ECLI:NL:RBMNE:2022:3048

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
9485401 UC EXPL 21-7173
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Koopovereenkomst tweedehands machine; non-conformiteit; dwaling; gevolgschade

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Britse rechtspersoon, [eiseres] Limited, en de Nederlandse besloten vennootschap [gedaagde] B.V. over een koopovereenkomst betreffende een tweedehands SMT machine. [eiseres] had de machine gekocht voor € 12.500,00, maar ontving een andere machine die niet voldeed aan de overeengekomen specificaties en bovendien transportschade vertoonde. Na de levering heeft [eiseres] de gedaagde partij in gebreke gesteld en uiteindelijk de koopovereenkomst ontbonden wegens wanprestatie. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat de geleverde machine niet aan de overeenkomst voldeed. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen over non-conformiteit en dwaling. De rechter concludeerde dat de gedaagde partij de machine had geleverd zoals overeengekomen en dat de schade niet door de gedaagde was veroorzaakt. De kosten van de procedure zijn voor rekening van [eiseres].

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9485401 UC EXPL 21-7173 aw/1370
Vonnis van 8 juni 2022
inzake
de rechtspersoon naar buitenlands recht
[eiseres] Limited,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] (Verenigd Koninkrijk),
verder ook te noemen: [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M. van Schaik Martinet,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
vertegenwoordigd door haar directeur de heer [A] .

1.De procedure

Hoe de procedure is verlopen, blijkt uit het volgende:
  • de dagvaarding met de producties 1 t/m 25 is op 30 september 2021 bij [gedaagde] bezorgd,
  • [gedaagde] is in de persoon van haar directeur, de heer [A] , verschenen op de rolzitting van 13 oktober 2021 om verweer te voeren. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Op die rolzitting heeft de kantonrechter [gedaagde] de gelegenheid gegeven om schriftelijk verweer over te leggen op de rolzitting van 10 november 2021,
  • [gedaagde] heeft op 10 november 2021 schriftelijk op de dagvaarding gereageerd,
  • [eiseres] heeft bij akte van 1 april 2022 haar eis vermeerderd en de aanvullende producties 26 en 27 toegestuurd,
  • [gedaagde] heeft in reactie daarop bij brief van 5 april 2022 bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging wegens het volgens haar late tijdstip van de indiening,
  • de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 april 2022, via Skype for Business. Mr. M. van Schaik Martinet is verschenen namens [eiseres] . De heer

2.De feiten

2.1.
[eiseres] drijft een onderneming die zich bezig houdt met de ontwikkeling en productie van speelautomaten en -apparaten voor onder andere pretparken en speelhallen. Voor de productie daarvan gebruikt zij een zogeheten SMT machine. Dat is een computergestuurde machine die kleine elektronische componenten op printplaten plaatst. Omdat de machine die [eiseres] nu gebruikt al 25 jaar oud is, is zij op zoek gegaan naar een nieuwer en sneller model.
2.2.
[eiseres] heeft op 10 maart 2021 contact opgenomen met [gedaagde] , waar zij al eerder een machine had aangeschaft. Zij heeft bij [gedaagde] geïnformeerd naar de mogelijkheden. Nadat de SMT machine “Samsung CP45 NEO”, die [gedaagde] op haar website aanbood en waarvoor [eiseres] belangstelling had getoond, al bleek te zijn verkocht, heeft [gedaagde] op 11 maart 2021 per e-mail aan [eiseres] het volgende aanbod gedaan, onder bijvoeging van een – hieronder weergegeven – kleurenfoto van een machine die is voorzien van het logo van Samsung in zilverkleurige letters en van het typenummer “CP40CV”:
“This machine comes from a customer of us a few blocks away. They used it once in two weeks mostly.
The machine is in perfect condition and comes with 60 feeders like 40 8mm the rest is mix.
The CP40CV from 2005 is a great workhorse and very reliable machine.
With 3 laser alignment heads centring devices up to 24mm square and an upward vision camera for larger fine pitch devices and BGA’s making the CP40CV and excellent flexible placer.
Machine is direct available in our warehouse.
The machine is in top condition, attached the specifications.
Price ex-works € 12500,00
Transport packing : weight 1100 KG sealed locked and marked
Payment : 100% prior to shipment based on a pro forma invoice.
Purchase orders: with company details and VAT number.
Price is netto without VAT: for companies’ VAT will not be charged.
Transport to [vestigingsplaats 1] € 845,00”
2.3.
[eiseres] heeft daarna aan [gedaagde] per e-mail een aantal aanvullende vragen gesteld over die aangeboden machine en [gedaagde] heeft deze vragen telefonisch beantwoord. In dat telefoongesprek is tussen partijen een korting overeengekomen ter hoogte van de transportkosten van de machine, dat is een bedrag van € 845,00. [eiseres] heeft het aldus gewijzigde aanbod van [gedaagde] vervolgens aanvaard in haar e-mailbericht aan [gedaagde] van 15 maart 2021. Zij heeft de koopprijs van € 12.500,00 aan [gedaagde] betaald. [gedaagde] heeft aan [eiseres] op 26 maart 2021 per e-mail bericht dat de machine naar haar onderweg is.
2.4.
Op 20 april 2021 heeft [eiseres] van de transporteur een verpakte machine in ontvangst genomen, afkomstig van [gedaagde] . Diezelfde dag heeft [eiseres] telefonisch contact opgenomen met de mededeling dat de geleverde machine niet de overeengekomen machine is en dat deze bovendien transportschade heeft. [gedaagde] heeft daarop aan [eiseres] gevraagd foto’s van de transportschade te maken en deze aan haar toe te sturen. Op 20 april 2021 heeft [eiseres] diezelfde mededeling aan [gedaagde] ook nog per e-mail gedaan, waarbij zij een foto van de overeengekomen machine en foto’s van de geconstateerde schade aan de geleverde machine heeft meegestuurd.
2.5.
In reactie daarop heeft [gedaagde] per e-mailbericht van 25 april 2021 aan [eiseres] laten weten – kort gezegd – dat zij de machine heeft geleverd die zij aan [eiseres] heeft aangeboden en die [eiseres] van haar heeft gekocht. Ook schrijft zij dat zij de machine heeft getest vóór verzending en dat zij contact met de transporteur heeft opgenomen over de gemelde transportschade. [gedaagde] vraagt in dat e-mailbericht aan [eiseres] om een nadere onderbouwing van de precieze schade en zegt toe [eiseres] te zullen helpen, ongeacht of de schade door haar verzekeraar wordt vergoed. Ook vraagt [gedaagde] aan [eiseres] wat volgens haar het verschil is tussen de machine die zij heeft ontvangen en de machine die zij voor ogen had. Zij vraagt [eiseres] een voorstel te doen om het gerezen probleem onderling op te lossen.
2.6.
Bij brief aan [gedaagde] van 26 mei 2021 heeft (de gemachtigde van) [eiseres] aan [gedaagde] een termijn van vier weken gegeven om alsnog de overeengekomen machine te leveren, bij gebreke waarvan [eiseres] de koopovereenkomst zal ontbinden. In reactie daarop heeft [gedaagde] op 9 juni 2021 per e-mail geschreven aan (de gemachtigde van) [eiseres] (onder andere) dat zij de machine heeft geleverd die [eiseres] heeft gekocht, dat zij daar 100% zeker van is omdat zij geen andere machines van die soort op voorraad had en heeft.
2.7.
Bij brief aan [gedaagde] van 4 augustus 2021 heeft (de gemachtigde van) [eiseres] de koopovereenkomst ontbonden wegens wanprestatie en heeft zij aanspraak gemaakt op terugbetaling van de koopprijs, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en de kosten voor het retour zenden van de machine. [gedaagde] is daarna niet tot betaling overgegaan. De geleverde machine is nog in het bezit van [eiseres] .

3.De vorderingen van [eiseres]

3.1.
[eiseres] vordert – na vermeerdering van eis – dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. [gedaagde] zal veroordelen om aan [eiseres] te betalen:
€ 12.500,00 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, subsidiair de wettelijke rente, vanaf de dag van dagvaarding tot de voldoening;
€ 158,90 aan verschenen wettelijke handelsrente berekend over de aankoopsom van € 12.500,00 over de periode vanaf 4 augustus 2021 tot aan de dag van dagvaarding;
€ 900,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot aan de voldoening;
€ 1.252,78 aan schadevergoeding ten aanzien van de transportkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot de voldoening;
€ 10.188,32 aan schadevergoeding ten aanzien van de externe productiekosten, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot de voldoening;
Subsidiair
II. de koopovereenkomst tussen partijen zal vernietigen op grond van dwaling;
III. [gedaagde] zal veroordelen om aan [eiseres] te betalen € 12.500,00 op grond van onverschuldigde betaling, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de voldoening;
IV. [gedaagde] zal veroordelen om aan [eiseres] te betalen de buitengerechtelijke incassokosten van € 900,00 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot de voldoening;
V. [gedaagde] zal veroordelen om aan [eiseres] te betalen € 1.252,78 als vergoeding ex artikel 6:207 BW voor de transportkosten van het terugzenden van de machine, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van dagvaarding tot de voldoening, subsidiair [gedaagde] zal veroordelen om de machine binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis op te (laten) halen op haar eigen kosten, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat zij nalaat de machine op te halen bij [eiseres] , met een maximum van € 12.500,00;
Zowel primair als subsidiair
VI. [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met € 124,00 nasalaris, verhoogd tot € 209,00 in geval van betekening indien niet binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis aan de veroordeling mocht zijn voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf veertien dagen na de dag waarop het te wijzen vonnis zal zijn uitgesproken.
3.2.
[eiseres] legt aan haar primaire vorderingen – samengevat – ten grondslag dat de door [gedaagde] geleverde machine non-conform is. Zij heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld alsnog correct na te komen en dat heeft [gedaagde] niet gedaan. [gedaagde] is in verzuim geraakt en [eiseres] had daarom het recht de koopovereenkomst te ontbinden. Zij heeft recht op terugbetaling van de koopprijs, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten en [gedaagde] moet de machine (op haar kosten) terugnemen. [eiseres] vordert daarom vergoeding van de transportkosten die zij voor de retournering van de machine moet maken. Daarnaast vordert [eiseres] betaling van gevolgschade, namelijk de extra kosten die zij heeft moeten maken doordat zij niet kon beschikken over de gekochte machine, waardoor zij het werk heeft moeten uitbesteden. Zij beperkt haar vordering ter zake gevolgschade op € 10.188,32 en doet uitdrukkelijk afstand van het meerdere.
3.3.
[eiseres] legt aan haar subsidiaire vorderingen ten grondslag dat zij heeft gedwaald bij het sluiten van de koopovereenkomst. Die dwaling is primair het gevolg van onjuiste mededelingen die [gedaagde] heeft gedaan over de leeftijd en de conditie van de machine. Als zij had geweten dat het ging om een ouder model dat zich evident niet in perfecte conditie bevond, dan was zij niet overgegaan tot de aankoop, zo stelt [eiseres] . Subsidiair baseert zij zich op wederzijdse dwaling. Zij vordert dat de kantonrechter de koopovereenkomst zal vernietigen op grond van artikel 6:228 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Het gevolg van die vernietiging is dat zij de koopprijs onverschuldigd heeft betaald en [gedaagde] moet dat bedrag daarom aan haar terugbetalen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. Ook moet [gedaagde] de geleverde machine terugnemen en de door [eiseres] bij de retournering gemaakte transportkosten en invoerrechten aan haar vergoeden, op grond van artikel 6:207 van het BW. Als de kantonrechter de gevorderde vergoeding van transportkosten en invoerrechten niet toewijsbaar acht, dan vordert [eiseres] veroordeling van [gedaagde] om de machine op haar kosten te (laten) ophalen bij [eiseres] , op straffe van een dwangsom.

4.Het verweer van [gedaagde]

4.1.
voert als verweer – samengevat – aan dat zij de machine heeft geleverd die [eiseres] van haar heeft gekocht. Die machine heeft zij vóór verzending getest en deze was in goede staat. Zij is dan ook niet bereid de machine terug te nemen en de koopprijs aan [eiseres] terug te betalen. [eiseres] is kennelijk teleurgesteld over de machine, maar dat komt voor haar rekening en risico omdat zij niet de moeite heeft genomen om deze vooraf te komen bekijken of te laten keuren, zoals gebruikelijk is. [gedaagde] heeft [eiseres] gevraagd om een nadere onderbouwing van de gestelde transportschade aan de geleverde machine en zij heeft aangeboden deze te vergoeden, maar daar is [eiseres] niet op ingegaan. Volgens [gedaagde] blijkt overigens nergens uit dat die schade tijdens het transport is toegebracht. Vermoedelijk is de schade door [eiseres] zelf veroorzaakt na de levering, doordat zij met ongeschikt materieel heeft geprobeerd de zware machine te verplaatsen met als gevolg dat deze is gevallen en beschadigd is geraakt. Verder heeft [gedaagde] bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerdering, omdat het tijdstip waarop deze is gedaan volgens haar in strijd is met een goede procesorde. Zij heeft meer tijd nodig om op die eisvermeerdering te kunnen reageren. Ter zitting heeft [gedaagde] over de vermeerderde eis, de vergoeding van gevolgschade, gezegd dat [eiseres] het werk niet had hoeven uitbesteden omdat zij de geleverde machine gewoon in gebruik had kunnen nemen. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat [eiseres] ook al vóór de aanschaf van de machine het werk uitbesteedde. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de primaire en subsidiaire vorderingen.

5.De beoordeling

Rechtsmacht
5.1.
[eiseres] is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. De zaak bevat daarmee internationale aspecten.
De kantonrechter dient daarom allereerst te beoordelen of zij bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De zaak is aanhangig gemaakt na 1 januari 2021. De beoordeling moet daarom plaatsvinden aan de hand van het Nederlands recht, dus de artikelen 1-14 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), behoudens bevoegdheidsbepalingen in bijzondere verdragen. Artikel 4 Brussel I-bis Vo blijft onverkort van kracht voor verweerders die in een EU-lidstaat wonen. In dat kader is de woonplaats van eiser, in dit geval in het Verenigd Koninkrijk, niet van belang.
[gedaagde] is gevestigd in Nederland. Gelet daarop is de Nederlandse rechter, op grond van artikel 4 Brussel I-bis-Vo, bevoegd om van deze zaak kennis te nemen (HvJ 13 juli 2000, zaak C-412/98, Groep Josi
).
Toepasselijk recht – eisvermeerdering
5.2.
Op de wijze van procederen voor de Nederlandse rechter is het Nederlands recht van toepassing (artikel 10:3 van het Burgerlijk Wetboek (BW)).
5.3.
[eiseres] heeft haar eis vermeerderd bij akte van 1 april 2022. [gedaagde] heeft bij brief van 5 april 2022 bezwaar gemaakt tegen die eisvermeerdering. De kantonrechter heeft dat bezwaar van [gedaagde] aan het begin van de mondelinge behandeling verworpen, om de volgende redenen.
5.4.
[gedaagde] stelt dat die eisvermeerdering in strijd is met het beginsel van de goede procesorde omdat deze te laat is gedaan en zij meer tijd nodig heeft om daarop te reageren, maar zij heeft ter zitting bevestigd dat zij, zoals zij al heeft geschreven in voornoemde brief aan de kantonrechter van 5 april 2022, de eisvermeerdering op 1 april 2022 heeft ontvangen. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 april 2022. Dit betekent dat [gedaagde] de eiswijziging van [eiseres] heeft ontvangen binnen de daarvoor geldende termijn van uiterlijk 10 dagen vóór de dag van de zitting, conform artikel 4.4. van het Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton. Gelet op dat tijdsverloop heeft [gedaagde] naar het oordeel van de kantonrechter voldoende gelegenheid gehad om van de eisvermeerdering kennis te nemen en daarop te reageren althans haar reactie daarop voor te bereiden. [gedaagde] heeft ter zitting alsnog mondeling op de eiswijziging gereageerd. De kantonrechter gaat daarom bij de beoordeling uit van de vermeerderde eis, zoals deze hiervoor onder 3.1. is vermeld.
Toepasselijk recht – koopovereenkomst roerende zaak
5.5.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord welk recht van toepassing is op de rechtsverhouding tussen partijen. Partijen hebben geen rechtskeuze gemaakt. Op grond van artikel 4 lid 1 onder sub a in samenhang met artikel 2 van de Verordening (EG) nr. 864/2007 Rome I is het Nederlands recht van toepassing (vgl. artikel 10:154 van het BW).
5.6.
Ter zitting heeft [eiseres] zich daarnaast beroepen op het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken van 11 april 1980, oftewel: het Weens Koopverdrag (hierna aan te duiden als: het WKV). De zaak betreft een internationale koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken, tussen professioneel handelende partijen die beide zijn gevestigd in landen die zijn aangesloten bij het WKV. Partijen hebben de bepalingen van het WKV niet contractueel uitgesloten. De bepalingen van het WKV zijn daarom op grond van artikel 1 lid 1 aanhef en onder a van het WKV van toepassing op de koopovereenkomst die in deze procedure aan de orde is, naast de bepalingen van nationaal Nederlands recht. Wanneer een regel van nationaal Nederlands recht strijdig is met het WKV, gaat het WKV voor.
5.7.
Op grond van artikel 49 lid 1 en onder a van het WKV kan de koper de overeenkomst onder meer ontbinden indien de verkoper tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit overeenkomst of uit het WKV, indien die tekortkoming een wezenlijke tekortkoming oplevert. Het is aan [eiseres] , als de partij die zich als koper beroept op de ontbinding van de overeenkomst, om te stellen en onderbouwen dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van (een van) zijn verplichtingen en dat sprake is van een wezenlijke tekortkoming als bedoeld in het WKV.
5.8.
[eiseres] heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden wegens nonconformiteit en vordert nu primair terugbetaling van de koopprijs en vergoeding van gevolgschade. In deze zaak moet daarom allereerst beoordeeld worden of de machine die [gedaagde] aan [eiseres] heeft geleverd niet beantwoordt aan de koopovereenkomst, zoals [eiseres] heeft gesteld. Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] aan haar een andere machine geleverd dan zij heeft gekocht en behoeft zij daarmee geen genoegen te nemen. Het gaat namelijk om een specieszaak: een tweedehands machine, waarvoor geen identieke vervanger bestaat. Volgens [eiseres] is daarom sprake van een wezenlijke tekortkoming als bedoeld in artikel 49 lid 1 en onder a van het WKV en had zij op grond van dat artikel het recht de koopovereenkomst bij brief van 4 augustus 2021 te ontbinden, nadat zij [gedaagde] in de gelegenheid had gesteld alsnog correct na te komen. Zij stelt dat zij bovendien gevolgschade heeft geleden: doordat de gekochte machine door [gedaagde] niet is geleverd heeft zij extra kosten moeten maken omdat het werk uitbesteed moest worden. Op grond van artikel 74 van het WKV heeft zij jegens [gedaagde] aanspraak op vergoeding van die schade, zo stelt [eiseres] .
5.9.
Ter onderbouwing van haar stelling dat [gedaagde] een andere tweedehands machine heeft geleverd dan zij heeft gekocht, verwijst [eiseres] onder punt 29 van de dagvaarding naar twee kleurenfoto’s die hierna zijn weergegeven.
Op foto 1 is volgens haar de overeengekomen machine te zien en op foto 2 de geleverde machine. Bij onderlinge vergelijking van de twee foto’s moet volgens [eiseres] geconcludeerd worden dat zij niet de machine heeft gekregen die zij heeft gekocht: de knoppen en stickers van de geleverde machine zitten op een andere plaats dan de knoppen en stickers van de gekochte machine en het Samsung logo op de gekochte machine, dat Samsung pas sinds 2005 gebruikt, wijkt af van het Samsung logo op de geleverde machine, dat een ouder logo is van vóór 2005. Zij verwijst daarbij naar productie 24. Die productie bestaat uit een overzicht van (naar de kantonrechter begrijpt) de diverse, door Samsung in de loop der jaren gebruikte logo’s en twee kleurenfoto’s van logo’s die hierna zijn weergegeven.
De eerste foto heeft als bijschrift “Logo geleverde machine” en toont de zilverkleurige letters “SAMSUNG” op een blauwe achtergrond. De tweede foto heeft als bijschrift “Logo overeengekomen machine” en toont de zilverkleurige letters “SAMSUNG”
zonderde blauwe achtergrond.
5.10.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] daarmee een onvoldoende onderbouwing heeft gegeven van haar stelling dat de geleverde machine niet aan de overeenkomst beantwoordt, gelet op de gemotiveerde betwisting van die stelling door [gedaagde] . [gedaagde] heeft namelijk aangevoerd dat zij de machine heeft geleverd die is overeengekomen en dat de twee foto’s onder punt 29 van de dagvaarding, die [eiseres] met elkaar vergelijkt, van dezelfde machine zijn, namelijk de machine die is gekocht èn geleverd: foto 1 toont de voorkant en foto 2 toont de achterkant van die machine. Dat dit inderdaad zo is kan niet worden uitgesloten, omdat [eiseres] ter onderbouwing van haar stelling dat zij niet de gekochte machine geleverd heeft gekregen naar één foto van de geleverde machine heeft verwezen, zonder daarbij aan te geven of daarop de voor- of achterkant zichtbaar is. De kantonrechter constateert dat op foto 2 onder punt 29 van de dagvaarding, waarop volgens [eiseres] de geleverde machine is te zien, geen logo zichtbaar is, maar wel een snoer. Op foto 1, waarop volgens beide partijen de gekochte machine zichtbaar is, is wel een logo zichtbaar, maar geen snoer. Dit zou erop kunnen duiden dat foto 1 de voorkant en foto 2 de achterkant is van dezelfde machine, zoals [gedaagde] stelt. De twee foto’s van de verschillende logo’s die [eiseres] heeft overgelegd als productie 24 kunnen bovendien niet gerelateerd worden aan de machines als te zien op de foto’s 1 en 2, omdat de machines waarop de getoonde logo’s bevestigd zijn op die foto’s niet of nauwelijks te zien zijn. Een foto van de gehele geleverde machine met daarop het (volgens [eiseres] ) afwijkende Samsung logo heeft [eiseres] niet overgelegd, ook niet nadat [gedaagde] in haar schriftelijk verweer het standpunt heeft ingenomen dat foto 2 een foto is van de achterkant van de machine die op foto 1 is te zien. Op basis van de overgelegde foto’s kan daarom niet worden geconcludeerd dat [gedaagde] een andere tweedehands machine heeft geleverd dan is overeengekomen.
5.11.
Verder heeft [eiseres] onder punt 40 van de dagvaarding aangevoerd dat de geleverde machine niet aan de overeenkomst voldoet omdat deze gezien de ernstige beschadigingen niet “in perfecte conditie” verkeert en ook niet weinig door de vorige eigenaar kan zijn gebruikt, volgens het aanbod van [gedaagde] in haar e-mailbericht van 11 maart 2021 (zie onder 2.2.). [gedaagde] heeft daartegenover gesteld dat zij de machine vóór verzending heeft getest en gecontroleerd en daarbij heeft geconstateerd dat deze in perfecte conditie was om mee te werken. Met de term “perfecte conditie” wordt uiteraard niet gedoeld op cosmetische zaken als gebruikssporen, die horen nu eenmaal bij een tweedehands machine, zo stelt [gedaagde] .
5.12.
De kantonrechter constateert dat [eiseres] haar stelling dat de geleverde machine non-conform is omdat deze (los van de gestelde transportschade, waarop haar vorderingen namelijk niet zien) ernstig beschadigd bleek te zijn en veelgebruikt, in het geheel niet heeft onderbouwd. Die stelling, die door [gedaagde] gemotiveerd is betwist, is daarom in rechte niet komen vast te staan.
5.13.
[eiseres] heeft geen bewijsaanbod gedaan. Ook als zij een bewijsaanbod zou hebben gedaan is voor bewijslevering geen plaats, omdat [eiseres] niet voldoet aan haar stelplicht op voormelde punten.
5.14.
De conclusie luidt dat in rechte niet is komen vast te staan, dat de [gedaagde] wezenlijk tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst doordat zij niet de tweedehands machine heeft geleverd die is overeengekomen. De primaire vorderingen van [eiseres] worden daarom afgewezen.
Dwaling
5.15.
[eiseres] vordert subsidiair de vernietiging van de koopovereenkomst wegens (wederzijdse) dwaling, op grond van artikel 6:228 lid 1 van het BW, en terugbetaling van de koopprijs op grond van onverschuldigde betaling. Het WKV kent geen regeling voor dwaling.
5.16.
In rechte is niet komen vast te staan dat de machine die [eiseres] van [gedaagde] heeft gekocht en die [gedaagde] aan haar heeft geleverd afwijkt van de omschrijving en de foto in het aanbod van [gedaagde] in haar e-mailbericht van 11 maart 2021 (zie onder 2.2.). Dit betekent dat niet in rechte is komen vast te staan dat [eiseres] heeft gedwaald bij het sluiten van de koopovereenkomst over (de conditie van) die machine. Haar beroep op de vernietigbaarheid van de koopovereenkomst wegens (al dan niet wederzijdse) dwaling, kan niet slagen. Ook de subsidiaire vorderingen worden daarom afgewezen.
Proceskosten
5.17.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld. Zij wordt daarom in de kosten veroordeeld. Dit betekent dat zij haar eigen proceskosten draagt en de proceskosten van [gedaagde] moet betalen. Die kosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot vandaag begroot op nihil, omdat zij geen gemachtigde heeft en de mondelinge behandeling per Skype for Business heeft plaatsgevonden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt [eiseres] in de kosten; zij moet de proceskosten van [gedaagde] aan haar betalen, tot vandaag begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ramsaroep, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2022.