ECLI:NL:RBMNE:2022:2770
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens ziekte en nabetaling salaris met verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft eiseres, een ambtenaar, beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, het gerechtsbestuur van de rechtbank Rotterdam, dat haar per 1 juli 2019 eervol ontslag verleende. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, wat leidde tot een gegrondverklaring van haar bezwaar op 7 december 2021, waarbij het ontslag werd ingetrokken en eiseres recht kreeg op nabetaling van salaris. Eiseres stelde echter dat haar financiële aanspraken onvoldoende waren erkend en dat de nabetaling zou leiden tot financiële schade door terugvordering van toeslagen. Op 14 maart 2022 wijzigde verweerder het bedrag aan nabetaling, maar eiseres stelde dat haar beroep ook betrekking had op dit gewijzigde besluit.
De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiseres tegen het besluit van 7 december 2021 gegrond was, omdat verweerder de onrechtmatigheid van dat besluit erkende. Echter, de rechtbank oordeelde ook dat er geen geschil meer bestond over de nabetaling na het besluit van 14 maart 2022. Eiseres had onvoldoende belang bij het beroep tegen dit besluit, en de rechtbank kon niet oordelen over de schade die eiseres stelde te hebben geleden door het handelen van verweerder, omdat zij haar verzoek om schadevergoeding niet had onderbouwd. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding af en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiseres, die op € 1.518,- werden vastgesteld, evenals het griffierecht van € 184,-.
De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf op 13 juli 2022, en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.