13.BESLISSING
- verklaart het onder 1, 2, 3 primair, 4 en 5 primair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3 primair, 4 en 5 primair meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 2, 3 primair, 4 en 5 primair bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan 2
maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
1 STK Personenauto G2649541 met kenteken: [kenteken] (omschrijving: grijs, merk: Peugeot 307 1.6 16v 5);
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- wijst de vordering van [benadeelde 1] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 35,38;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2020 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 35,38 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 4]
- wijst de vordering van [aangever 4] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 38,27;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2020 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [aangever 4] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 4] aan de Staat € 38,27 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
- wijst de vordering van [benadeelde 2] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 33,90;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2020 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 33,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Dit vonnis is gewezen door mr. H. den Haan, voorzitter, mr. A.W.M. van Hoof en K.G. van de Streek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van Donk-Carbo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 juli 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 17 april 2020 tot en met 4 juni 2020 te Almere, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid benzine, althans brandstof, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, namelijk aan de [tankstation 1] (vestiging gelegen aan de [straat] ), te weten:
- op of omstreeks 17 april 2020 een hoeveelheid van ongeveer 50 liter benzine, althans enige hoeveelheid brandstof en/of
- op of omstreeks 11 mei 2020 een hoeveelheid van ongeveer 57 liter benzine, althans enige hoeveelheid brandstof en/of
- op of omstreeks 16 mei 2020 een hoeveelheid van ongeveer 50 liter benzine, althans enige hoeveelheid brandstof en/of
- op of omstreeks 26 mei 2020 een hoeveelheid van ongeveer 58 liter benzine, althans enige hoeveelheid brandstof en/of
- op of omstreeks 4 juni 2020 een hoeveelheid van ongeveer 60 liter bezine, althans enige hoeveelheid brandstof;
feit 2
hij, op of omstreeks 20 juni 2020 te Almere ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een hoeveelheid benzine, althans brandstof, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, namelijk aan de [tankstation 1] (vestiging gelegen aan de [straat] ) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, het voertuig (Peugeot 307) bij Pomp 1 heeft stilgezet en is uitgestapt en/of (vervolgens) naar die pomp is toegelopen en/of meerdere malen, althans eenmaal, het vulpistool uit de pomp heeft gepakt en/of in het voertuig heeft aangebracht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 3
primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 april 2020 tot en met 20 juni 2020 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, te weten:
- op of omstreeks 17 april 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] en/of
- op of omstreeks 16 mei 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] en/of
- op of omstreeks 26 mei 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] en/of
- op of omstreeks 04 juni 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] en/of
- op of omstreeks 20 juni 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] ,
terwijl hij (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
subsidiair
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 april 2020 tot en met 21 juni 2020 te Almere, althans in Nederland, meerdere goederen, te weten
- in of omstreeks de periode van 17 april 2020 tot en met 18 april 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten [aangever 2] en/of
- in of omstreeks de periode van 15 mei 2020 tot en met 17 mei 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 3] en/of [benadeelde 2] en/of
- in of omstreeks de periode van 20 mei 2020 tot en met 26 mei 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangeefter] en/of
- in of omstreeks de periode van 3 juni 2020 tot en met 5 juni 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 4] en/of
- in of omstreeks de periode van 19 juni 2020 tot en met 21 juni 2020 een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 1
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 17 september 2019 tot en met 8 maart 2020 te Almere, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid benzine, althans brandstof, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, namelijk aan de [tankstation 2] (vestiging gelegen aan de [straat] ), te weten:
- op of omstreeks 17 september 2019 een hoeveelheid van ongeveer 70 liter benzine,
althans enige hoeveelheid brandstof en/of
- op of omstreeks 17 november 2019 een hoeveelheid van ongeveer 57 liter benzine,
althans enige hoeveelheid brandstof en/of
- op of omstreeks 8 maart 2020 een hoeveelheid van ongeveer 57 liter benzine,
althans enige hoeveelheid brandstof;
feit 2
primair
hij, op of omstreeks 17 september 2019 te Almere, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] , heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
subsidiair
hij, op of omstreeks 17 september 2019 te s'Gravenhage, een kentekenplaat, gekentekend [kenteken] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;