflecterende folie en/of
 34.511, 3.693, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' sealfolie en/of
 34.511, 16.598, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' zwart/wit folie en/of
 34.511, 115, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' airco en toebehoren en/of
 34.511, 335.834, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en/of
 34.511, 9.409, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bevochtiging en/of
 34.511, 100.209, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bouwmateriaal en/of
 34.511, 10.491, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' buisventilator en/of
 34.511, 132.278, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' diverse (onder meer: losse voorwerpen t.b.v. klimaat, meetapparatuur en bouw- en verpakkingsmaterialen) en/of
 34.511, 240.007, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' flenzen en hulpstukken en/of
 34.511, 5.257, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kist Softbox en/of
 34.511, 2, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' luchtfilter en/of
 34.511, 104.445, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' luchtslangen en/of
 34.511, 42.764, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' meetapparatuur en/of
 34.511, 456, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ontvochtiging en/of
 34.511, 59.400, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en/of
 34.511, 11, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ozon en/of
 34.511, 18.280, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' slakhuisventilator en/of
 34.511, 21.246, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' Softbox en/of
 34.511, 3, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' thermostaat en/of
 34.511, 14.148, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' verwarming en/of
 34.511, 2.952.340, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' aarde cocos en toevoegingen en/of
 34.511, 229.425, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en/of
 34.511, 607.958, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' steenwolproducten en/of
 34.511, 352, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' watertray en/of
 34.511, 71.816, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bescherming en/of
 34.511, 60.765, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ongediertebestrijding en/of
 34.511, 3.754, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' cannacutter en/of
 34.511, 9.290, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' cannacutter onderdelen en/of
 34.511, 158.487, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' droogrek en/of
 34.511, 1 voorwerp met de 'benaming' geldtelmachine en/of
 34.511, 132, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' handsealer en/of
 34.511, 348, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' strijkijzer en/of
 34.511, 663, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vals geld-detectoren en/of
 34.511, 1.612.519, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' verpakkingsmateriaal en/of
 34.511, 26.974, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' stekpoeder/gel en/of
 34.511, 9.617, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' Co2 en/of
 34.511, 33.453, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' EC en PH-meters en/of
 34.511, 16.853, althans een of meer voorwerpen met de 'benaming' ijkvloeistof en/of
 34.511, 1.879, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kweekkas/systeem etc en/of
 34.511, 42.615, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' maatbeker(s) en/of
 34.511, 927, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' microscoop en/of
 34.511, 3.139.130, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' potten en/of
 34.511, 7.922, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' steunnet en/of
 34.511, 23.954, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tape en/of
 34.511, 79.784, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' scharen en/of
 34.511, 455, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' gieter en/of
 34.511, 1.758, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tuingereedschap en/of
 34.511, 166.062, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ventilatoren en/of
 34.511, 1.694.757, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bamboestokken en/of
 34.511, 5.215, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' brandblussers en/of
 34.511, 1.016, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' growkits en/of
 34.511, 231, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' nietmachine en nietjes en/of
 34.511, 544, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' reinigingsmateriaal en/of
 34.511, 1.369, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tie-wraps en/of
 34.511, 367, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' touw en/of
 34.511, 88, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tuinartikelen en/of
 34.511, 21.510, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vloeistoffen en/of
 34.511, 9.186, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vuilniszakken en/of
 34.511, 1.835, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' weegschalen en/of
 34.511, 1.760, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' worteldoek/vloeideken
waarvan zij en haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zulks terwijl hij, verdachte(n) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) tot voren omschreven feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven en/of aan die verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft/hebben gegeven;
feit 2[medeverdachte 1] B.V. op of omstreeks 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarssen en/of Utrecht en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (telkens)
onderstaande stoffen en/of voorwerpen te koop heeft/hebben aangeboden en/of voorhanden heeft/hebben gehad (in loodsen/magazijnen aan de [adres] en [adres] te [plaats] en/of aan de [adres] te [plaats] en/of aan de [adres] te [plaats] ), te weten:
(bron: bijlage 4 bij PvB-206: tabel met aantallen producten per productcategorie ingedeeld conform Bijlage 1 bij de Aanwijzing Opiumwet, pagina 5092 dossier + Excel overzicht, 4e kolom, p. 9686)
 6.330, 6.330, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' dimmers thermo- en hygrostaten en/of
 6.330, 28.861, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kabels en stekkers en/of
 6.330, 30, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' krachtautomaten en/of
 6.330, 41.472, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kunstlicht en/of
 6.330, 89, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' relais en/of
 6.330, 189, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' relaiskasten en/of
 6.330, 4.681, althans een of meer voorwerpen met de 'benaming' tijdklokken en/of
 6.330, 1.587, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' zekeringen en/of
 6.330, 154.118, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' irrigatie en/of
 6.330, 40.875, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' voeding en toebehoren en/of
 6.330, 36, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' voedingscomputers en/of
 6.330, 2.201, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' watervaten en/of
 6.330, 1.502, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kweekkas/systeem etc en/of
 6.330, 3.964, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kweektenten en/of
 6.330, 3.273, althans een of meer voorwerpen met de 'benaming' tent toebehoren en/of
 6.330, 165, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vijverfolie en/of
 6.330, 18, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' afzuigbeveiliging en/of
 6.330, 11, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' alarm en toebehoren en/of
 6.330, 7.721, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' dozen en/of
 6.330, 195, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' filterdoek en/of
 6.330, 63, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' filtersteun en/of
 6.330, 92, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' geluidsdemper en/of
 6.330, 2.621, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' geurbestrijding en/of
 6.330, 4.955, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' isolatiefolie en/of
 6.330, 1.762, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' koolstoffilter en/of
 6.330, 22, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' reflecterende folie en/of
 6.330, 1.012, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' sealfolie en/of
 6.330, 908, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' zwart/wit folie en/of
 6.330, 16.110, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en/of
 6.330, 788, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bevochtiging en/of
 6.330, 8.116, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bouwmateriaal en/of
 6.330, 1.068, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' buisventilator en/of
 6.330, 34.850, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' flenzen en hulpstukken en/of
 6.330, 4.455, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' luchtslangen en/of
 6.330, 12, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ontvochtiging en/of
 6.330, 5.355, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en/of
 6.330, 807, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' slakhuisventilator en/of
 6.330, 699, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' Softbox en/of
 6.330, 4.363, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' verwarming en/of
 6.330, 7.793, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' aarde, cocos en toevoegingen en/of
 6.330, 32.805, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en/of
 6.330, 10.300, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' steenwolproducten en/of
 6.330, 70, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' watertray en/of
 6.330, 3.136, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bescherming en/of
 6.330, 13.177, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ongediertebestrijding en/of
 6.330, 88, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' cannacutter en/of
 6.330, 450, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' cannacutter onderdelen en/of
 6.330, 38.113, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' droogrek en/of
 6.330, 103, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' strijkijzer en/of
 6.330, 97, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vals geld detectoren en/of
 6.330, 237.684, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' verpakkingsmateriaal en/of
 6.330, 2.435, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' stekpoeder/gel en/of
 6.330, 900, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' Co2 en/of
 6.330, 2.807, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' diverse (te weten: batterijen) en/of
 6.330, 1.198, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' EC en PH-meters en/of
 6.330, 496, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ijkvloeistof en/of
 6.330, 2.974, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' maatbekers en/of
 6.330, 9.353, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' meetapparatuur en/of
 6.330, 1.090, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' steunnet en/of
 6.330, 14.462, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' scharen en/of
 6.330, 28, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' gieter en/of
 6.330, 265, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tuingereedschap en/of
 6.330, 21.034, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ventilatoren en/of
 6.330, 29.500, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bamboestokken en/of
 6.330, 373, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' brandblussers en/of
 6.330, 59, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' growkits en/of
 6.330, 30, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' nietmachine en nietjes en/of
 6.330, 5.355, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en/of
 6.330, 110.551, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' potten en/of
 6.330, 67, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' reinigingsmateriaal en/of
 6.330, 2.098, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tape en/of
 6.330, 261, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tie-wraps en/of
 6.330, 39, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' touw en/of
 6.330, 3.432, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vloeistoffen en/of
 6.330, 1.138, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vuilniszakken en/of
 6.330, 505, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' weegschalen en/of
 6.330, 12, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' worteldoek/vloeideken
waarvan zij en haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zulks terwijl hij, verdachte(n) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) tot voren omschreven feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven en/of aan die verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft/hebben gegeven.
Bijlage II Het vonnis van Rechtbank-Midden Nederland, uitgesproken op 28 juli 2022, betreffende [medeverdachte 1] B.V.
Bijlage III De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
feit 1[medeverdachte 1] B.V. in de periode van 9 maart 2015 tot en met 20 september 2018 te Portugal en Spanje
onderstaande stoffen en/of voorwerpen te koop heeft aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd en voorhanden heeft gehad, te weten:
 voorwerpen met de 'benaming' voeding en toebehoren en
 voorwerpen met de 'benaming' watervaten en
 voorwerpen met de 'benaming' koolstoffilter en
 voorwerpen met de 'benaming' zwart/wit folie en
 voorwerpen met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en
 voorwerpen met de 'benaming' bevochtiging en
 voorwerpen met de 'benaming' luchtfilter en
 voorwerpen met de 'benaming' luchtslangen en
 voorwerpen met de 'benaming' meetapparatuur en
 voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en
 voorwerpen met de 'benaming' droogrek en
 voorwerpen met de 'benaming' EC en PH-meters en
 voorwerpen met de 'benaming' steunnet en
 voorwerpen met de 'benaming' ventilatoren en
 voorwerpen met de 'benaming' bamboestokken
waarvan zij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bewerken en/of verkopen van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 telen en/of bewerken en/of verkopen en/of aanwezig hebben van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
zulks terwijl hij, verdachte, telkens aan die verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven.

Voetnoten

1.Het vonnis is als bijlage II gevoegd als bijlage aan onderhavig vonnis.
2.Een geschift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [medeverdachte 1] van 20 mei 2022.
3.De verklaring van [verdachte] , zoals afgelegd op de zitting van 30 mei 2022.
4.Een bevel stelselmatige inwinning informatie (artikel 126j Sv.) van 19 februari 2018, ordner 18, p. 8391 en 8392.
5.De verlengingen bevel stelselmatige inwinning informatie (artikel 126j Sv.) van 22 mei 2018 en 17 augustus 2018 , ordner 18, p. 8609 en 8695.
6.Een bevel pseudokoop en/of – dienstverlening (artikel 126i Sv.) van 18 mei 2018, ordner 18, p. 8574 tot en met 8576.
7.Het Europees Onderzoeksbevel van 20 februari 2018 aan Spanje betreffende artikel 126j Sv.
8.Beschikking van de officier van justitie betreffende het Europees Onderzoeksbevel met nummer 33/2018, van 2 maart 2018. Deze beschikking is vertaald naar het Nederlands.
9.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 931.
10.Idem, p. 932.
11.Idem, p. 933
12.Proces-verbaal van bevindingen, Stelselmatige informatie-inwinning, ordner 3, p. 936.
13.Idem, p. 937.
14.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 940.
15.Idem, p. 941.
16.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 947.
17.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 951.
18.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 955.
19.Idem, p. 956.
20.Het Europees Onderzoeksbevel van 19 april 2018 aan Portugal betreffende artikel 126i Sv.
21.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 963.
22.Idem, p. 964.
23.Idem, p. 965.
24.Idem, p. 966.
25.Idem, p. 967.
26.Een geschrift, te weten een afschrift van een Whatsappgesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 988.
27.Idem, p. 989.
28.Een geschrift, te weten een afschrift van een Whatsappgesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 995.
29.Een geschrift, te weten een afschrift van een e-mailbericht op 2 juli 2018, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 996.
30.Een geschrift, te weten een afschrift van een Whatsappgesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1020.
31.Een geschrift, te weten een offerte van [medeverdachte 1] aan [verbalisant 1] , als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1021 en 1022.
32.Een geschrift, te weten een orderbevestiging, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1023 en 1024.
33.Een geschrift, te weten een email gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1025.
34.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1037.
35.Een geschrift, te weten een tabel, als bijlage gevoegd bij PvB-06, Daadwerkelijk goede benaming aangeboden artikelen van [medeverdachte 1] , p. 1631.
36.Idem, p. 1632.
37.Idem, p. 1633.
38.Idem, p. 1634.
39.Idem, p. 1635.
40.Idem, p. 1636.
41.Idem, p. 1637.
42.Idem, p. 1638.
43.Idem, p. 1639.
44.Idem, p. 1640.
45.HR 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1982 en 1983
46.vgl. HR 8 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1965
47.Vgl. Hoge Raad 26 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:733
48.Een geschrift, te weten een orderbevestiging van [medeverdachte 1] aan [bedrijf] van 3 september 2018, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van [verbalisant 1] , ordner 3, p. 1040 en 1041.