ECLI:NL:RBMNE:2022:2967

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
16.126772.20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot zware mishandeling en mishandeling na onvoldoende bewijs

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1994 in Nigeria en zonder vaste woon- of verblijfplaats, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 26 juli 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling en subsidiair van mishandeling, beide gepleegd op 10 mei 2020 te Dronten. De officier van justitie vorderde vrijspraak van de tenlastelegging. Tijdens de zitting op 12 juli 2022 zijn verklaringen van de aangever, de verdachte en diverse getuigen gehoord. De rechtbank constateerde dat de verklaringen onderling sterk verschilden en dat er onvoldoende bewijs was om de feitelijke gang van zaken vast te stellen. De rechtbank kon niet met voldoende zekerheid vaststellen of de verdachte degene was die de aangever had gestoken, noch hoe dit zou zijn gebeurd. Het rapport van de forensisch arts droeg ook niet bij aan de duidelijkheid van de zaak. Gezien het gebrek aan overtuigend bewijs heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van de tenlastelegging. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de griffier ook aanwezig was.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.126772.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1994] te [geboorteplaats] , Nigeria
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 juli 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. F.E. van der Zee.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
primair
op 10 mei 2020 te Dronten heeft geprobeerd om aan [aangever] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door hem meermalen met een mes te steken;
subsidiair
op 10 mei 2020 te Dronten [aangever] heeft mishandeld door meermalen hem met een mes te steken.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het primair en subsidiair tenlastegelegde.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
In het dossier bevinden zich onder meer verklaringen van de aangever, verdachte en diverse getuigen. Uit deze bewijsmiddelen, die qua weergave van de feiten onderling sterk verschillen, komt onvoldoende naar voren wat die avond de feitelijke gang van zaken is geweest. De rechtbank kan daardoor niet met voldoende zekerheid vaststellen wat de aanleiding voor het incident is geweest en welk aandeel de diverse betrokkenen daarin hebben gehad. Evenmin is buiten redelijke twijfel komen vast te staan of verdachte degene is geweest die aangever heeft gestoken of hoe dat gebeurd zou zijn. Ook het rapport van
drs. J.D. Kortmann, forensisch arts bij de GGD, geeft hierover geen verdere duidelijkheid. Hierdoor heeft de rechtbank uit de wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte heeft gestoken. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mrs. N. van Esch en
M. Rasterhoff, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Doorman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 juli 2022.
Mrs. Van Esch en Rasterhoff zijn buiten staat mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Dronten
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [aangever]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
die [aangever] meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in
de (linker)schouder en/of borst en/of de buik en/of de (linker)arm en/of het
(linker)been, althans in het lichaam heeft gestoken en/of gesneden en/of geprikt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Dronten
[aangever] heeft mishandeld door die [aangever] meermalen met een mes, althans
een scherp en/of puntig voorwerp, in de (linker)schouder en/of borst en/of de buik
en/of de (linker)arm en/of het (linker)been, althans in het lichaam te steken en/of te
snijden en/of te prikken;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )