ECLI:NL:RBMNE:2022:3024
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wajong-uitkering en berekening van het garantiebedrag in het kader van de Wet vereenvoudiging Wajong
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiseres, die een Wajong-uitkering ontvangt, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de berekening van het garantiebedrag. Eiseres heeft in een eerdere periode te veel uitkering ontvangen en moet dit bedrag terugbetalen. Het Uwv heeft in een besluit van 11 mei 2021 meegedeeld dat het bedrag dat eiseres heeft ontvangen hoger is dan waarop zij recht heeft. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit is ongegrond verklaard in een besluit van 9 november 2021. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 1 april 2022 behandeld. Eiseres stelt dat het Uwv bij de berekening van het garantiebedrag rekening had moeten houden met een verzoek van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het herstellen van het garantiebedrag. Eiseres is van mening dat haar garantiebedrag zodanig moet worden aangepast dat zij er met haar Wajong-uitkering niet op achteruit gaat. Het Uwv heeft echter aangegeven dat de berekening van het garantiebedrag volgens de geldende regels is uitgevoerd en dat eiseres niet in aanmerking komt voor de uitzonderingsregeling die in de brief van de minister is genoemd.
De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres ongegrond is. De rechtbank concludeert dat het Uwv de Wajong-uitkering van eiseres correct heeft berekend en dat er geen aanleiding is om de uitzonderingsregeling toe te passen. Eiseres krijgt geen gelijk en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter R. in 't Veld en is openbaar uitgesproken op 22 juli 2022.