In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen, die was opgelegd omdat hij op 11 juli 2021 zijn voertuig met kenteken [kenteken] had geparkeerd op een parkeerplaats in de gemeente Hilversum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is genomen, omdat het mandaatbesluit van de heffingsambtenaar niet op de juiste wijze bekend is gemaakt. Dit betekent dat de uitspraak op bezwaar niet rechtsgeldig was. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en de bestreden uitspraak vernietigd. Verweerder is opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak van de rechtbank. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht aan eiser moet vergoeden. De rechtbank heeft in deze uitspraak ook verwezen naar relevante artikelen uit de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht, die van toepassing zijn op de bevoegdheid van de heffingsambtenaar en de bekendmaking van mandaatbesluiten.