Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
equality of armsis geschonden. De raadsman vindt dat doelbewust of met grove veronachtzaming tekort is gedaan aan de belangen van verdachte. Verder is sprake van een fundamentele inbreuk op het strafproces en is het wettelijke systeem in de kern geraakt, zodat dit op zichzelf al moet leiden tot de conclusie dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging van verdachte.
equality of arms. In de visie van de officier van justitie is niet doelbewust of met grove veronachtzaming tekort gedaan aan de belangen van verdachte en is ook geen sprake van een fundamentele inbreuk op het strafproces en het wettelijke systeem, zoals de raadsman heeft gesteld. Het Openbaar Ministerie is onverkort ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
grove of doelbewusteveronachtzaming van de verdedigingsbelangen van verdachte is hiermee geen sprake en ook is geen sprake van een fundamentele inbreuk op het strafproces of dat het wettelijke systeem in de kern is geraakt die op zichzelf moet leiden tot de conclusie dat de officier van justitie niet langer ontvankelijk is in de vervolging van verdachte.
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
in zijn personenauto, de Mercedes, waarna verdachte op de openbare weg is aangehouden en de Mercedes is doorzocht. Dat de Mercedes in de woning in beslag zou zijn genomen, zoals op pagina 179 van het procesdossier staat vermeld, is naar het oordeel van de rechtbank een kennelijke verschrijving en tevens onjuist nu de verdachte pas enige tijd na vertrek van het parkeerdek op de openbare weg is aangehouden. Dat betekent dat dit verweer over een vormverzuim ter zake van de doorzoeking van de woning aan [adres] onbesproken kan blijven, aangezien het jegens verdachte niet bijdraagt aan de beantwoording van de vragen zoals genoemd in artikel 348 en 350 Sv.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
- 10 stuks verdovende middelen (G693531);
- 2 stuks verdovende middelen (G693208).
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 33, 33a, 36b, 36c, 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht en
- 2 en 10 van de Opiumwet;
11.BESLISSING
een gevangenisstraf van vijf (5) jaren;
in mindering zal worden gebracht;