In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juni 2022, betreft het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar verzoek tot herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres had haar verzoek op 22 januari 2021 ingediend, en de wettelijke beslistermijn van zes maanden was op 22 januari 2022 verstreken. Eiseres heeft verweerder op 20 maart 2022 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder een dwangsom moet betalen voor de dagen dat hij in gebreke is gebleven. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,- voor de periode van 7 april 2022 tot 19 mei 2022. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen dertien weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Daarnaast heeft eiseres recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 379,50. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder.