Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 mei 2021 met 9 producties
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met 35 producties
- het tussenvonnis van 14 juli 2021
- de conclusie van antwoord in reconventie met de producties 10 tot en met 23
- een door [eiser] ingediende akte van depot van een usb-stick met daarop foto’s en geluidsopnames.
2.De feiten
“Ik ben van plan ‘de kavels’ zo nauwkeurig mogelijk te berekenen en met piketpalen af te bakenen. Het wachten is op wat milder weer. Assistentie krijg ik van [C] en [D ] . Aanwijzingen op basis van de grote kadastrale kaart geef ik vanuit mijn ‘regisseursstoel’. (…) Nadat “de binnengrens” van [naam] van de wal of steiger af “haaks” is uitgezet en “gepaald” worden verdere “binnengrenzen” parallel uitgezet en “gepaald” tot we zijn gekomen bij de grenzen van het perceel [perceel 3] ’. Dit wordt daar meten en passen en daar heb ik graag [perceel 4] ) bij. (…) Kort samengevat kan de “diepte” der kavels van kadastraal zuid- naar kadastrale noordgrens nagenoeg nauwkeurig worden bepaald en via de breedte eveneens de oppervlakte met uitzondering van perceel [perceel 4] / [perceel 3] .”
“De verkrijging van ieder der kopers is schetsmatig aangegeven op een tweetal aan deze akte te hechten situatietekeningen(…).
3.Het geschil in conventie en in reconventie
I. zal verklaren voor recht dat de door de Dienst Kadaster aangegeven erfgrens tussen de percelen van partijen de juridische is;
voor recht verklaart dat de juridische erfgrens tussen de percelen van partijen vanaf punt groen tot aan de achtergrens gelegen is tussen punt groen en het punt dat gelegen is op 9,60 meter vanaf de kadastrale grens, gemeten langs de achtergrens richting perceel [eiser] , zoals met een groene lijn aangeduid op de tekening die als productie 3 aan de conclusie is gehecht of een in goede justitie te bepalen locatie;
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
17 mei 2021 opgeschreven dat op de noordgrens van het oorspronkelijke perceel [kadastraal nummer 3] nog een oude teerpaal is aangetroffen op 9,60 meter ten oosten van het punt waarop de kadastrale erfgrens aan de noordkant eindigt. [gedaagde] betoogt dat die teerpaal het noordelijkste punt is van de door hem primair voorgestane groene erfgrens. Maar de aanwezigheid van alleen die teerpaal ondersteunt dat betoog niet, omdat vaststaat dat destijds de hele noordgrens van het oorspronkelijke perceel [kadastraal nummer 3] in het terrein is gemarkeerd, om het af te bakenen van het daarvan ten noorden liggende perceel [perceelnummer] . De rechtbank gaat ervan uit – omdat partijen het tegendeel niet gemotiveerd hebben betoogd – dat de plekken waar die grens van oost naar west is voorzien van grensmarkeringen in het terrein, zoals teerpalen, vrij willekeurig gekozen zijn. Daardoor zeggen die markeringen niets over de van zuid naar noord lopende grenzen tussen de kavels waarin perceel [kadastraal nummer 3] bij verkoop en levering werd verdeeld.
- het door [eiser] verwijderen van twee schuttingdelen die [gedaagde] op het meest zuidelijke deel van de erfgrens had geplaatst
- het door [eiser] verwijderen van dezelfde twee schuttingdelen nadat [gedaagde] die weer had geplaatst maar dan aan zijn kant van die erfgrens
- het door [eiser] verwijderen van een deel van de door hem gebouwde steiger, namelijk voor zover deze uitstak over de erfgrens boven het perceel (water) van [gedaagde] en voor zover deze met palen in de grond onder het water van [gedaagde] werd gedragen.
5.De beslissing in conventie en in reconventie
17 augustus 2022voor uitlating door [gedaagde] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwillen overleggen, die stukken direct in het geding moeten brengen,
getuigenwillen laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden oktober 2022 tot en met februari 2023 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van de getuigenverhoren zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,