21.25 (cam 1): rechts naast het gordijn zie ik een man (slachtoffer 1) met haar tot de schouder die drinken gehaald heeft en door een kleinere man (verdachte 1) die binnenkomt met vuisten geslagen wordt.
21.25:56 (cam 1): Ik zie dat verdachte 1 de man met haar tot de schouder (slachtoffer 1) verschillende keren slaat. Ik zie verdachte 2 keer met zijn rechtervuist op de kaak van het slachtoffer slaan. (…)
21.26:01 (cam 1): (…) Verdachte 2 komt binnen en begint slachtoffer 1 te schoppen. (…)
21.26:07 (cam 1): Verdachte 3 staat bij de bar en pakt daar iets en gooide dit richting de cafébezoekers achterin beeld. (…) Achter verdachte 3 is verdachte 4 zichtbaar.(…)
21.26:10 (cam 1): Verdachte 4 zie ik midden in het beeld staan met zijn rug tegen verdachte 5 aan. Verdachte 4 slaat met een barkruk omlaag kennelijk ligter er een slachtoffer op de grond achter de tafel (…).
21.26:14 (cam 1): (…) Verdachte 5 blijft slaan (…) Daarbij krijgt hij hulp van verdachte 6. (…) Ik zie dat verdachte 7 (…) een klein voorwerp gelijkend op een glas pakt (…) en dit richting de personen gooit welke geschopt en geslagen worden door de verdachte 5 en 6.
21.26:20 (cam 1) : Verdachte 8 komt binnen (…) en schopt met het linkerbeen naar 1 van de slachtoffers 3 en 4. Ondertussen slaan verdachten 5 en 6 ook.
21.26:22 (cam 1): Verdachte 8 slaat met een barkruk de slachtoffers 2 en 3. Achterin beeld is te zien dat er een groep met spullen slaat en gooit.
(…)
21.46:48 (de rechtbank begrijpt: 21.26:48): Verdachte met oranje shirt gezet postuur, gooit met glazen het café in.
21.25:50: Totaal komen er 21 verdachten het café binnen.
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Op verzoek (…) heb ik naar camerabeelden gekeken van de openlijke geweldpleging in en rond het Café “ [café] ”. (…) Ik ben werkzaam bij de Voetbaleenheid Rotterdam en heb grote kennis over doelgroepsupporters van Feyenoord. (…) Ik zag dat camerabeeld met nummer VID- [VID-nummer] minuten en 42 seconden duurt. Ik zag dat deze camera op de ingang en terras van genoemd café gericht staat. (…)
Op 00:36 seconden zie ik een man vanaf links het beeld in komen lopen. Ik zie dat deze man een donker kleurige pet draagt. Ik zie dat deze man een donkere jas draagt welke niet met een rits is afgesloten. Ik zie dat een roze of oranje shirt of trui onder de jas met een ronde hals zichtbaar is. Ik zie verder dat deze man een lichte broek draagt. Ik zie op 00:39 seconden dat deze man een bierglas van een tafel op terras pakt.Ik vermoed dat deze man [verdachte] is. (…) Ik denk [verdachte] te herkennen aan zijn stevige postuur en gelaatskenmerken. Ik heb vervolgens naar camerabeeld met nummer VID- [VID-nummer] gekeken. Ik zag dat deze camera binnen hangt en met name gericht is op de bar.
Op 00:29 seconden zie ik, vermoedelijk [verdachte] linksboven in beeld komen. Ik herken hem dit maal alleen aan zijn kleding signalement. Ik zie wederom een donkere pet, eendonkere jas welke open staat en dat er een roze of oranje shirt of trui zichtbaar is. Op de beschikbare camerabeelden zag ik verder niemand die voldeed aan bovengenoemd signalement.
Ik zie tevens dat hij met kracht een gooiende beweging maakt met zijn rechter hand.
(…) Ik zie dat deze gooiende beweging wordt gemaakt in de richting van personen welke rechts in beeld staan (…)
.Op 00:31 seconden zie ik [verdachte] met beide handen wat achter de bar vandaan pakken. Ik zie op 00:33 seconden dat [verdachte] twee gooi bewegingen maakt. Op00:35 seconden zie ik [verdachte] wederom met beide handen voorwerpen achter de bar vandaan halen. Op 00:44 seconden zie ik [verdachte] 2 gooi bewegingen maken. Op 00:46 seconden zie ik [verdachte] met beide handen achter de bar voorwerpen pakken. Op 00:48 seconden zie ik [verdachte] 3 gooi bewegingen maken. (…) Ik zag dat alle gooi bewegingen in de richting waren van personen (…). Na de gooi beweging zag ik een voorwerp door de lucht gaan.
De bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 21 februari 2020 heb ik verdachte (…) [verdachte] gehoord. Tijdens het verhoor heb ik van (…) verdachte een foto gemaakt.
Fotoblad betreffende verdachte [verdachte] .
De eigen waarneming van de rechtbank betreffende de foto van verdachte [verdachte] tijdens zijn verhoor, op pagina 116 van het proces-verbaal:
Op de foto is de verdachte [verdachte] zichtbaar. Verdachte [verdachte] is gekleed in een roze/oranje t-shirt met een ronde hals en een licht blauwe broek met lichte accenten.
De bevindingen van verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 7] voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven:
Na de verhoren omstreeks 15.00 uur hebben wij alle vijf verdachten (…) gevraagd om de kleding die de verdachten aan hadden bij de insluiting aan te trekken. [verbalisant 7] heeft van de verdachten foto’s met de kleding gemaakt en bij dit proces-verbaal gevoegd.
Fotoblad verdachte [verdachte] .
De eigen waarneming van de rechtbank betreffende de foto van verdachte [verdachte] op pagina 105 van het proces-verbaal:
Op de foto is de verdachte [verdachte] zichtbaar. Verdachte [verdachte] is gekleed in een dichtgeritste donker blauwe jas met capuchon, een licht blauwe broek met lichte accenten, witkleurige sportschoenen, en op zijn hoofd draagt hij een donker blauwe pet.
De eigen waarneming van de rechtbank betreffende de foto van de stills van de camerabeelden, op pagina 96-97 van het proces-verbaal:
Op de bovenste foto (21.26:09) van pagina 96 is een verdachte te zien die op het terras van het café loopt in de richting van de ingang van het café, die een donkerkleurige pet draagt, een roze-oranje shirt met een donkerblauwe jas, een broek met lichte accenten en witkleurige schoenen.
De raadsman heeft aangevoerd dat het feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hierbij heeft de raadsman gewezen op de verklaringen van getuigen, die niet eenduidig zijn over het aantal personen dat vanuit de Renault Modus richting het café is gegaan. Verder heeft de raadsman er op gewezen dat bij verbalisant [verbalisant 6] het vermoeden bestaat dat hij verdachte op beelden heeft herkend, maar dat deze verbalisant zelf te kennen heeft gegeven dat hij dat niet voor 100% zekerheid kan zeggen. Dit maakt dat deze herkenning volgens de raadsman niet gebezigd kan worden voor het bewijs. Dat verdachte gedurende de openlijke geweldpleging bij de auto heeft gewacht kan op basis van het dossier niet uitgesloten worden, aldus de raadsman.
Aan de hand van de gebezigde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op 18 januari 2020 een grote groep Feyenoord supporters gezamenlijk is afgereisd naar café “ [café] ” in [plaats] . In dit café zaten Heerenveen supporters. Aangekomen in de nabijheid van het café zijn de auto’s geparkeerd en heeft een grote groep Feyenoord supporters het genoemde café bestormd. Hierbij is geweld gebruikt in de richting van de Heerenveen supporters dan wel andere aanwezigen in het café en zijn er flinke vernielingen aangericht.
In de auto waarin verdachte zat, die vanuit Rotterdam naar Woerden is gereden, zijn personen richting het café gerend en hebben die personen deelgenomen aan de gewelddadigheden. Ook lagen in die auto onder meer mutsen en handschoenen.
Nadat de auto’s in de directe omgeving van het café waren geparkeerd is een grote groep supporters vanuit deze auto’s naar het terras en het café gegaan. De auto waarin verdachte zat, een Renault Modus, is hier ook gestopt en vanuit deze auto zijn personen richting het terras van het café gerend. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat over het aantal personen dat vanuit deze auto richting het café is gegaan door de getuigen niet eenduidig is verklaard. Uit de verklaringen blijkt evenwel dat in ieder geval 3 personen vanuit de Renault Modus het terras van het café zijn opgerend. Ook kan worden vastgesteld dat verdachte ter plaatse was, gelet op het feit dat hij op de terugweg in de Renault Modus zat en dat medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij die avond met de inzittenden van die auto op pad was.
Gelet op voornoemde omstandigheden, stelt de rechtbank vast dat sprake geweest moet zijn van een vooraf afgesproken en gecoördineerd plan om het café met de Heerenveen-supporters te bestormen. Verdachte is dus met die intentie naar Woerden afgereisd. De vervolgvraag is of verdachte daadwerkelijk heeft deelgenomen aan de bestorming van het café (het openlijk geweld).
Verbalisant [verbalisant 6] heeft camerabeelden bekeken van de gewelddadigheden in het café en op het terras. Deze verbalisant heeft het vermoeden dat hij verdachte herkent en ziet deze persoon de in de bewijsmiddelen beschreven handelingen uitvoeren. Ook heeft deze verbalisant aangegeven waaraan hij verdachte herkent en geeft hij een beschrijving van het kledingsignalement. De verbalisant heeft verder nog te kennen gegeven dat op de beschikbare beelden niemand zichtbaar is die verder aan dit door hem bedoelde signalement voldoet. Daar komt nog bij dat de genoemde verbalisant verdachte onlangs nog heeft gezien bij een wedstrijd van Feyenoord.
Dit door de verbalisant gegeven kledingsignalement komt wat betreft de aard (pet, jas, broek, t-shirt) en de kleuren overeen met de kleding die verdachte droeg ten tijde van zijn aanhouding, kort na de openlijke geweldpleging. Ook de schoenen die verdachte die avond aanhad (witkleurige sportschoenen), komen overeen met de schoenen die de persoon op de camerabeelden droeg. De combinatie van al deze factoren, maakt de herkenning van de verbalisant voldoende sterk om deze voor het bewijs te gebruiken.
Daarnaast valt uit het proces-verbaal van de beelden af te leiden te zien is dat, 4 seconden voordat de persoon die als verdachte door de verbalisant wordt herkend, een ander persoon in beeld is die door de verbalisant wordt herkend als medeverdachte [medeverdachte 1] . Uit de verklaringen in het dossier en het proces-verbaal van staandehouding wordt duidelijk dat [medeverdachte 1] en [verdachte] zowel op de heenweg, voorafgaan aan de openlijke geweldpleging, als op de terugweg zich in dezelfde auto bevonden.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien acht de wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde. Door met een groep mee te gaan in, een kennelijk vooraf afgesproken, aanvalsgolf/bestorming van het café/terras van het café en ook zelf geweldshandelingen te verrichten heeft verdachte een wezenlijke en significante bijdrage geleverd aan het geweld.