ECLI:NL:RBMNE:2022:3034
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag om definitieve vaststelling van tegemoetkoming op grond van de NOW1-regeling
In deze zaak heeft eiseres, een onderneming die volleybal gerelateerde producten importeert en distribueert, een aanvraag ingediend voor een subsidie op basis van de NOW1-regeling. De aanvraag werd gedaan na een eerdere tegemoetkoming van € 21.253,-, waarvan € 17.004,- als voorschot was uitbetaald. Eiseres verzocht om vaststelling van de tegemoetkoming, maar deze werd afgewezen omdat verweerder concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden, met name dat er geen omzetverlies van 20% of meer was. Eiseres maakte bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder, waarna eiseres beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 18 maart 2022 behandeld. Eiseres was vertegenwoordigd door haar directeur, terwijl verweerder niet aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de tegemoetkoming terecht was, omdat eiseres geen omzetverlies had geleden. De rechtbank benadrukte dat de NOW1-regeling vereist dat er sprake moet zijn van een omzetverlies van 20% of meer om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming. Eiseres had haar aanvraag ingediend op het loonheffingennummer van haar onderneming, maar de rechtbank stelde vast dat de onderneming waar het omzetverlies zou zijn geleden, geen personeel in dienst had en dus niet in aanmerking kwam voor de regeling.
De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag om definitieve vaststelling van de tegemoetkoming op grond van de NOW1-regeling terecht was. Eiseres moest het voorschot van € 17.004,- terugbetalen en kreeg geen gelijk in deze beroepszaak. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en verweerder was niet verplicht om de proceskosten of het griffierecht aan eiseres te vergoeden.