In deze zaak heeft de kantonrechter op 8 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een particuliere verhuurder, [eiser], en zijn huurder, [gedaagde sub 1]. De huurovereenkomst, die op 29 augustus 2017 was gesloten, werd ontbonden vanwege een ernstig verstoorde verhouding tussen partijen, die onder andere het gevolg was van een incident op 8 juni 2021 waarbij [gedaagde sub 1] [eiser] had bedreigd. Het Openbaar Ministerie had [gedaagde sub 1] een contactverbod opgelegd, wat de situatie verder verergerde. De kantonrechter oordeelde dat de huurder ernstig tekort was geschoten in zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, onder andere door het structureel te laat betalen van de huur en het veroorzaken van overlast voor de verhuurder. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en [gedaagde sub 1] en zijn bewindvoerder, [gedaagde sub 2], veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. Tevens werd [gedaagde sub 2] veroordeeld tot betaling van de maandelijkse huurprijs aan [eiser] tot de ontruiming en tot betaling van de proceskosten. De kantonrechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde sub 2] direct moet voldoen aan de verplichtingen, ongeacht een eventuele hoger beroep.