8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het openbaar maken van een vijftal naaktfoto’s van een 15-jarig meisje met wie hij via sociale media contact had. Verdachte heeft haar op een dwingende manier om naaktfoto’s gevraagd en gedreigd om haar Snapchatgegevens te delen op Telegram, waarop het slachtoffer verdachte uiteindelijk vijf foto’s van zichzelf in lingerie heeft gestuurd. Verdachte heeft deze foto’s gedeeld in een groep op Telegram met meer dan 58.000 leden en op een door hem aangemaakt account op Instagram. Vervolgens heeft verdachte ditzelfde slachtoffer belaagd door haar gedurende een periode van enkele maanden onder meer veelvuldig te bellen en berichten en pakketjes te sturen en ook haar vader veelvuldig te bellen.
Deze vorm van wraakporno heeft verstrekkende gevolgen gehad voor het slachtoffer. De ervaring leert dat het nagenoeg niet mogelijk is dergelijke beelden van internet te verwijderen, zodat het slachtoffer daardoor steeds dan wel langere tijd wordt achtervolgd. Verdachte heeft op een indringende manier inbreuk gemaakt op haar morele integriteit en met de belaging ook herhaaldelijk inbreuk gemaakt op haar persoonlijk leven en op dat van haar gezinsleden. Dit heeft grote impact gehad, haar veiligheidsgevoel aangetast en gevoelens van angst veroorzaakt, hetgeen ook blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaring.
Daarnaast heeft verdachte een tweede slachtoffer, namelijk de vader van het 15-jarige meisje, belasterd door op Telegram een expose groep aan te maken en daarin een foto van hem te plaatsen met daarbij de tekst dat deze man elke week met een andere vrouw naar bed gaat, terwijl verdachte wist dat dit niet waar was. Ten slotte heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan smaadschrift door met betrekking tot een derde slachtoffer een profielfoto van dit slachtoffer op Telegram te delen met daarbij een beledigende en onware aantijging.
Met betrekking tot deze twee slachtoffers heeft verdachte hun naam op een respectloze manier door het slijk gehaald tegenover een zeer groot aantal gebruikers van Telegram, met alle gevolgen van dien voor de slachtoffers in kwestie. De rechtbank rekent verdachte dit alles ernstig aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 21 december 2021 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit, namelijk bedreiging.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het onder punt 7 van dit vonnis genoemde rapport van de psycholoog. De kans op recidive van geweld wordt ingeschat als matig tot hoog. Hierin speelt mee dat verdachte eerder is veroordeeld voor huiselijk geweld en dat er met het huidige ten laste gelegde sprake is van een patroon van bedreigen en exposen van meisjes met wie verdachte op dat moment een beginnende relatie heeft. Omdat verdachte weinig inzicht lijkt te hebben in zijn autismespectrumstoornis, wat een blijvende ‘handicap’ betreft, wordt de inschatting gemaakt dat de kans groot is dat verdachte zonder adequate behandeling of begeleiding opnieuw zal recidiveren. De psycholoog adviseert om aan verdachte een ambulante behandeling in een forensisch kader op te leggen die zou moeten bestaan uit psycho-educatie. In de behandeling kan bovendien worden stilgestaan bij het aanleren van adequate emotieregulatievaardigheden en kan een medicamenteuze behandeling worden toegevoegd. Daarnaast is het van belang dat verdachte ondersteuning krijgt bij het vinden van een opleiding en dat hij zijn werk/bijbaan weer oppakt en gaat sporten. De ambulante behandeling kan worden opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf.
Ten slotte heeft de rechtbank kennisgenomen van een reclasseringsadvies van 2 juli 2021. Het baart de reclassering zorgen dat verdachte, ondanks dat er duidelijk aan hem is uitgelegd wat er van hem in het kader van de schorsingsvoorwaarden wordt verwacht en wat de consequenties zijn als hij die overtreedt, toch opnieuw contact heeft gezocht met één van de slachtoffers. Verdachte heeft zelf aangegeven hulp nodig te hebben bij het reguleren van zijn emoties. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden: 1) een meldplicht bij de reclassering, 2) een ambulante behandeling door een forensisch FACT-team met de mogelijkheid van een kortdurende klinische opname, 3) een contactverbod met de slachtoffers, 4) een locatieverbod voor de woonplaats van [slachtoffer 1] , 5) het zich inzetten voor het vinden en behouden van een dagbesteding, dan wel het volgen van een opleiding en 6) het zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dit inhoudt het meewerken aan de rondetafelgesprekken vanuit de Persoonsgerichte Aanpak Lelystad.
Ter terechtzitting heeft de deskundige S. Lionahr verklaard dat als bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel kunnen worden opgelegd een meldplicht, het inzetten van een ForFACT-team met de mogelijkheid van een kortdurende klinische opname, een contact- en locatieverbod met betrekking tot de slachtoffers en het hebben van dagbesteding.
De straf
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de straf die aan hem is opgelegd bij vonnis van 1 februari 2022 voor vergelijkbare feiten, gepleegd tijdens de meerderjarigheid (parketnummer 16.278134.21).
Alles afwegende, en rekening houdend met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat een jeugddetentie voor de duur van 210 dagen, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is. Een aanzienlijk deel daarvan, namelijk 180 dagen, zal de rechtbank voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaren. Enerzijds als stok achter de deur en om verdachte te laten beseffen dat hij zich geen strafbare feiten kan veroorloven, anderzijds om behandeling en hulp van de reclassering (SAVE) mogelijk te maken, zoals dat is geadviseerd door de psycholoog en de reclassering. Aan dit voorwaardelijk deel zal de rechtbank de volgende bijzondere voorwaarden verbinden:
een meldplicht bij SAVE te Almere, waar verdachte zich binnen twee werkdagen na vrijlating moet melden;
het volgen van een ambulante behandeling van een ForFACT-team of een soortgelijke zorgverlener, waarbij het innemen van medicatie onderdeel kan zijn van de behandeling. De rechtbank ziet, gelet op de aard van de bij verdachte vastgestelde stoornis, niet de noodzaak van een kortdurende klinische opname, zodat zij dit niet zal opnemen.
het vinden en behouden van een dagbesteding in de vorm van een opleiding en/of werk/bijbaan en/of sport.
De vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank zal ter voorkoming van strafbare feiten bevelen dat verdachte zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] . De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van drie jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende jeugddetentie voor een hierna te bepalen duur worden opgelegd.
Gelet op de inhoud van voornoemde rapportages is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 1] . Daarom zal de rechtbank bevelen dat de vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is.