ECLI:NL:RBMNE:2022:2762
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing scholingsaanvraag voor scholingsbudget door het Uwv wegens gebrek aan recht op WW-uitkering en kans op langdurige werkloosheid
In deze zaak heeft eiser op 5 oktober 2021 een aanvraag ingediend voor een scholingsbudget voor een ICT-opleiding, terwijl hij op dat moment een uitkering ontving op grond van de Werkloosheidswet (WW). Echter, zijn WW-uitkering was per 1 september 2021 beëindigd omdat hij te veel inkomen verdiende. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft in het primaire besluit van 15 oktober 2021 geoordeeld dat eiser niet in aanmerking komt voor het scholingsbudget. Dit besluit werd in het bestreden besluit van 28 december 2021 bevestigd, waarop eiser beroep heeft ingesteld.
Tijdens de zitting op 1 juni 2022 heeft eiser zijn gewijzigde situatie toegelicht, waarbij hij nu slechts twee uur per week werkt en een aanvulling op zijn inkomen ontvangt vanuit de bijstand. Ondanks de begrijpelijkheid van zijn wens om een baan in de ICT-branche te vinden, heeft de rechtbank geoordeeld dat het Uwv terecht heeft besloten dat eiser niet in aanmerking komt voor het scholingsbudget. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet voldoet aan de vereisten van de Regeling tijdelijk scholingsbudget UWV 2021, aangezien hij geen recht had op een WW-uitkering op het moment van de aanvraag en het bestreden besluit.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt. Eiser krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed en is openbaar uitgesproken op 4 juli 2022. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak kan worden ingediend.