Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2022 op het verzet van
[opposante] , te [woonplaats] , opposante,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2022
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 8 juli 2022 uitspraak gedaan op het verzet van de opposante tegen een eerdere uitspraak van 3 mei 2022, waarin haar beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Opposante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J. Visscher, heeft in verzet gesteld dat zij het griffierecht op 24 maart 2022 wel degelijk heeft betaald. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de betaling van het griffierecht op 1 april 2022 is ontvangen, maar dat er een vertraging was in de verwerking van deze betaling in het systeem van de rechtbank. Hierdoor was de rechtbank ten onrechte in de veronderstelling dat het griffierecht niet was voldaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzet gegrond is, omdat de opposante tijdig het griffierecht heeft betaald. De eerdere uitspraak van 3 mei 2022 vervalt, en de rechtbank zal de zaak nu verder behandelen op een zitting. De rechtbank heeft benadrukt dat dit nog niet betekent dat de opposante gelijk zal krijgen in haar beroep, aangezien dit pas in een latere uitspraak zal worden beoordeeld. Tevens is er nog geen beslissing genomen over de proceskosten van de opposante, dit zal in de einduitspraak over het beroep worden behandeld.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier heeft een afschrift verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.