ECLI:NL:RBMNE:2022:3042

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
16.205270-21
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens oplichting van een verzekeringsmaatschappij, poging daartoe en valsheid in geschrift

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 juli 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van een verzekeringsmaatschappij, poging tot oplichting en valsheid in geschrift. De verdachte had in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, samen met anderen of alleen, twee annuleringsverzekeringen afgesloten voor een vakantiereis die nooit was betaald. Na annulering van de reis heeft de verdachte valse redenen opgegeven en valselijk opgemaakte documenten overgelegd om een schadeclaim in te dienen bij de verzekeringsmaatschappijen. Eén van de verzekeringsmaatschappijen heeft de schadeclaim uitgekeerd, terwijl de andere dat niet deed. De rechtbank heeft de verdachte, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting, veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen is dat hij het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan en heeft hem daarvan vrijgesproken. De feiten die onder 1, 2, 3a en 3b ten laste zijn gelegd, zijn wel bewezen verklaard. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de strafmaat bepaald op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.205270-21
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1987] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 juli 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M. Schwab, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, in elk geval in Nederland, samen met één of meer anderen of alleen, verzekeringsmaatschappijen heeft opgelicht door (telkens):
  • een annuleringsverzekering af te sluiten (ten name van een fictief persoon);
  • een reis te boeken (ten name van een fictief persoon);
  • de geboekte reis te annuleren op grond van een valse reden, terwijl de reis nog niet was betaald;
  • een (valse) schadeclaim in te dienen vanwege annulering van de reis;

en in ieder geval bij die verzekeringsmaatschappijen het vertrouwen te wekken dat de reis was betaald en een legitieme reden tot annuleren bestond, waardoor die verzekeringsmaatschappijen ertoe werden gebracht om de schadeclaims uit te keren;

Feit 2
in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, in elk geval in Nederland, samen met één of meer anderen of alleen, heeft geprobeerd verzekeringsmaatschappijen op te lichten door (telkens):
  • een annuleringsverzekering af te sluiten (ten name van een fictief persoon);
  • een reis te boeken (ten name van een fictief persoon);
  • de geboekte reis te annuleren op grond van een valse reden, terwijl de reis nog niet was betaald;
  • een (valse) schadeclaim in te dienen vanwege annulering van de reis;

en in ieder geval bij die verzekeringsmaatschappijen het vertrouwen te wekken dat de reis was betaald en een legitieme reden tot annuleren bestond, teneinde die verzekeringsmaatschappijen ertoe te brengen om de schadeclaims uit te keren;

Feit 3
in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, in elk geval in Nederland, samen met één of meer anderen of alleen, zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift door een werkgeversverklaring valselijk op te stellen met het doel om het als echt en onvervalst te gebruiken
en/of
gebruik heeft gemaakt van die valse werkgeversverklaring alsof het echt en onvervalst was;
Feit 4
in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, in elk geval in Nederland, samen met één of meer anderen of alleen, identificerende persoonsgegevens van een ander heeft gebruikt door een verzekering op naam van die ander af te sluiten met het doel om zijn eigen identiteit te verbergen, waardoor nadeel kon ontstaan.
De rechtbank duidt de feiten die onder 3 cumulatief ten laste zijn gelegd hierna aan als de feiten 3a en 3b.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2, 3a en 3b tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Zij heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 4 tenlastegelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat het tenlastegelegde, met uitzondering van feit 4, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, voor zover deze bewezenverklaring ziet op twee (specifieke) schadedossiers. Voor het overige dient ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 (de rechtbank begrijpt: onder 3a en 3b) tenlastegelegde een partiële vrijspraak te volgen. De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 4 ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 4
Vrijspraak
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan en zal verdachte van dat feit vrijspreken.
Feiten 1, 2, 3a en 3b
Bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3a en 3b tenlastegelegde samen met een ander of anderen heeft begaan. Verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij van een ander heeft gehoord hoe hij deze feiten kon plegen, maar dit is onvoldoende om te komen tot bewijs dat sprake is geweest van een ‘
nauwe en bewuste samenwerking.’ Nu het dossier ook overigens geen aanknopingspunten daartoe biedt, zal verdachte worden vrijgesproken van het ‘
tezamen en in vereniging’ plegen van deze feiten.
Bewezenverklaring
Op grond van de bewijsmiddelen en gelet op voornoemde bewijsoverweging acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 1, 2, 3a en 3b ten laste is gelegd, zoals hierna in rubriek 5 is omschreven.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
in de periode van 29 mei 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels een verzekeringsmaatschappij (te weten: [slachtoffer 3] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk, zakelijk weergegeven, valselijk en in strijd met de waarheid- een annuleringsverzekering afgesloten bij [slachtoffer 3] en- een reis geboekt en- vervolgens de door verdachte geboekte reis geannuleerd, vanwege een valse reden (het krijgen van een nieuwe baan), terwijl deze reis nog niet was betaald en- een valse schadeclaim opgemaakt en ingediend, inhoudende dat verdachte als de polishouder van een annuleringsverzekering een schadeclaim had vanwege annulering van zijn reis (terwijl deze reis nog niet was betaald) en in ieder geval het vertrouwen heeft gewekt bij [slachtoffer 3] dat verdachte de reis had betaald en een legitieme reden had tot annuleren van de reis, waardoor [slachtoffer 3] ertoe werd gebracht om de schadeclaim uit te keren;
2
in de periode van 29 mei 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels een verzekeringsmaatschappij (te weten: [slachtoffer 7] ) te bewegen tot afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk, zakelijk weergegeven, valselijk en in strijd met de waarheid- een annuleringsverzekering afgesloten bij [slachtoffer 7] en- een reis geboekt en- vervolgens de door verdachte geboekte reis geannuleerd, vanwege een valse reden (het krijgen van een nieuwe baan), terwijl deze reis nog niet was betaald en- een valse schadeclaim opgemaakt en ingediend, inhoudende dat verdachte als de polishouder van een annuleringsverzekering een schadeclaim had vanwege annulering van zijn reis (terwijl deze reis nog niet was betaald) en in ieder geval het vertrouwen heeft gewekt bij [slachtoffer 7] dat verdachte de reis had betaald en een legitieme reden had tot annuleren van de reis, waardoor [slachtoffer 7] ertoe werd gebracht om de schadeclaim uit te keren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3a
in de periode van 29 mei 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een werkgeversverklaring, valselijk heeft opgemaakt door de datum op de werkgeversverklaring te veranderen en de werkgeversverklaring zodanig op te stellen dat er sprake zou zijn van een onzeker voorval (dat hij niet had kunnen weten dat zijn nieuwe baan ten tijde van een geboekte reis begon) waardoor er onder een annuleringsverzekering dekking moest zijn en deze werkgeversverklaring zelf op te stellen en te ondertekenen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken,
en
3b
genoemd geschrift voorzien van een handtekening ter bevestiging van de juistheid van de daarin gedane opgaven, zulks met het oogmerk dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken, toen en aldaar opzettelijk gebruik heeft gemaakt van het voornoemde valse formulier, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, immers wilde verdachte met voornoemd geschrift een annuleringsverzekering een geldbedrag laten uitkeren.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2, 3a en 3b meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
Oplichting.
Feit 2
Poging tot oplichting.
Feit 3a
Valsheid in geschrift
en
Feit 3b
opzettelijk gebruik maken van het valse geschrift als ware het echt en onvervalst, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 80 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 40 dagen hechtenis;
- een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben, voor het geval de rechtbank tot oplegging van een straf komt, bepleit om rekening te houden met de navolgende omstandigheden.
Verdachte heeft zijn leven (eindelijk) goed op orde en werkt veel om zijn schulden uit het verleden af te lossen. De feiten dateren van 5 jaren geleden en derhalve is sprake van overschrijding van de redelijke termijn van berechting. Ten slotte dient rekening te worden gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting van een verzekeringsmaatschappij, poging tot oplichting van een (andere) verzekeringsmaatschappij en valsheid in geschrift. Verdachte heeft begin juni 2017 een (dure) vakantiereis geboekt naar de Verenigde Staten. Bij twee verschillende verzekeringsmaatschappijen heeft hij een annuleringsverzekering afgesloten. Enkele dagen na het boeken van de reis heeft hij deze reis geannuleerd om reden dat hij een andere baan had gevonden. Hoewel verdachte de reis niet had betaald, heeft hij bij beide verzekeringsmaatschappijen een beroep gedaan op zijn annuleringsverzekering en een claim ingediend tot uitkering van het verzekerde bedrag, waarbij hij (telkens) een door hemzelf valselijk opgemaakte werkgeversverklaring heeft overgelegd. De ene verzekeringsmaatschappij is wél overgegaan tot uitkering van het verzekerde bedrag, de andere verzekeringsmaatschappij niet.
Met dit handelen, dat gericht was op eigen financieel gewin, heeft verdachte misbruik gemaakt van het verzekeringsstelsel. Dergelijk handelen leidt niet alleen tot financiële benadeling van de betreffende verzekeringsmaatschappij, maar ook tot ondermijning van dit verzekeringsstelsel en daarmee – ook voor andere verzekerden – tot hogere premies.
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat heeft de rechtbank gelet op straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en op de oriëntatiepunten voor straftoemeting die zijn ontwikkeld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht en die betrekking hebben op fraude, waartoe ook verzekeringsfraude behoort. In deze oriëntatiepunten wordt aansluiting gezocht bij de hoogte van het benadelingsbedrag. In geval van een benadelingsbedrag tot € 10.000,-- geldt volgens deze oriëntatiepunten als richtlijn: een onvoorwaardelijke taakstraf of een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week tot maximaal 2 maanden.
Het aan verdachte uitgekeerde verzekerde bedrag bedroeg € 4.957,75.
De rechtbank houdt rekening met een verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie (‘strafblad’) van 8 juni 2022, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit. Anderzijds wordt ook rekening gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank (in beginsel) oplegging van een onvoorwaardelijke taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf aangewezen.
De rechtbank ziet echter aanleiding om oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten vanwege overschrijding van de redelijke termijn van berechting als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Volgens vaste jurisprudentie bedraagt de redelijke termijn van berechting een periode van 24 maanden. De termijn waarbinnen de berechting van verdachte heeft plaatsgevonden is aangevangen op 3 mei 2019, zijnde de datum waarop verdachte is gehoord en aan welk verhoor hij in redelijkheid de verwachting heeft kunnen ontlenen dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijke vervolging tegen hem zou instellen. De termijn eindigt op 27 juli 2022, de datum waarop het onderhavige vonnis wordt gewezen. Dit betekent dat de termijn waarbinnen verdachte is berecht in totaal ruim 38 maanden bedraagt en dat (daarmee) de redelijke termijn van berechting met ruim 14 maanden is overschreden, hetgeen een aanzienlijke overschrijding betreft.
Alles overwegend acht de rechtbank de oplegging van een taakstraf van 60 uren passend en geboden.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 45, 57, 63, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 4 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3a en 3b tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3a en 3b meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3a en 3b bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 60 (zestig) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mr. H.B.W. Beekman en mr. M.C. Danel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.R. Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 juli 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat hij:
1
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (telkens) een verzekeringsmaatschappij (te weten: [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) van (in totaal)(ongeveer) 18.621 euro, in elk geval enig geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, zakelijk weergegeven, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid- (telkens) een annuleringsverzekering afgesloten (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) bij [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of- (telkens) (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) (een) reis geboekt (sommige reizen zouden elkaar overlappen of kort opvolgen) en/of- (vervolgens)(telkens) (een) door verdachte en/of zijn mededader(s) geboekte reis/reizen geannuleerd, vanwege (verschillende) (valse) reden(en) (zoals het krijgen van een nieuwe baan), terwijl deze reis nog niet was betaald en/of- (telkens) een valse en/of vervalste Schade Aangifte Formulier, zijnde (schade)claim(s) opgemaakt, ingevuld en/of ingediend, afgesloten ten name van,inhoudende dat verdachte en/of zijn mededader(s), als de polishouder(s) en/of namens de polishouder(s) van een annuleringsverzekering, een (schade)claim had(den) ingediend vanwege annulering van zijn/haar/hun reis/reizen (terwijl dezereis/reizen nog niet was/waren betaald) en/ofin ieder geval het vertrouwen gewekt bij [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] dat verdachte en/of zijn mededader(s) de reis/reizen had(den) betaald en/of een legitieme reden had(den) tot annuleren van de reis/reizen, waardoor [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ertoe werden gebracht om de schadeclaim uit te keren;
2
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels (telkens) een verzekeringsmaatschappij (te weten: [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] ) te bewegen tot afgifte van een of meerdere geldbedrag(en), in elk geval enig geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, zakelijk weergegeven, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid- (telkens) een annuleringsverzekering afgesloten (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) bij [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] en/of- (telkens) (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) (een) reis geboekt (sommige reizen zouden elkaar overlappen of kort opvolgen) en/of- (vervolgens)(telkens) (een) door verdachte en/of zijn mededader(s) geboekte reis/reizen geannuleerd, vanwege (verschillende) (valse) reden(en) (zoals het krijgen van een nieuwe baan), terwijl deze reis nog niet was betaald en/of- (telkens) een valse en/of vervalste Schade Aangifte Formulier, zijnde (schade)claim(s) opgemaakt, ingevuld en/of ingediend, afgesloten, inhoudende dat verdachte en/of zijn mededader(s), als de polishouder(s) en/of namens de polishouder(s) van een annuleringsverzekering, een (schade)claim had(den) ingediend vanwege annulering van zijn/haar/hun reis/reizen (terwijl dezereis/reizen nog niet was betaald) en/ofin ieder geval het vertrouwen gewekt bij [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] dat verdachte en/of zijn mededader(s) de reis/reizen had(den) betaald en/of een legitieme reden had(den) tot annuleren van de reis/reizen, waardoor [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 7] ertoe werden gebracht om de schadeclaim uit te keren,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
3
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een werkgeversverklaring valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door de datum op de werkgeversverklaring te veranderen en/of de werkgeversverklaring zodanig op te stellen dat er sprake zou zijn van een onzeker voorval (dat hij niet had kunnen weten dat zijn nieuwe baan ten tijde van een geboekte reis begon) waardoor er onder een annuleringsverzekering dekking moest zijn en/of deze werkgeversverklaring zelf op te stellen en/of te ondertekenen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
en/of
genoemd geschrift voorzien van een handtekening ter bevestiging van de juistheid van de daarin gedane opgave(n) zulks met het oogmerk dat geschrift (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken of door andere te doen gebruiken en/of heeft hij en/of zijn mededader toen en aldaar opzettelijk gebruik gemaakt van voornoemde valse en/of vervalste formulier zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen immers wilde verdachte met voornoemd geschrift een annuleringsverzekering een geldbedrag laten uitkeren;
4
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander/anderen, heeft gebruikt door een (reis)verzekering op naam van een ander/anderen af te sluiten, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van een ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan.