Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
2.[eiseres sub 2] ,
1.[gedaagde sub 1] ,
2.[gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.Wat is het oordeel van de kantonrechter?
€ 746,00(2 punten x tarief € 373,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vordert de eisende partij, bestaande uit twee eisers, vervangende schadevergoeding van de gedaagde partij, bestaande uit twee gedaagden, vanwege gebreken in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. De eisende partij had op 30 november 2015 een overeenkomst gesloten met de gedaagde partij voor werkzaamheden aan hun woning, waaronder het aanbrengen van isolatieplaten op het dak. Na de oplevering in 2016 werd in juli 2020 schade aan het stucwerk geconstateerd, wat leidde tot een onderzoek door een externe partij. Dit onderzoek concludeerde dat de isolatieplaten ondeugdelijk waren bevestigd, wat resulteerde in schade aan het stucwerk. De eisende partij vorderde een schadevergoeding van € 8.451,85, plus expertisekosten en buitengerechtelijke incassokosten.
De gedaagde partij betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat de schade was veroorzaakt door werkzaamheden van een dakdekker in 2020. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een verborgen gebrek, aangezien de isolatieplaten niet op de juiste wijze waren bevestigd, wat niet door de eisende partij kon worden ontdekt bij de oplevering. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde partij tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat er een causaal verband bestond tussen de tekortkoming en de schade. De vordering tot vervangende schadevergoeding werd toegewezen, evenals de expertisekosten en de buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij werd ook veroordeeld in de proceskosten.