ECLI:NL:RBMNE:2022:3041

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
16.131632-19
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens oplichting van verzekeringsmaatschappijen en valsheid in geschrift met gebruik van persoonsgegevens

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 juli 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van verzekeringsmaatschappijen en valsheid in geschrift. De verdachte heeft in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, samen met anderen of alleen, meerdere vakantiereizen geboekt op naam van fictieve personen of anderen, zonder deze reizen daadwerkelijk te betalen. Vervolgens heeft hij annuleringsverzekeringen afgesloten en, na annulering van de reizen, valse claims ingediend bij de verzekeringsmaatschappijen, onder opgave van valse redenen en met gebruik van vervalste documenten, waaronder een werkgeversverklaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks dat hij niet samen met anderen heeft gehandeld, wel degelijk opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens van anderen heeft gebruikt en zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De benadeelde partijen, waaronder verzekeringsmaatschappijen, hebben vorderingen ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat deze partijen niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen wegens gebrek aan bevoegdheid van de vertegenwoordigers. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan oplichting, poging tot oplichting, en valsheid in geschrift, en heeft de strafbaarheid van de feiten bevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.131632-19
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
uit andere hoofde gedetineerd in de [verblijfplaats] te [plaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 juli 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen de (gemachtigd) raadsman van verdachte, mr. S.C. van Klaveren, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, in elk geval in Nederland, samen met één of meer anderen of alleen, verzekeringsmaatschappijen heeft opgelicht door (telkens):
  • een annuleringsverzekering af te sluiten (ten name van een fictief persoon);
  • een reis te boeken (ten name van een fictief persoon);
  • de geboekte reis te annuleren op grond van een valse reden, terwijl de reis nog niet was betaald;
  • een (valse) schadeclaim in te dienen vanwege annulering van de reis;

en in ieder geval bij die verzekeringsmaatschappijen het vertrouwen te wekken dat de reis was betaald en een legitieme reden tot annuleren bestond, waardoor die verzekeringsmaatschappijen ertoe werden gebracht om de schadeclaims uit te keren;

Feit 2
in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, in elk geval in Nederland, samen met één of meer anderen of alleen, heeft geprobeerd verzekeringsmaatschappijen op te lichten door (telkens):
  • een annuleringsverzekering af te sluiten (ten name van een fictief persoon);
  • een reis te boeken (ten name van een fictief persoon);
  • de geboekte reis te annuleren op grond van een valse reden, terwijl de reis nog niet was betaald;
  • een (valse) schadeclaim in te dienen vanwege annulering van de reis;

en in ieder geval bij die verzekeringsmaatschappijen het vertrouwen te wekken dat de reis was betaald en een legitieme reden tot annuleren bestond, teneinde die verzekeringsmaatschappijen ertoe te brengen om de schadeclaims uit te keren;

Feit 3
in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, in elk geval in Nederland, samen met één of meer anderen of alleen, identificerende persoonsgegevens van een ander heeft gebruikt door een verzekering op naam van die ander af te sluiten met het doel om zijn eigen identiteit te verbergen, waardoor nadeel kon ontstaan;
Feit 4
in de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 in Hilversum, in elk geval in Nederland, samen met één of meer anderen of alleen, zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift door een werkgeversverklaring valselijk op te stellen met het doel om het als echt en onvervalst te gebruiken
en/of
gebruik heeft gemaakt van die valse werkgeversverklaring alsof het echt en onvervalst was.;
De rechtbank duidt de feiten die onder 4 cumulatief ten laste zijn gelegd hierna aan als de feiten 4a en 4b.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2, 3, 4a en 4b tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat verdachte ten aanzien van de meeste zaaksdossiers een bekennende verklaring heeft afgelegd en dat verdachte bij deze verklaring blijft.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Bewijsoverweging en bewezenverklaring
Op grond van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 1, 2, 3, 4a en 4b ten laste is gelegd, zoals hierna in rubriek 5 is omschreven.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte voornoemde feiten samen met een ander of anderen heeft begaan. Verdachte heeft weliswaar bij het plegen van deze feiten de namen van medeverdachte [medeverdachte] en van zijn partner [A] gebruikt, maar hij heeft tevens verklaard dit te hebben gedaan buiten hun medeweten. Deze beide personen hebben ook verklaard niet te hebben geweten van het gebruik van hun persoonsgegevens door verdachte. Uit het voorgaande volgt dat niet is bewezen dat sprake is geweest van een ‘
nauwe en bewuste samenwerking’ met een of meer anderen bij het plegen van de feiten. Nu het dossier ook overigens geen aanknopingspunten daartoe biedt, zal verdachte worden vrijgesproken van het ‘
tezamen en in vereniging’ plegen van deze feiten.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 15 mei 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels verzekeringsmaatschappijen (te weten: [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk, zakelijk weergegeven, valselijk en in strijd met de waarheid- een annuleringsverzekering afgesloten (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en- (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) een reis geboekt en- vervolgens de door verdachte geboekte reis geannuleerd, vanwege een valse reden (het krijgen van een nieuwe baan), terwijl deze reis nog niet was betaald en- een valse schadeclaim opgemaakt en ingediend, inhoudende dat verdachte als de polishouder of namens de polishouder(s) van een annuleringsverzekering, een schadeclaim had vanwege annulering van de reis (terwijl deze reis nog niet was betaald) en in ieder geval het vertrouwen gewekt bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] dat verdachte de reis had betaald en een legitieme reden had tot annuleren van de reis, waardoor [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ertoe werden gebracht om de schadeclaim uit te keren;
2
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 15 mei 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of door een samenweefsel van verdichtsels (telkens) een verzekeringsmaatschappij (te weten: [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) te bewegen tot afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk, zakelijk weergegeven, valselijk en in strijd met de waarheid- een annuleringsverzekering afgesloten (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) bij [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en- (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) een reis geboekt en- vervolgens de door verdachte geboekte reis geannuleerd, vanwege verschillende valse redenen (zoals het krijgen van een nieuwe baan), terwijl de reis nog niet was betaald en- een valse schadeclaim opgemaakt en ingediend, inhoudende dat verdachte als de polishouder of namens de polishouder(s) van een annuleringsverzekering een schadeclaim had vanwege annulering van de reis (terwijl deze reis nog niet was betaald) en in ieder geval het vertrouwen gewekt bij [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dat verdachte de reis had betaald en een legitieme reden had tot annuleren van de reis, waardoor [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ertoe werden gebracht om de schadeclaim uit te keren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 15 mei 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van anderen heeft gebruikt door een (reis)verzekering op naam van anderen af te sluiten, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
4a
in de periode van 12 april 2017 tot en met 15 mei 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een werkgeversverklaring, valselijk heeft opgemaakt door de datum op de werkgeversverklaring te veranderen en de werkgeversverklaring zodanig op te stellen dat er sprake zou zijn van een onzeker voorval (dat hij niet had kunnen weten dat zijn nieuwe baan ten tijde van een geboekte reis begon) waardoor er onder een annuleringsverzekering dekking moest zijn en deze werkgeversverklaring zelf op te stellen en te ondertekenen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken,
en
4b
genoemd geschrift voorzien van een handtekening ter bevestiging van de juistheid van de daarin gedane opgaven, zulks met het oogmerk dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken, toen en aldaar opzettelijk gebruik heeft gemaakt van het voornoemde valse formulier, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, immers wilde verdachte met voornoemd geschrift een annuleringsverzekering een geldbedrag laten uitkeren.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2, 3, 4a en 4b meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
Oplichting, meermalen gepleegd.
Feit 2
Poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
Feit 3
Opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd;
Feit 4a
Valsheid in geschrift
en
Feit 4b
opzettelijk gebruik maken van het valse geschrift als ware het echt en onvervalst, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om bij het bepalen van de straf en de strafmaat rekening te houden met een aantal omstandigheden, waaronder de omstandigheid dat verdachte medewerking heeft verleend aan het onderzoek in die zin dat hij een bekennende verklaring heeft afgelegd, de overschrijding van de redelijke termijn van berechting, het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS) waarin wordt uitgegaan van een taakstraf.
De raadsman heeft verzocht aan verdachte een geheel voorwaardelijke straf op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting van verzekeringsmaatschappijen en pogingen daartoe, het misbruik maken van persoonsgegevens van anderen en valsheid in geschrift. Verdachte heeft diverse (dure) vakantiereizen geboekt en voor deze reizen heeft hij (bij verschillende verzekeringsmaatschappijen) annuleringsverzekeringen afgesloten. Bij een aantal van deze reizen en verzekeringen geldt dat verdachte dit heeft gedaan op naam van een ander of anderen of op naam van een of meer fictieve personen. Verdachte heeft deze vakantiereizen geannuleerd nog voordat deze waren betaald. Vervolgens heeft hij (telkens) een beroep gedaan op de door hem afgesloten annuleringsverzekering en een claim ingediend tot uitkering van het verzekerde bedrag, onder opgave van een valse reden. In een aantal gevallen is als (valse) reden aangevoerd het krijgen van een nieuwe baan en daarbij is een door verdachte zelf opgemaakte (valse) werkgeversverklaring overgelegd. Een aantal verzekeringsmaatschappijen is overgegaan tot uitkering van het verzekerde bedrag, een aantal andere maatschappijen niet.
Met dit handelen, dat gericht was op eigen financieel gewin, heeft verdachte misbruik gemaakt van het verzekeringsstelsel. Dergelijk handelen leidt niet alleen tot financiële benadeling van de betreffende verzekeringsmaatschappij, maar ook tot ondermijning van dit verzekeringsstelsel en daarmee – voor andere verzekerden – tot hogere premies.
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat heeft de rechtbank gelet op straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en op de oriëntatiepunten voor straftoemeting die zijn ontwikkeld door het LOVS en die betrekking hebben op fraude, waartoe ook verzekeringsfraude behoort. In deze oriëntatiepunten wordt aansluiting gezocht bij de hoogte van het benadelingsbedrag. In geval van een benadelingsbedrag tussen € 10.000,-- en € 70.000,-- geldt volgens deze oriëntatiepunten als richtlijn: een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 tot 5 maanden of een onvoorwaardelijke taakstraf.
Het aan verdachte uitgekeerde verzekerde bedrag (het benadelingsbedrag) bedroeg € 15.730,50.
De rechtbank houdt rekening met een verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie (‘strafblad’) van 18 juni 2022, waaruit blijkt dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Anderzijds wordt ook rekening gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet met een andere dan een vrijheidsbenemende straf worden volstaan.
De rechtbank ziet aanleiding een lagere gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd en aan te sluiten bij de ondergrens van voornoemde LOVS-oriëntatiepunten vanwege overschrijding van de redelijke termijn van berechting als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Volgens vaste jurisprudentie bedraagt de redelijke termijn van berechting een periode van 24 maanden. De termijn waarbinnen de berechting van verdachte heeft plaatsgevonden is aangevangen op 13 november 2018, zijnde de datum waarop verdachte is aangehouden en gehoord, aan welke handelingen hij in redelijkheid de verwachting heeft kunnen ontlenen dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijke vervolging tegen hem zou instellen. De termijn eindigt op 27 juli 2022, de datum waarop het onderhavige vonnis wordt gewezen. Dit betekent dat de termijn waarbinnen verdachte is berecht in totaal ruim 44 maanden bedraagt en dat (daarmee) de redelijke termijn van berechting met ruim 20 maanden is overschreden, hetgeen een aanzienlijke overschrijding betreft.
Alles overwegend acht de rechtbank de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden passend en geboden.

9.BENADEELDE PARTIJEN

9.1
[benadeelde partij] N.V.
[benadeelde partij] N.V. heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.827,50 aan materiële schade, geleden door [.] / [slachtoffer 4] , ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ter zake een beslissing op de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering om reden dat niet kan worden vastgesteld of [B] bevoegd is de benadeelde partij te vertegenwoordigen.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt het volgende.
[B] heeft namens [benadeelde partij] N.V. een verzoek tot schadevergoeding ingediend, maar heeft nagelaten een uittreksel betreffende die vennootschap van de Kamer van Koophandel bij te voegen waaruit zijn bevoegdheid blijkt, dan wel een aan hem verleende volmacht van iemand die daartoe volgens dat uittreksel bevoegd is. Dientengevolge kan de rechtbank niet vaststellen of [B] bevoegd is [benadeelde partij] N.V. te vertegenwoordigen. Aanhouding van de procedure teneinde de heer [B] in de gelegenheid te stellen zijn verzoek tot schadevergoeding op dit punt nader te onderbouwen, levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafproces op.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De rechtbank zal daarbij bepalen dat de benadeelde partij de vordering kan aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
9.5
[slachtoffer 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.798,25 aan materiële schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
9.6
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ter zake een beslissing op de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.7
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering om reden dat niet kan worden vastgesteld of [C] bevoegd is de benadeelde partij te vertegenwoordigen.
9.8
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt het volgende.
[C] heeft namens [slachtoffer 2] een verzoek tot schadevergoeding ingediend, maar heeft nagelaten een uittreksel betreffende die vennootschap van de Kamer van Koophandel bij te voegen waaruit zijn bevoegdheid blijkt, dan wel een aan hem verleende volmacht van iemand die daartoe volgens dat uittreksel bevoegd is. Dientengevolge kan de rechtbank niet vaststellen of [C] bevoegd is [slachtoffer 2] te vertegenwoordigen. Aanhouding van de procedure teneinde de heer [C] in de gelegenheid te stellen zijn verzoek tot schadevergoeding op dit punt nader te onderbouwen, levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafproces op.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De rechtbank zal daarbij bepalen dat de benadeelde partij de vordering kan aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 45, 57, 63, 225, 231b en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4a en 4b tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4a en 4b meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4a en 4b bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 2 (twee) maanden;
Benadeelde partij [benadeelde partij] N.V.
- verklaart [benadeelde partij] N.V. niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- verklaart [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mr. H.B.W. Beekman en mr. M.C. Danel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.R. Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 juli 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat hij:
1
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (telkens) een verzekeringsmaatschappij (te weten: [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) van (in totaal)(ongeveer) 25.981,25 euro, in elk geval enig geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, zakelijk weergegeven, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid- (telkens) een annuleringsverzekering afgesloten (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) bij [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of- (telkens) (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) (een) reis geboekt (sommige reizen zouden elkaar overlappen of kort opvolgen) en/of- (vervolgens)(telkens) (een) door verdachte en/of zijn mededader(s) geboekte reis/reizen geannuleerd, vanwege (verschillende) (valse) reden(en) (zoals het krijgen van een nieuwe baan), terwijl deze reis nog niet was betaald en/of- (telkens) een valse en/of vervalste Schade Aangifte Formulier, zijnde (schade)claim(s) opgemaakt, ingevuld en/of ingediend, afgesloten, inhoudende dat verdachte en/of zijn mededader(s), als de polishouder(s) en/of namens de polishouder(s) van een annuleringsverzekering, een (schade)claim had(den) ingediend vanwege annulering van zijn/haar/hun reis/reizen (terwijl deze reis/reizen nog niet was betaald) en/ofin ieder geval het vertrouwen gewekt bij [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] dat verdachte en/of zijn mededader(s) de reis/reizen had(den) betaald en/of een legitieme reden had(den) tot annuleren van de reis/reizen, waardoor [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ertoe werden gebracht om de schadeclaim uit te keren;
2
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels (telkens) een verzekeringsmaatschappij (te weten: [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 2] ) te bewegen tot afgifte van een of meerderegeldbedrag(en), in elk geval enig geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, zakelijk weergegeven, valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid- (telkens) een annuleringsverzekering afgesloten (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)) bij [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 2] en/of- (telkens) (ten name van (een) fictieve perso(o)n(en)(een) reis geboekt (sommige reizen zouden elkaar overlappen of kort opvolgen) en/of- (vervolgens)(telkens) (een) door verdachte en/of zijn mededader(s) geboekte reis/reizen geannuleerd, vanwege (verschillende) (valse) reden(en) (zoals het krijgen van een nieuwe baan), terwijl deze reis nog niet was betaald en/of- (telkens) een valse en/of vervalste Schade Aangifte Formulier, zijnde (schade)claim(s) opgemaakt, ingevuld en/of ingediend, afgesloten, inhoudende dat verdachte en/of zijn mededader(s), als de polishouder(s) en/of namens de polishouder(s) van een annuleringsverzekering, een (schade)claim had(den) ingediend vanwege annulering van zijn/haar/hun reis/reizen (terwijl deze reis/reizen nog niet was betaald) en/ofin ieder geval het vertrouwen gewekt bij [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 2] dat verdachte en/of zijn mededader(s) de reis/reizen had(den) betaald en/of een legitieme reden had(den) tot annuleren van de reis/reizen, waardoor [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 2] ertoe werden gebracht om de schadeclaim uit te keren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander/anderen, heeft gebruikt door een (reis)verzekering op naam van een ander/anderen af te sluiten, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van een ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
4
in of omstreeks de periode van 12 april 2017 tot en met 6 juni 2017 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een werkgeversverklaring valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door de datum op de werkgeversverklaring te veranderen en/of de werkgeversverklaring zodanig op te stellen dat er sprake zou zijn van een onzeker voorval (dat hij niet had kunnen weten dat zijn nieuwe baan ten tijde van een geboekte reis begon) waardoor er onder een annuleringsverzekering dekking moest zijn en/of deze werkgeversverklaring zelf op te stellen en/of te ondertekenen, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
en/of
genoemd geschrift voorzien van een handtekening ter bevestiging van de juistheid van de daarin gedane opgave(n) zulks met het oogmerk dat geschrift (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken of door andere te doen gebruiken en/of heeft hij en/of zijn mededader toen en aldaar opzettelijk gebruik gemaakt van voornoemde valse en/of vervalste formulier zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen immers wilde verdachte met voornoemd geschrift een annuleringsverzekering een geldbedrag laten uitkeren.