Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- de heer [verzoeker] ,
- mr. M. Treur die de zaak heeft overgenomen van mr. Sijbrandij,
- mevrouw [A] , dossierbehandelaar bij a.s.r.,
- mr. Oskam.
1.Het procesverloop
2.De beslissing
3.De beoordeling
Hoe de bewijsmiddelen ook gewaardeerd worden, er gaat iets aan vooraf en dat is dat vast staat de bus een bijzondere manoeuvre aan het maken was (straatje keren) en als je dat ziet, en [verzoeker] heeft dat gezien, moet je als verkeersdeelnemer die aan komt rijden de nodige voorzichtigheid betrachten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [verzoeker] dat onvoldoende gedaan. De bus was aan het keren en stond niet heel lang stil en door er dan achter langs te fietsen heeft [verzoeker] een risico aanvaard. Dit leidt er toe dat zijn val vooral is toe te rekenen aan [verzoeker] . Het was een smal stukje op de dijk waar hij langs de bus fietste die aan het keren was. Omdat dat uit de wet en de jurisprudentie volgt, krijgt een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer, ook al is zijn zogenoemde causale bijdrage groter, toch in ieder geval 50% van zijn schade vergoed. De rechtbank ziet geen aanleiding dat percentage te corrigeren op grond van de billijkheid. Er zijn onvoldoende bijzondere omstandigheden gebleken om een correctie toe te passen dat het anders wordt dan die 50% aansprakelijkheid.