ECLI:NL:RBMNE:2022:2988
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een IVA-uitkering en bevestiging van een WGA-loonaanvullingsuitkering op basis van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een IVA-uitkering. Eiseres, die lijdt aan zware lichamelijke problemen, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV om haar slechts een WGA-loonaanvullingsuitkering van 80-100% toe te kennen, in plaats van de door haar gewenste IVA-uitkering. Eiseres stelt dat haar beperkingen voortkomen uit een schildklierprobleem en dat zij niet kan werken. Ze heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 21 oktober 2021, waarin het UWV haar bezwaar ongegrond verklaarde.
Tijdens de zitting op 8 april 2022 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde. Het UWV heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over de volledige arbeidsongeschiktheid van eiseres, maar dat de vraag is of deze arbeidsongeschiktheid duurzaam is. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, met name artikel 4 van de Wet WIA, in overweging genomen en de medische rapportages van de verzekeringsarts bezwaar en beroep beoordeeld.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. De verzekeringsarts heeft zorgvuldig onderzoek gedaan en de rechtbank heeft geen aanleiding gevonden om aan de medische beoordeling te twijfelen. Eiseres heeft geen voldoende medische onderbouwing gepresenteerd om haar standpunt te ondersteunen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.