Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Wat is al beoordeeld?
3.De gewijzigde vordering van [onderbewindgestelde]
€ 10.000,-;
4.Het verweer van [gedaagde] tegen de gewijzigde vordering
€ 1.576,82 netto moet betalen.
5.De beoordeling
Over de hoogte van het gevorderde cao-loon
€ 600 + € 600) + € 875,93 aan contante betalingen = € 69.104,10), wat leidt tot een achterstallig loon van (€ 94.646,99 - € 69.104,10 =) € 25.542,89 netto. [gedaagde] heeft zowel de hoogte van deze berekening van het achterstallig overeengekomen loon als de hoogte van de berekening van het nog verschuldigde hogere cao-loon inhoudelijk niet betwist. De kantonrechter ziet ook geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid van deze berekeningen, die voldoende inzichtelijk zijn. De kantonrechter zal daarom de gevorderde veroordeling van [gedaagde] tot betaling aan [onderbewindgestelde] van het achterstallig overeengekomen loon van € 25.542,89 netto en het nog verschuldigde cao-loon van € 18.821,31 bruto, inclusief 8% vakantietoeslag, toewijzen.
3.740,00(5 punten x tarief € 748,00)