ECLI:NL:RBMNE:2022:2982

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
16-301402-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan openlijk geweld en verlaten plaats ongeval door Feyenoord supporters

Op 26 juli 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan openlijk geweld en het verlaten van de plaats van een verkeersongeval. De verdachte, geboren in 1997, vervoerde een grote groep Feyenoord supporters naar een café in Woerden, waar zij een gewelddadige confrontatie zochten met Heerenveen supporters. Tijdens deze confrontatie werden er ernstige geweldsdelicten gepleegd, waaronder het slaan van slachtoffers met harde voorwerpen en het vernielen van meubilair. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk behulpzaam was bij deze openlijke geweldpleging door de supporters te vervoeren. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte na een aanrijding met een geparkeerd voertuig de plaats van het ongeval had verlaten zonder zijn gegevens achter te laten. De rechtbank legde een taakstraf van 144 uren op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte als chauffeur. De rechtbank benadrukte de impact van het geweld op de slachtoffers en de omgeving, en de negatieve invloed van dergelijk gedrag op de voetbalsport.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-301402-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1997] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 juli 2022 en 26 juli 2022. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft plaatsgevonden op 5 juli 2022 en het onderzoek is op de zitting van 26 juli 2022 gesloten. Hierna heeft de rechtbank direct aansluitend het onderhavige vonnis gewezen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.A. Nieli en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.C. Spigt, advocaat te Capelle aan den IJssel, naar voren hebben gebracht.
De behandeling van de strafzaak tegen verdachte is gelijktijdig, maar niet gevoegd behandeld met de strafzaken tegen [medeverdachte 1] (parketnummer: 16-301414-20), [medeverdachte 2] (parketnummer: 16-301399-20), [medeverdachte 3] (parketnummer: 16-301400-20), [medeverdachte 4] (parketnummer: 16-301398-20).

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:
op 18 januari 2020 te [plaats] opzettelijk behulpzaam is geweest bij openlijk en in vereniging gepleegd geweld tegen personen en/of goederen in café “ [café] ” en op het terras van dat café openlijk;
Feit 2:
op 18 januari 2020 te [plaats] de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij aan een ander schade had toegebracht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hij heeft dan ook verzocht verdachte integraal vrij te spreken.
De door de verdediging naar voren gebrachte onderbouwde standpunten en verweren worden hierna bij de overwegingen ten aanzien van het bewijs besproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen [1]
T.a.v. feit 1
De verklaring van aangever [slachtoffer] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Ik ben mede-eigenaar van café " [café] " te [plaats] , [adres] . Gisterenavond 18 januari 2020, omstreeks 20.30 uur was ik aanwezig in genoemd café. Daar waren ook ongeveer 15 Heerenveen voetbalsupporters. Omstreeks 20.30 zag ik vanuit het café plots een groep mannen het terras op lopen met stevige pas. Ik zag verder ook dat ongeveer de helft van deze groep een bivakmuts en capuchon droeg. Ik zag vervolgens dat de groep het café bestormde en dat een van deze personen mij een klap op mijn hoofd wilde geven. Ik zag dat hij iets glimmends over zijn handschoen droeg. Ik dacht direct aan boksbeugel. Ik kon mijn hoofd nog net afwenden [2] waardoor hij boven op mijn hoofd sloeg. Ik voelde dat het een hard voorwerp betrof. Ik had in eerste instantie niet in de gaten dat ik een aardige wond had. Later zag ik namelijk pas dat de wond ongeveer 4 centimeter lang was en dat er ook bloed uitkwam.
Nadat ik geslagen was zag ik dat de binnengestormde personen direct te Heerenveen-supporters aanvielen. Ik zag dat er hard geslagen werd en dat er met barkrukken gegooid en geslagen werd. Ik zag dat de Heerenveen-supporters harde klappen kregen. Het was een grote vechtpartij die slechts een (1) minuut duurde.
Daarna is de aanvallende groep naar buiten gegaan. Op het terras is er ook nog ongeveer 2 minuten gevochten en gegooid met barkrukken en terrasstoelen.
Daarna is de hele groep vertrokken. Ik zag wel dat personen in auto's stapten en wegreden. Door de vechtpartij zijn er 13 barkrukken, 2 terrasstoelen en een ruitje boven de ingang kapot gegaan. [3]
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
O: staat voor opmerking van mij, verbalisant.
A: het antwoord c.q. de reactie van de getuige (…)
O: Op zaterdag 18 januari 2020 heeft er een openlijk geweldpleging plaatsgevonden op de [adres] in [plaats] (…)
A: (…) We hebben zicht op het terras, we wonen recht boven het terras. Er kwamen vijf auto’s aanrijden en stopten bij de kroeg. Ik zag dat er een man of 20 tot 25 uit de auto’s stapten en naar het café gingen. Ik zag dat ze bivakmutsen, sjaals, mutsen en capuchons droegen. [4]
(…)
A: De kentekens zijn: (…) [kenteken] (…).
Getuige: [getuige 1] . [5]
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
O: staat voor opmerking van mij, verbalisant.
A: het antwoord c.q. de reactie van de getuige (…)
O: Op zaterdag 18 januari 2020 heeft er een openlijke geweldpleging plaatsgevonden op de [adres] te Woerden.
(…)
A: (…) Ik woonde toen op de [adres] in [woonplaats] en ik had goed zicht op wat er gebeurde bij café “ [café] ”. (…) Ik zag dat er op het terras van café “ [café] ” allemaal stoelen door de lucht vlogen en dat er immens geweld werd gebruikt. (…) Ik zag dat een auto een Renault Modus was, daarvan heb ik het kenteken doorgegeven aan de politie. (…) Ik zag dat er drie personen uit de Renault kwamen en het terras van het café oprenden. (…) Ik zag dat ze in ieder geval op het terras waren en in worsteling gingen met cafébezoekers. (…) Ik zag dat de personen uit de auto’s in paniek raakten omdat de politie eraan kwam. Ik zag dat de drie personen weer in de Renault stapten (…).
Getuige: [getuige 2] . [6]
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 18 januari 2020 omstreeks 21:00 uur (…) kreeg ik, verbalisant, (…) het verzoek uit te zien naar een grijze personenauto van het merk Renault, type Modus, voorzien van het kenteken [kenteken] . (…) Vervolgens zag ik, verbalisant, dat op de autosnelweg A15 te Rotterdam ter hoogte van het Vaanplein te Rotterdam de hierboven genoemde personenauto reed. Ik, verbalisant, zag dat er vijf personen in de personenauto zaten. (…)
Vervolgens heb ik, verbalisant, op zaterdag 18 januari 2020 te 21:10 uur de vijf inzittenden van de personenauto aangehouden.
(…) Voorts zag ik, verbalisant dat de verdachte [verdachte] als bestuurder van de personenauto had opgetreden. Verder zag ik dat dat als passagier rechts voorin de verdachte [medeverdachte 1] zat. Verder zag ik dat de verdachten [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] als passagier op de achterbank zaten. [7]
De verklaring van [medeverdachte 2] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
V is een vraag van de verbalisant
A is een antwoord van de verdachte
O is een opmerking van de verbalisant
O: Op zaterdagavond 18 januari 2020 heeft er een openlijk geweldpleging plaatsgevonden in Woerden (…)
V: met wie was je die avond
A: Dat weten jullie zelf.
V: Bedoel je de personen war je samen mee bent aangehouden.
A: Ja, maar er waren meerdere mensen, maar ik weet niet precies wie.
(…)
O: Jullie zijn aangehouden door de politie in Rotterdam in een Renault Modus, kenteken [kenteken] .
V: Van wie is die auto?
A: Van een maat van mij zijn moeder. [8]
(…)
V: Heeft een persoon de hele tijd de auto bestuurd?
A: Ja dat wel. [9]
(…)
V: Waarom waren jullie in paniek?
A: (…) als je in de auto zit en met zijn vijven bent (…).
V: Waren jullie dan maar met zijn vijven daar? De groep was toch veel groter?
A: Er waren meerdere jongens, we horen wel bij elkaar (…).
V: Zijn jullie met meerdere voertuigen naar Woerden gekomen?
A: Ja. [10]
De bevindingen van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Op 19 januari 2020 hebben wij een tactisch onderzoek ingesteld in een personenauto, merk Renault, type Modus, kleur grijs, voorzien van het kenteken [kenteken] . (…) Op de vloer en gedeeltelijk onder de bestuurdersstoel werd een trainingsbroek met Feyenoord logo aangetroffen. (…) Tussen de bijrijdersstoel en de achterbank lagen op de vloer van die auto een paar zwarte lederen handschoenen met versteviging bij de vingers en de bovenzijde van de hand. In het vak van het linker voorportier lagen een paar grijze handschoenen. In een vakje van de rugleuning van de bijrijdersstoel werd een zwarte muts aangetroffen (…). [11]
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 18 januari 2020 (…) vond er een openlijke geweldpleging plaats op de [adres] te [plaats] . Op de genoemde locatie, is gevestigd het café “ [café] ”. In het pand zijn bewakingscamera’s aanwezig. (…) de beschikbaar gestelde beelden werden door mij bekeken. De opnamen bleken deels in kleur te zijn geregistreerd. Op de beelden was datum en tijdstip te zien. Wat daadwerkelijk een uur eerder betrof. Dus 21.25 uur moet omstreeks 20.25 uur zijn.
Door mij werd het navolgende bevonden:
21.25 (
cam 1): rechts naast het gordijn zie ik een man (slachtoffer 1) met haar tot de schouder die drinken gehaald heeft en door een kleinere man (verdachte 1) die binnenkomt met vuisten geslagen wordt. [12]
21.25:56 (cam 1): Ik zie dat verdachte 1 de man met haar tot de schouder (slachtoffer 1) verschillende keren slaat. Ik zie verdachte 2 keer met zijn rechtervuist op de kaak van het slachtoffer slaan. (…)
21.26:01 (cam 1): (…) Verdachte 2 komt binnen en begint slachtoffer 1 te schoppen. (…)
21.26:07 (cam 1): Verdachte 3 staat bij de bar en pakt daar iets en gooide dit richting de cafébezoekers achterin beeld. (…) Achter verdachte 3 is verdachte 4 zichtbaar. [13] (…)
21.26:10 (cam 1): Verdachte 4 zie ik midden in het beeld staan met zijn rug tegen verdachte 5 aan. Verdachte 4 slaat met een barkruk omlaag kennelijk ligter er een slachtoffer op de grond achter de tafel (…).
21.26:14 (cam 1): (…) Verdachte 5 blijft slaan (…) Daarbij krijgt hij hulp van verdachte 6. (…) Ik zie dat verdachte 7 (…) een klein voorwerp gelijkend op een glas pakt (…) en dit richting de personen gooit welke geschopt en geslagen worden door de verdachte 5 en 6.
21.26:20 (cam 1) : Verdachte 8 komt binnen (…) en schopt met het linkerbeen naar 1 van de slachtoffers 3 en 4. Ondertussen slaan verdachten 5 en 6 ook. [14]
21.26:22 (cam 1): Verdachte 8 slaat met een barkruk de slachtoffers 2 en 3. Achterin beeld is te zien dat er een groep met spullen slaat en gooit.
(…)
21.46:48 (de rechtbank begrijpt: 21.26:48): Verdachte met oranje shirt gezet postuur, gooit met glazen het café in. [15]
21.25:50: Totaal komen er 21 verdachten het café binnen. [16]
De verklaring van verdachte voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Ik was op 18 januari 2020 de bestuurder van de Renault Modus, met het kenteken [kenteken] . Ik ben met deze auto naar Woerden gereden en daarna weer terug naar Rotterdam. [17]
T.a.v. feit 2:
De verklaring van [getuige 3] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 18 januari 2020 omstreeks 17:00 uur parkeerde in mijn voertuig in de [straat] te Woerden. Mijn voertuig betreft een rode Chevrolet voorzien van kenteken VDX34R. Ik heb mijn voertuig daar in goede staat en zonder schade achtergelaten.
Op zaterdag 18 januari 2020 omstreeks 21:45 uur werd ik door een politieagent aangesproken dat mijn voertuig was aangereden en dat de dader niet meer ter plaatse was. Ik ben meegelopen naar mijn voertuig en zag dat over de gehele linker zijde diepe krassen en deuken zaten. Ik werd aangesproken door een getuige die mij foto's liet zien van het voertuig dat de schade heeft veroorzaakt. Ik hoorde haar zeggen dat het kenteken van de dader [kenteken] was. [18]
De verklaring van verdachte voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Ik ben op 18 januari 2020 met de auto van mijn moeder, een Renault Modus, met het kenteken [kenteken] naar Woerden gereden. In Woerden was ik de autosleutel kwijt en toen heb ik samen met anderen de auto naar achteren geduwd. Hierbij ben ik met de Renault Modus in botsing gekomen met een rode bestelauto. Ik had de autosleutel vervolgens gevonden en ik ben hierna weggereden, zonder gegevens achter te laten. [19]
Overwegingen
I.
De raadsman heeft met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde aangevoerd dat verdachte weliswaar de auto heeft bestuurd, maar dat niet bewezen kan worden dat verdachte wist/opzet had op het gepleegde geweld door anderen.
Aan de hand van de gebezigde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op 18 januari 2020 een grote groep Feyenoord supporters gezamenlijk is afgereisd naar café “ [café] ” in [plaats] . In dit café zaten Heerenveen supporters. Aangekomen in de nabijheid van het café zijn de auto’s geparkeerd en heeft een grote groep Feyenoord supporters het genoemde café bestormd. Hierbij is geweld gebruikt in de richting van de Heerenveen supporters dan wel andere aanwezigen in het café en zijn er flinke vernielingen aangericht.
Ook vanuit de door verdachte bestuurde auto, die vanuit Rotterdam naar Woerden is gereden, zijn personen richting het café gerend en hebben deelgenomen aan de gewelddadigheden. In de door verdachte bestuurde auto zijn lagen onder meer mutsen en handschoenen.
Gelet op de hiervoor beschreven uiterlijke verschijningsvorm is gebleken dat een grote groep Feyenoord supporters doelbewust en met een vooropgezet plan de confrontatie heeft gezocht met de Heerenveen supporters. De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte voorafgaand hiervan op de hoogte was. Verdachte heeft door als bestuurder van één van de auto’s op te treden zowel opzet op het vervoeren van de genoemde groep Feyenoord supporters als opzet op het door hun gepleegde geweld gehad. De rechtbank kan overigens niet vaststellen dat alle vijf inzittenden aan het geweld hebben deelgenomen, maar dat doet aan de bewezenverklaring niet af. In ieder geval drie van de inzittenden hebben deelgenomen aan de aanval op het café.
De rechtbank acht dan ook het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hieronder in rubriek 5 is weergegeven.
II.
A.
De raadsman heeft met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde allereerst aangevoerd dat het handelen van verdachte, te weten het duwen van de auto tegen de rode bestelbus, wellicht kan worden aangemerkt als een vernieling, maar niet dat gesproken kan worden van een verkeersongeval als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
De rechtbank stelt voorop dat uit de memorie van toelichting bij artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede uit de jurisprudentie volgt dat bij een botsing tussen voertuigen gesproken kan worden van een verkeersongeval als bedoeld in als bedoeld in dat artikel.
Op grond van de vorenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte met de Renault Modus van zijn moeder naar Woerden is gereden. Toen hij weer terug wilde bemerkte hij dat hij de autosleutel kwijt was en heeft hij de Renault – samen met anderen – geduwd. Door deze gedraging is de Renault, ook volgens zijn eigen verklaring, in botsing gekomen met een daar geparkeerde rode bestelauto. Door na deze botsing, welke zoals hiervoor is vastgesteld valt aan te merken als verkeersongeval, de plaats van het ongeval te verlaten heeft hij zich schuldig gemaakt aan het bepaalde in artikel 7, eerste lid, Wegenverkeerswet 1994.
De acht dan ook het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hieronder in rubriek 5 is weergegeven.
B.
Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat sprake is van willekeur omdat verdachte als enige voor dit feit is vervolgd, terwijl de auto samen met anderen tegen de rode bestelbus is geduwd. Aan deze stelling is door de raadsman vervolgens geen conclusie verbonden.
Niettemin ziet de rechtbank wel een belang, de begrijpelijkheid van haar vonnis voor verdachte, om hierop te reageren. De beslissing om tot vervolging over te gaan leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing. Het ten onrechte niet vervolgen van derden wier gedragingen evenzeer als die van de verdachte het voorwerp van strafvervolging dienen te zijn, leidt niet zonder meer tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging. Onderzocht moet worden of naar willekeur de ene verdachte wel en de andere niet is vervolgd, hoewel deze verdachten in een sterk vergelijkbare positie verkeren. In deze zaak gaat het om het feit dat dat andere personen die de auto tegen de rode bestelbus hebben geduwd daarvoor niet vervolgd zijn. De rechtbank wijst er in dat kader op dat de Renault Modus van de moeder van verdachte was en dat hij met die auto naar Woerden was gereden. Verdachte is ook anders dan de andere bedoelde personen na de botsing en na het vinden van de sleutel weer achter het stuur gaan zitten en is vervolgens met de auto weggereden. Deze feiten en omstandigheden maken dat er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is van een sterk vergelijkbare positie zoals hiervoor bedoeld en daarmee dus ook geen sprake van willekeur.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
[medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] op
18 januari 2020 te [plaats] openlijk, te weten, in het café en op het terras
van café " [café] " aan de [adres] , in vereniging
geweld hebben gepleegd tegen personen en goederen
te weten
- bezoekers (waaronder ongeveer 15 Heerenveen supporters) en
- [slachtoffer] (eigenaar van dat cafe) en
- de inboedel/terrasmeubilair van dat cafe
door met een groep het terras van dat cafe en dat cafe te
bestormen en
- die [slachtoffer] met een hard voorwerp op het hoofd te slaan en
- die bezoekers/supporters te stompen en/of te slaan en/of te schoppen en/of
te trappen en
- in dat café te gooien met barkrukken en op dat terras te gooien met
terrasstoelen bij welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest, danwel
opzettelijk gelegenheid heeft verschaft tot het plegen van dat openlijk geweld door
die [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] en in zijn auto naar voornoemd café te vervoeren.
2.
als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt en welk
verkeersongeval had plaatsgevonden in [plaats] op de [straat] , op 8 januari 2020 de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist, aan een
ander, te weten de bestelauto van [getuige 3] schade was toegebracht.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het
onder 1 bewezen verklaardelevert volgens de wet het volgende strafbare op:
medeplichtigheid aan openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
Het
onder 2 bewezen verklaardelevert volgens de wet het volgende strafbare op:
overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
- een geheel voorwaardelijk gevangenisstraf van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaren;
- een taakstraf van 180 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 90 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, in geval van bewezenverklaring, verzocht aan verdachte een taakstraf op te leggen van aanzienlijk geringere duur dan door de officier van justitie is gevorderd. Hierbij heeft de raadsman gewezen op het tijdsverloop in de deze zaak en het feit dat de rol van verdachte niet meer is geweest dan het optreden als chauffeur.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd
Verdachte is een grote groep Feyenoord supporters behulpzaam geweest door hen met de door hem bestuurde auto te vervoeren naar café “ [café] ” in [plaats] . In dat café zat een groep Heerenveen supporters te kijken naar de op dat moment in Rotterdam bezig zijnde wedstrijd tussen deze voetbalclubs. Het was het plan om die supporters op gewelddadige wijze te verrassen.
Aangekomen bij het café heeft verdachte de door hem bestuurde auto geparkeerd. Vanuit diverse auto’s waaronder ook de auto van verdachte heeft een grote groep op gewelddadige wijze de confrontatie gezocht met de nietsvermoedende Heerenveen supporters. Deze gewelddadigheden, waarbij onder meer werd geslagen met barkrukken en verstevigde handschoenen, vonden plaats in het café en op het terras van het café. Hierbij hebben meerdere mensen letsel opgelopen, waaronder ook de eigenaar van het café. Ook is er materiële schade ontstaan aan onder meer het (terras)meubilair van het café. De rechtbank heeft de camerabeelden van binnenin het café bekeken en is geschrokken van de geweldsexplosie tegen – voor verdachten onbekende – niets vermoedende Heerenveen supporters.
Een dergelijk feit brengt grote gevoelens van onveiligheid en onrust bij anderen teweeg, terwijl uitgaansgelegenheden bestemd zijn om aan bezoekers juist plezier en/of ontspanning te bieden. Niet alleen de mensen in het café werden hiermee geconfronteerd maar ook de omwonenden en mensen die zich in andere gelegenheden in de buurt bevonden.
Verder is het kwalijk dat mensen als verdachte en de groep die hij vervoerde de sfeer rond de voetbalsport kapot maken. De liefde voor de eigen voetbalclub kan immers nooit een reden zijn om supporters van de andere club op een dergelijke laffe wijze aan te vallen. De schade die zij aan de voetbalsport toebrengen is groot. Met dit schaamteloze optreden heeft verdachte zijn eigen voetbalvereniging, Feyenoord, in diskrediet gebracht en een zeer slechte dienst bewezen. Dit wangedrag brengt met zich mee dat steeds meer voetballiefhebbers terughoudend worden om zich nog onder het voetbalpubliek te mengen. Zeker voor de aangevallen Heerenveen supporters zal dit het geval zijn.
Verdachte heeft aan dit geweld bijgedragen door zijn auto voor het vervoer ter beschikking te stellen en de plegers van de gewelddadigheden daarmee te vervoeren naar en van het café in Woerden.
De auto van verdachte heeft daarnaast schade veroorzaakt aan een geparkeerd voertuig. Zonder zijn gegevens achter te laten is verdachte met de auto weggevlucht, waardoor de gedupeerde met de schade is achtergebleven.
De persoon van verdachte
Uit het de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie (strafblad) van 24 mei 2002 is gebleken dat verdachte eerder ter zake geweldsfeiten met justitie in aanraking is gekomen, maar dat deze feiten van te lang geleden dateren om in strafverzwarende zin rekening mee te houden. Verdachte zal dan ook als first offender worden beschouwd.
Het strafkader
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) heeft als oriëntatiepunt voor openlijk geweld met enig lichamelijk letsel tot gevolg een werkstraf van 150 uur gesteld. Daarnaast wordt bij voornoemd oriëntatiepunt uitgegaan van een pleger van openlijk geweld. In dit geval is sprake van een medeplichtige, hetgeen inhoudt dat de maximale hoofdstraf op het delict met een derde verminderd dient te worden.
Voor verlaten plaats ongeval (artikel 7 WVW) bestaan geen oriëntatiepunten, maar in dit soort zaken wordt doorgaans een geldboete opgelegd tussen de € 500 en € 1.000.
In strafverzwarende zin houdt de rechtbank er rekening mee dat de gewelddadigheden voortvloeiden uit een vooropgezet plan waarvan verdachte ook weet heeft gehad, waarbij bewust de confrontatie is gezocht met nietsvermoedende Heerenveen supporters en andere bezoekers van het café. De grote omvang van de groep, ruim 20 personen, waarmee het café is bestormd, de meerdere slachtoffers die letsel hebben opgelopen en de flinke vernielingen in het café en op het terras worden eveneens in strafverzwarende meegewogen.
Ter zitting is aangevoerd dat er vanuit een supportersgroep van Feyenoord een schadevergoeding van € 1.500 is betaald aan de eigenaar van het café. Verdachte heeft desgevraagd verklaard dat hij hieraan ook heeft bijgedragen. Hoewel de rechtbank het verdachte kwalijk neemt dat hij op zitting geen openheid van zaken heeft gegeven en niet of zeer beperkt heeft willen antwoorden op vragen, heeft hij hiermee toch enige verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. De rechtbank zal dit dan ook in licht strafverminderende zin meewegen.
Tussenconclusie
De rechtbank acht, rekening houdend met voornoemd LOVS-oriëntatiepunt, de rol die verdachte had als medeplichtige en de strafverminderende en strafverzwarende omstandigheden, in beginsel een taakstraf voor de duur van 160 uren passend.
Schending redelijke termijn
De rechtbank overweegt dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM aanvangt op het moment dat vanuit de Nederlandse Staat tegen de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen.
De redelijke termijn is in deze zaak aangevangen op 19 januari 2022, te weten de datum van inverzekeringstelling van verdachte. Nu dit vonnis op 26 juli 2022 zal worden gewezen is de genoemde termijn met 6 maanden overschreden. De rechtbank zal gelet op deze overschrijding voornoemde straf met 10% matigen.
Eindconclusie
Alles afwegende zal de rechtbank daarom een taakstraf voor de duur van 144 uren opleggen. Indien verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht zal de taakstraf worden vervangen door 72 dagen hechtenis. De tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht (3 dagen) zal bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in minder worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren per dag.
De door de rechtbank opgelegde straf wijkt af van de strafeis van de officier van justitie. Dat komt omdat de rechtbank het niet passend vindt om naast de werkstraf nog een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Bij die afweging heeft de rechtbank gelet op de oriëntatiepunten, maar ook met het feit dat hij de afgelopen 2,5 jaar niet met justitie in aanraking is geweest.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 48, 57, 63, 141 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 7 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
144 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 72 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van de Lustgraaf, voorzitter, mrs. P.M. Leijten en J.J. Peerboom, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 juli 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 1] en/of een of meer onbekend gebleven persoon of personen op of omstreeks 18 januari 2020 te Woerden openlijk, te weten, in het cafe en op het terras van cafe " [café] " aan de [adres] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft/hebben gepleegd tegen (een) persoon/personen en/of goederen te weten
- bezoekers (waaronder ongeveer 15 Heerenveen supporters) en
- [slachtoffer] (eigenaar van dat cafe) en
- de inboedel/terrasmeubilair van dat cafe door met een groep het terras van dat cafe en dat cafe te bestormen/betreden/binnen te dringen en
- die [slachtoffer] met een hard voorwerp op het hoofd te stompen/slaan en
- die bezoekers/supporters te stompen en/of te slaan en/of te schoppen en/of te trappen en/of
- ( in dat cafe) te gooien met barkrukken en (op dat terras) te gooien met
terrasstoelen
tot en bij welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest, danwel opzettelijk gelegenheid heeft verschaft tot het plegen van dat openlijk geweld door die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 1] in zijn auto naar voornoemd cafe te vervoeren;
( art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in [plaats] op/aan de [straat] , op of omstreeks 18 januari 2020 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten (de bestelauto van) [getuige 3] en (een terrasscherm van) [slachtoffer] ) schade was toegebracht;
( art 7 lid 1 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994, art 7 lid 1 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994 )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van processen-verbaal die als bijlagen zijn opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met registratienummer PL0900-2020026647, opgemaakt door de Eenheid Midden-Nederland, District West, doorgenummerd 1 tot en met 274. Wanneer paginanummers verwijzen naar andere processen-verbaal, dan wordt dit expliciet vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] , pag. 13.
3.Idem, pag. 14.
4.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] , pag. 118.
5.Idem, pag. 119.
6.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] , pag. 6 van het proces-verbaal met nummer PL0900-2020026647 A (doorgenummer pagina 1 t/m 11).
7.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] , pag. 147.
8.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] , pag. 242.
9.Idem, pag. 243.
10.Idem, pag. 246.
11.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , pag. 58.
12.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] , pag. 88.
13.Idem, pag. 89.
14.Idem, pag. 90 en 91.
15.Idem, pag. 92.
16.Idem, pag. 93.
17.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 juli 2022.
18.Proces-verbaal van verhoor aangever [getuige 3] , pag. 20.
19.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 juli 2022.