ECLI:NL:RBMNE:2022:2957

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2022
Publicatiedatum
22 juli 2022
Zaaknummer
16/033923-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 20-jarige verdachte voor wederrechtelijke vrijheidsberoving en diefstal met geweld

Op 22 juli 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 20-jarige verdachte, die samen met twee andere jonge vrouwen is veroordeeld voor wederrechtelijke vrijheidsberoving en tweemaal diefstal met geweld. De feiten vonden plaats op 11 januari 2022 in Utrecht en Amersfoort, waar de verdachte en haar mededaders het slachtoffer, een jonge vrouw, hebben beroofd van haar AirPods, OV-chipkaart, iPhone en andere goederen. Tijdens deze berovingen is fors geweld gebruikt, waaronder bedreigingen met een mes en het vastbinden van het slachtoffer met ducttape. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks haar jonge leeftijd en oprechte spijt, een gevangenisstraf van 184 dagen heeft gekregen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact van de feiten op het slachtoffer, die psychische klachten heeft ondervonden door de gebeurtenissen. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schadevergoeding van € 3.400,-, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/033923-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 juli 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. E. Wiersma en van hetgeen verdachte en haar raadsman, mr. L.C. de Lange, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
op 11 januari 2022 te Utrecht, samen met anderen AirPods en een OV-chipkaart van [slachtoffer] heeft gestolen, waarbij zij geweld hebben gebruikt tegen [slachtoffer] .
feit 2, primair:
op 11 januari 2022 te Utrecht en Amersfoort, samen met anderen [slachtoffer] opzettelijk van haar vrijheid heeft beroofd;
feit 2, subsidiair:
op 11 januari 2022 te Utrecht en Amersfoort, samen met anderen [slachtoffer] heeft gedwongen in de auto te stappen en met hen mee te gaan;
feit 3:
op 11 januari 2022 te Amersfoort, samen met anderen een iPhone 6, een stijltang en een geldbedrag van € 50,- heeft gestolen, waarbij zij hebben gedreigd geweld te gebruiken tegen [slachtoffer] ;
feit 4:
in de periode van 11 januari 2022 tot en met 14 januari 2022 te Utrecht en Amersfoort, samen met anderen heeft geprobeerd [slachtoffer] te dwingen om € 200,- af te geven door bedreiging met smaad(schrift) en/of openbaring van een geheim (het online zetten van filmpjes).

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder feit 1 tot en met 3 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat de ten laste gelegde gedragingen niet door verdachte zijn verricht, dat er geen sprake is van een intellectuele en/of materiële bijdrage van voldoende gewicht en dat bij verdachte geen opzet bestond op de samenwerking of het grondfeit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1 tot en met feit 3
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 juli 2022;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 15 januari 2022, genummerd PL0900-2022011417-1, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 15 e.v.;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 19 januari 2022, genummerd PL0900-2022011417, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 26 e.v.;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 21 januari 2022, genummerd PL0900-2022011417, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 36 e.v.
Feit 4
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 4 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank gebleken dat verdachte samen met de medeverdachten video’s heeft gemaakt van het slachtoffer. Ook staat wel vast dat de medeverdachten hebben gedreigd om deze filmpjes openbaar te maken, tenzij betaald zou worden, maar er is onvoldoende bewijs dat verdachte daarbij betrokken is geweest of dat zij van dat doel op de hoogte is geweest ten tijde van het filmen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
op 11 januari 2022 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Apple AirPods Pro en een OV-chipkaart, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden, dat verdachte en haar mededaders
- met die [slachtoffer] naar een afgelegen plek is/zijn gelopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) mee moest lopen en “Loop door. Mensen gaan politie bellen en kijken.”, en
- ( terwijl dit werd gefilmd) (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of (tegen de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] ) heeft/hebben geschopt en die [slachtoffer] op de grond heeft/hebben gegooid/geduwd en op/tegen die [slachtoffer] gespuugd en aan de haren van die [slachtoffer] heeft/hebben getrokken en
- ( daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: “Kankerhoer” en “Je verdient dit” en/of “Lekker voor je”, en
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben getrokken en/of zichtbaar getoond en/of (meermalen) tegen de keel van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen: “Ik ga hem doordrukken hè. Laat mij dit mes niet door je keel halen.” en tegen die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) haar en haar familie dood gingen maken, en
- met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de trui van die [slachtoffer] heeft/hebben gestoken en/of een mes door de trui van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald en
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer] hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar jas uit moest trekken en voornoemde jas heeft/hebben doorzocht en
- ( vervolgens) de AirdPods Pro uit voornoemde jas heeft/hebben gepakt en/of een OV-chipkaart (uit de broekzak van die [slachtoffer] ) heeft/hebben weggenomen en
- ( vervolgens) de jas van die [slachtoffer] in brand heeft/hebben gestoken en (tevens) heeft/hebben gedreigd de haren van die [slachtoffer] in brand te steken en een mes door de jas van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald en
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) hebben gefilmd en/of is/zijn blijven filmen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses op de film moest aanbieden;
feit 2, primair:
op 11 januari 2022 te Utrecht en Amersfoort, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
- ( nadat die [slachtoffer] is mishandeld en/of beroofd) met die [slachtoffer] naar de auto van [verdachte] te lopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Doe normaal, gedraag je normaal en doe alsof er niks aan de hand is.”, en
- die [slachtoffer] met een mondkapje te blinddoeken en
- die [slachtoffer] te dwingen in te stappen en met hen, verdachte en haar mededaders mee te gaan in de auto van [verdachte] en
- ( in de auto) de handen/polsen van die [slachtoffer] met ducttape vast te binden en
- die [slachtoffer] te vervoeren en
- in de auto tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ [slachtoffer] je weet hoe graag ik een keer iemand neer wil steken, gewoon iemand neersteken. Als ik wou had ik je nu gewoon neergestoken.”, en
- ( vervolgens) onderweg te stoppen bij een tankstation en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Jij gaat mijn tank betalen. Ik heb precies 30 euro betaald en dat wil ik van jou.”, en
- die [slachtoffer] in de auto meermalen, in/tegen het gezicht te slaan en/of te stompen en die [slachtoffer] aan haar haren te trekken en
- ( in de auto) met een of meerdere mensen (via Snapchat) te bellen en tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses aan die mensen moest aanbieden, omdat zij slecht over anderen had gepraat, en
- ( onderweg) de (huis)sleutels van die [slachtoffer] onder dwang door die [slachtoffer] af te laten geven en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen dat als ze dat niet doet ze (verdachte en/of haar mededader(s)) haar ( [slachtoffer] ) naakt op de snelweg neer gaan leggen, en
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat [slachtoffer] als hoer of escort moest gaan werken voor verdachte en/of haar mederdader(s) en dat zij ( [slachtoffer] ) als maagd veel geld op zou brengen en dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) die [slachtoffer] zouden laten verkrachten, en
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) een sigaret in haar gezicht zou(den) uitdrukken (terwijl die [medeverdachte 1] een brandende sigaret vast had), en
- ( wederom) een tussenstop te maken en (daar) (nog meer) ducttape om de handen/polsen van die [slachtoffer] vast te binden en de mond van die [slachtoffer] met ducttape af te plakken en
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) te filmen en is blijven filmen en
- naar het huis van die [slachtoffer] te rijden en/of met die [slachtoffer] de woning van die [slachtoffer] binnen te gaan.
feit 3:
omstreeks 11 januari 2022, te Amersfoort, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een iPhone 6 en een stijltang en een geldbedrag, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en haar mededaders
- met die [slachtoffer] naar de woning van die [slachtoffer] is/zijn gereden en
- ( terwijl zij naar de woning liepen) die [slachtoffer] (steeds) heeft/hebben vastgehouden en
- ( nadat [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] in de auto is/zijn achtergebleven) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat als [slachtoffer] iets zou doen [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] naar de woning van [slachtoffer] zou(den) komen, en
- ( daarbij) (constant) in (telefonisch) contact met elkaar stonden en
- ( vervolgens) door die [verdachte] tegen die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] (telefonisch) werd gezegd dat zij (nu) naar de woning moest(en) komen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2, primair: medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
feit 3: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling en een contactverbod met de medeverdachten en het slachtoffer met uitzondering van herstelbemiddeling.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en te volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Daarbij dient er rekening gehouden te worden met de proceshouding van verdachte, dat er geen problemen bestaan op de verschillende leefgebieden en het recidiverisico als laag wordt ingeschat door de reclassering.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten, allen gericht tegen [slachtoffer] . Verdachte heeft samen met anderen goederen van de aangeefster gestolen en daarbij fors geweld gebruikt en met een mes en aansteker gedreigd met geweld dat tot ernstig en blijvend letsel kan leiden. Ook hebben zij [slachtoffer] voor langere tijd van haar vrijheid beroofd door haar te dwingen in de auto te stappen, geweld te gebruiken, haar in de auto vast te binden en een mondkapje voor haar ogen te doen. Vervolgens heeft de verdachte samen met de medeverdachten nog goederen uit het huis van [slachtoffer] weggenomen, waarbij verdachte degene is geweest die daadwerkelijk in de woning is geweest en de goederen heeft weggenomen. Bovendien zijn delen van de voornoemde gedragingen door de verdachten gefilmd, kennelijk met het doel om [slachtoffer] extra te vernederen of extra leed toe te voegen. Verdachte heeft laten zien dat zij geen enkel respect heeft voor het eigendom van [slachtoffer] en haar lichamelijke integriteit.
Uit de verklaringen van [slachtoffer] bij de politie en ter terechtzitting blijkt dat het handelen van verdachte niet alleen fysiek letsel bij [slachtoffer] heeft veroorzaakt, maar ook heeft geleid tot psychische klachten en bovenal haar veiligheidsgevoelens, zelfrespect en toekomstbeeld heeft aangetast. Een van de door de verdachten gemaakte video’s is daadwerkelijk verspreid via Telegram in een groep met bijna 100.000 gebruikers, die allemaal toegang hadden tot de video. De volledige naam van [slachtoffer] is daarbij genoemd. Het is de rechtbank niet duidelijk geworden wie de video op deze wijze heeft verspreid, maar de rechtbank acht wel aannemelijk geworden dat verdachte en medeverdachten deze video niet voor zichzelf hebben gehouden. Daarmee hebben zij het risico op verdere verspreiding genomen als gevolg waarvan [slachtoffer] moet leven met de angst om op elk willekeurig moment met het filmpje geconfronteerd te worden. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat verdachte op zitting haar excuses heeft aangeboden aan [slachtoffer] en dat deze excuses op de rechtbank (en ook op [slachtoffer] , zoals zij zelf verklaarde) vanwege de zichtbare emoties bij verdachte oprecht overkwamen. Verdachte lijkt inmiddels wel degelijk doordrongen van de ernst van het feit en de impact die dit op [slachtoffer] heeft gehad. Zij heeft op zitting ook volledige verantwoordelijkheid genomen voor de gepleegde feiten en deze bekend.
Persoon van de verdachte
Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 juni 2022 blijkt dat verdachte niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld. De rechtbank weegt dit niet in strafverzwarende of strafmatigende zin mee.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies van [organisatie 1] van 24 juni 2022, opgemaakt door [A] , reclasseringswerker. Hieruit volgt dat op de meeste leefgebieden bij verdachte weinig tot geen problemen bestaan. Verder heeft verdachte zich tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis meewerkend opgesteld en heeft ze zich aan alle afspraken gehouden. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag en bij een bewezenverklaring wordt geadviseerd om een voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling.
Straf
Gelet op de ernst van de feiten, kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank stelt voorop dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die het reeds ondergane voorarrest overstijgt, rechtvaardigen. De rechtbank houdt echter ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, haar jonge leeftijd en het feit dat er inmiddels sprake lijkt te zijn van herstel in de relatie tussen verdachte en de aangeefster. Haar emoties van spijt, schuld en empathie tegenover de aangeefster komen oprecht over. De rechtbank zal daarom volstaan met een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijke deel het reeds ondergane voorarrest niet overstijgt en daarnaast een hoge voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met daaraan de bijzondere voorwaarden gekoppeld zoals geadviseerd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte de maximale taakstraf opleggen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 184 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 240 uren, passend en geboden. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf worden als bijzondere voorwaarden gekoppeld: een meldplicht, ambulante behandeling en een contactverbod met de medeverdachten en het slachtoffer met uitzondering van herstelbemiddeling.
De rechtbank zal niet bevelen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn. Het recidiverisico wordt door de reclassering als laag ingeschat en overigens bestaan ook onvoldoende aanwijzingen voor recidive. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook onvoldoende gebleken dat ernstig rekening moet worden gehouden dat verdachte zonder de bijzondere voorwaarden opnieuw een misdrijf zal begaan dat is gericht tegen dan wel gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

9.BESLAG

Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten
 1 STK Personenauto [.] (G707211).

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 51.093,50. Dit bedrag bestaat uit € 1.093,50 materiële schade en € 50.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk en hoofdelijk wordt toegewezen tot een bedrag van € 4.350,-, te verhogen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, nu niet duidelijk is of de vordering door de bewindvoerder is ingediend. Subsidiair heeft de raadsman de rechtbank verzocht om bij de materiële schade gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid en rekening te houden met de afschrijving van de goederen. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsman aangevoerd dat de grondslag en de causaliteit onduidelijk zijn gebleven en dat de schade niet is onderbouwd.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Ter terechtzitting heeft de benadeelde partij een aanvulling op de vordering overgelegd, waaruit is gebleken dat de bewindvoerder de vordering van de benadeelde partij heeft ondertekend, waardoor zij gerechtigd was de vordering in te dienen. De benadeelde partij is daarmee ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding.
Materiële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen en de vordering van de benadeelde partij vast komen te staan dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden als gevolg van het bewezen verklaarde handelen. De rechtbank heeft bewezen verklaard dat de AirPods, de stijltang en de OV-chipkaart zijn weggenomen en dat de jas en de kleding zijn beschadigd door verdachte en haar mededaders. Aangezien de benadeelde partij geen onderbouwing van de schade heeft toegevoegd aan de vordering, maakt de rechtbank gebruik van haar schattingsbevoegdheid en de rechtbank schat de schade op € 400,-, welk bedrag de rechtbank toewijst. Ten aanzien van het gevorderde eigen risico en de extra reiskosten is de rechtbank van oordeel dat deze posten onvoldoende onderbouwd zijn. De schadeposten zijn gemotiveerd betwist en de benadeelde partij heeft geen afschriften overgelegd waaruit blijkt dat de schade is geleden ten gevolge van de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren ten aanzien van dit deel van de vordering.
Immateriële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen immateriële schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft geen bewijsstukken overgelegd met betrekking tot deze immateriële schade, maar naar het oordeel van de rechtbank brengen de aard en de ernst van de normschending (zoals benoemd onder het kopje ‘ernst van de feiten’) mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen ervan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen dat immateriële schade door aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank waardeert deze schade op een bedrag van € 3.000,-, waarbij de ernst van het letsel en hetgeen in soortgelijke gevallen wordt toegekend redengevend zijn geweest.
De rechtbank zal de vordering voor een totaalbedrag van € 3.400,- toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is. Indien een mededader een deel van het bedrag betaalt, is verdachte niet langer gehouden om dat deel te betalen (en vice versa).
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.400,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 44 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 282 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 184 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
180 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als bijzondere voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij [organisatie 1] op het adres [adres] , [postcode] [plaats] en zich daarna gedurende de proeftijd op de door de reclassering te bepalen tijdstippen blijft melden zo frequent en zo lang de reclassering dat noodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen die haar in dit kader worden gegeven;
* meewerkt aan behandeling door [organisatie 2] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt, waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling en het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte 2] (geboren op [2003] ), [medeverdachte 1] (geboren op [2004] ) en met [slachtoffer] (geboren op [2001] ), zolang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht en waarbij in overleg met het Openbaar Ministerie een uitzondering kan worden gemaakt indien contact plaatsvindt in het kader van herstelbemiddeling,
- waarbij [organisatie 1] opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
1 STK Personenauto [.] (G707211);
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 3.400,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 3.400,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 44 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Voorlopige hechtenis
- heft op het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Leijten, voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en S.D. Groen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Jaâter, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 juli 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
zij, op of omstreeks 11 januari 2022, te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Apple AirPods Pro en/of een OV-chipkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat verdachte en/of haar mededader(s)
- met die [slachtoffer] via Snapchat en/of Instagram een afspraak heeft/hebben gemaakt (om een door [slachtoffer] geleende telefoon af te laten geven) en/of
- die [slachtoffer] (vervolgens) heeft/hebben ontmoet bij station Utrecht Terwijde en/of
- ( vervolgens) met die [slachtoffer] naar een afgelegen plek is/zijn gelopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) mee moest lopen en/of “Loop door. Mensen gaan politie bellen en kijken.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (daarbij) die [slachtoffer] aan haar armen mee heeft/hebben getrokken/gesleurd en/of
- ( terwijl dit werd gefilmd) (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of (tegen de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] ) heeft/hebben geschopt en/of die [slachtoffer] op de grond heeft/hebben gegooid/geduwd en/of op/tegen die [slachtoffer] gespuugd en/of aan de haren van die [slachtoffer] heeft/hebben getrokken en/of
- ( daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: “Kankerhoer” en/of “Je verdient dit” en/of “Lekker voor je”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben getrokken en/of zichtbaar getoond en/of (meermalen) tegen de keel, althans het lichaam, van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen: “Ik ga hem doordrukken hè. Laat mij dit mes niet door je keel halen.” en/of tegen die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) haar en haar familie dood gingen maken, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de trui van die [slachtoffer] heeft/hebben gestoken en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, door de trui van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar jas uit moest trekken en/of voornoemde jas heeft/hebben doorzocht en/of
- ( vervolgens) de AirdPods Pro uit voornoemde jas heeft/hebben gepakt en/of een OV-chipkaart (uit de broekzak van die [slachtoffer] ) heeft/hebben weggenomen en/of
- ( vervolgens) de jas van die [slachtoffer] in brand heeft/hebben gestoken en/of (tevens) heeft/hebben gedreigd de haren van die [slachtoffer] in brand te steken en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, door de jas van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald en/of
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) hebben gefilmd en/of is/zijn blijven filmen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses op de film moest aanbieden, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
2
zij, op of omstreeks 11 januari 2022, te Utrecht en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
- ( nadat die [slachtoffer] is mishandeld en/of beroofd) met die [slachtoffer] naar de auto van [verdachte] te lopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Doe normaal, gedraag je normaal en doe alsof er niks aan de hand is.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] (met een mondkapje, althans met een daarop gelijkend voorwerp) te blinddoeken en/of
- die [slachtoffer] te dwingen in te stappen en/of met hen, verdachte en/of haar mededader(s), mee te gaan in de auto van [verdachte] en/of
- ( in de auto) de handen/polsen van die [slachtoffer] met ducttape vast te binden en/of
- die [slachtoffer] (naar een onbekende plaats) te vervoeren en/of
- in de auto tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ [slachtoffer] je weet hoe graag ik een keer iemand neer wil steken, gewoon iemand neersteken. Als ik wou had ik je nu gewoon neergestoken.”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) onderweg te stoppen bij een tankstation en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Jij gaat mijn tank betalen. Ik heb precies 30 euro betaald en dat wil ik van jou.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] in de auto meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht, althans het lichaam te slaan en/of te stompen en/of die [slachtoffer] aan haar haren te trekken en/of
- ( in de auto) met een of meerdere mensen (via Snapchat) te bellen en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses aan die mensen moest aanbieden, omdat zij slecht over anderen had gepraat, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( onderweg) de (huis)sleutels van die [slachtoffer] onder dwang door die [slachtoffer] af te laten geven en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen dat als ze dat niet doet ze (verdachte en/of haar mededader(s)) haar ( [slachtoffer] ) naakt op de snelweg neer gaan leggen, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat [slachtoffer] als hoer of escort moest gaan werken voor verdachte en/of haar mederdader(s) en/of dat zij ( [slachtoffer] ) als maagd veel geld op zou brengen en/of dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) die [slachtoffer] zouden laten verkrachten, althans worden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) een sigaret in haar gezicht zou(den) uitdrukken (terwijl die [medeverdachte 1] een brandende sigaret vast had), althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( wederom) (op een industrieterrein) een tussenstop te maken en/of (daar) (nog meer) ducttape om de handen/polsen van die [slachtoffer] vast te binden en/of de mond van die [slachtoffer] met ducttape af te plakken en/of
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) te filmen en/of is blijven filmen en/of
- naar het huis van die [slachtoffer] te rijden en/of met die [slachtoffer] de woning van die [slachtoffer] binnen te gaan;
( art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij, op of omstreeks 11 januari 2022, te Utrecht en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derde, te weten die [slachtoffer] wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen om in de auto te stappen en/of met verdachte en/of haar mededader(s) mee te gaan, door
- ( nadat die [slachtoffer] is mishandeld en/of beroofd) met die [slachtoffer] naar de auto van [verdachte] te lopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Doe normaal, gedraag je normaal en doe alsof er niks aan de hand is.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] (met een mondkapje, althans met een daarop gelijkend voorwerp) te blinddoeken en/of
- die [slachtoffer] te dwingen in te stappen en/of met hen, verdachte en/of haar mededader(s), mee te gaan in de auto van [verdachte] en/of
- ( in de auto) de handen/polsen van die [slachtoffer] met ducttape vast te binden en/of
- die [slachtoffer] (naar een onbekende plaats) te vervoeren en/of
- in de auto tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ [slachtoffer] je weet hoe graag ik een keer iemand neer wil steken, gewoon iemand neersteken. Als ik wou had ik je nu gewoon neergestoken.”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) onderweg te stoppen bij een tankstation en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Jij gaat mijn tank betalen. Ik heb precies 30 euro betaald en dat wil ik van jou.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] in de auto meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht, althans het lichaam te slaan en/of te stompen en/of die [slachtoffer] aan haar haren te trekken en/of
- ( in de auto) met een of meerdere mensen (via Snapchat) te bellen en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses aan die mensen moest aanbieden, omdat zij slecht over anderen had gepraat, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( onderweg) de (huis)sleutels van die [slachtoffer] onder dwang door die [slachtoffer] af te laten geven en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen dat als ze dat niet doet ze (verdachte en/of haar mededader(s)) haar ( [slachtoffer] ) naakt op de snelweg neer gaan leggen, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat [slachtoffer] als hoer of escort moest gaan werken voor verdachte en/of haar mederdader(s) en/of dat zij ( [slachtoffer] ) als maagd veel geld op zou brengen en/of dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) die [slachtoffer] zouden laten verkrachten, althans worden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) een sigaret in haar gezicht zou(den) uitdrukken (terwijl die [medeverdachte 1] een brandende sigaret vast had), althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( wederom) (op een industrieterrein) een tussenstop te maken en/of (daar) (nog meer) ducttape om de handen/polsen van die [slachtoffer] vast te binden en/of de mond van die [slachtoffer] met ducttape af te plakken en/of
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) te filmen en/of is blijven filmen en/of
- naar het huis van die [slachtoffer] te rijden en/of met die [slachtoffer] de woning van die [slachtoffer] binnen te gaan;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
zij, op of omstreeks 11 januari 2022, te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een iPhone 6 en/of een stijltang en/of een geldbedrag van in totaal ongeveer 50 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat verdachte en/of haar mededader(s)
- met die [slachtoffer] naar de woning van die [slachtoffer] is/zijn gereden en/of
- ( terwijl zij naar de woning liepen) die [slachtoffer] (steeds) heeft/hebben vastgehouden en/of
- ( nadat [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] in de auto is/zijn achtergebleven) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat als [slachtoffer] iets zou doen [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] naar de woning van [slachtoffer] zou(den) komen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( daarbij) (constant) in (telefonisch) contact met elkaar stonden en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar inloggegevens van Snapchat moest afgeven en/of
- ( vervolgens) door die [verdachte] tegen die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] (telefonisch) werd gezegd dat zij (nu) naar de woning moest(en) komen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
4
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 januari 2022 tot en met 14 januari 2022, te Utrecht en/of Amersfoort, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door haar en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zichzelf of een ander, wederrechtelijk te bevoordelen, één of meer personen (te weten [slachtoffer] ), door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim, te dwingen tot de afgifte van een goed en/of het ter beschikking te stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 200 euro, (telkens)
- een of meerdere (vernederende) filmpje(s) van die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) 200 euro moest afgeven, anders zouden ze (verdachte en/of haar mededader(s)) de filmpjes rondsturen en/of de ouders en/of het zusje van [slachtoffer] op gaan zoeken (en een mes tegen hun keel aanzetten), althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( via Instagram) die [slachtoffer] (dwingende) berichten heeft/hebben gestuurd en/of heeft/hebben gebeld, onder meer inhoudende: “Jo, weet je nog hoe laat?” en/of “Jo, wanneer kom je dat geld brengen?”, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
( art 318 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )